La Roja, de spaarkassen en de stresstest

Over de overwinning van La Roja op het wereldkampioenschap voetbal en de exploten van Nadal en Contador is het laatste nog lang niet gezegd, maar ook op de financiële markten laat Spanje van zich spreken: van de 91 banken die op 23 juli onderworpen werden aan de veelbesproken stresstest, waren er maar liefst 27 met de Spaanse nationaliteit. We kunnen niet om het feit heen dat het uitstaande bedrag aan dubieuze leningen in mei het recordniveau van 100 miljard euro heeft bereikt, hetzij 10 % van het Spaanse bruto binnenlands product (BBP). Daaraan dient nog de 325 miljard van leningen aan vastgoedpromotoren te worden toegevoegd, waarvan naar schatting de helft betrekking heeft op bouwgronden en waarvan de waarde samen met de bouwactiviteit als een pudding in elkaar is gezakt (-90 % sinds de top van 2006).

Ook al zal de wanbetalingsgraad voor deze leningen geen 100 % bedragen, toch staat het buiten kijf dat de sector van de Cajas (regionale niet-beursgenoteerde banken) er niet goed voor staat met een blootstelling van 175 miljard en slechts 90 miljard eigen vermogen om latente verliezen op te vangen. De schuldgraad van Spanje (70 % van het BBP) wordt dus wellicht met zo’n 10 % onderschat, zonder rekening te houden met het feit dat de groeiprognoses (3 % tegen 2012) ons bijzonder optimistisch lijken gezien de situatie (het Spaanse vastgoed zal naar schatting nog met 20 % in waarde dalen).

In hun invloedrijk boek over de geschiedenis van de financiële crisissen hebben Rogoff en Reinhart berekend dat twee derde van de wanbetalingen op staatsobligaties heeft plaatsgevonden op momenten dat de buitenlandse schuld (privésector + overheidssector) minder dan 80 % van het BBP bedroeg. Veeleer dan een kritische drempel is het immers de geloofwaardigheid van landen die het mogelijk maakt om een min of meer hoge schuldgraad te torsen. Met een buitenlandse schuld boven de 150 % van het BBP zouden Griekenland, Spanje en Portugal ongetwijfeld failliet gaan als ze niet genoten van de bescherming van de euro. In het geval van deze stresstest is er ook sprake van een kring- en een cascade-effect. De vastgoedzeepbel, die vaak gefinancierd wordt met externe schuld, weegt op de balans van de banken en de soliditeit van die laatste heeft een grote invloed op de solva-biliteit van het betreffende land. Vanwege de omvang van de obligatieportefeuilles zou de wanbetaling van een staat (zelfs gedeeltelijk) een nog zwaardere impact hebben op de banksector. Het cascade-effect is op zijn beurt te wijten aan de link tussen de banken, maar ook door het feit dat bijvoorbeeld een groot deel van het Spaanse begrotingstekort in het verleden gefinancierd werd door… de Duitse Landesbanken.

Het doel van de stresstest is precies het voorkomen van een funeste opeenvolging van faillissementen door de banken die in problemen verkeren te identificeren en te herkapitaliseren. Anderzijds krijgen we meer inzicht in de complexiteit van de oefening wanneer we het mechanisme ervan ontleden en de inzet onder de loep nemen. Het is ongetwijfeld om die reden dat de test, die de periode 2010/11 bestrijkt, alleen betrekking heeft op het ‘trading book’, wat een grote beperking vormt. Hoe zou het politiek gezien ook anders gekund hebben? Een waardevermindering, hoe beperkt die ook is, van de staatsobligaties in het ‘banking book’ zou op termijn een kans op wanbetaling kunnen suggereren aangezien deze obligaties worden verondersteld om tot op de vervaldag te worden aangehouden (en dan te worden terugbetaald), terwijl die in het trading book op elk moment verkocht kunnen worden.

Er is veel gesproken over het belang van de stresstest van de Amerikaanse banken in mei 2009. Veertien maanden later breken ze echter nog steeds geen potten op de beurs en zijn de echte problemen (Fannie Mae en Freddie Mac) nog altijd verre van opgelost. Zeven Europese banken hebben de test niet doorstaan. Laten we aannemen dat de 84 andere banken solide zijn. Alle stresstests van de wereld zullen echter geen oplossing kunnen bieden voor het feit dat de schuldencyclus een brutaal einde heeft gekend in september 2008, en dat wanneer het moment aanbreekt om de schulden terug te betalen, de natuurlijke tendens van de prijzen van activa dalend is, niet stijgend. Het zit er dus dik in dat er ons vo-latiele weken te wachten staan. (C)

DE AUTEUR IS CHIEF ECONOMIST BIJ BANQUE TRANSATLANTIQUE BELGIUM – GROUPE CIC

Bertrand Veraghaenne

Alle stresstests van de wereld zullen echter geen oplossing kunnen bieden voor het feit dat de schuldencyclus een brutaal einde heeft gekend in september 2008, en dat wanneer het moment aanbreekt om de schulden terug te betalen, de natuurlijke tendens van de prijzen van activa dalend is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content