Kunt u straks grof geld verdienen met de internetnaam ‘. eu’?

Tegen het einde van dit jaar moeten bedrijven en individuen in staat zijn om zich op het net als trotse Europeanen te manifesteren. Met de introductie van de ‘.eu’-domeinnamen krijgt de Europese Unie immers een ‘smoel’ op het net. Wordt ‘.eu’ een miljoenenbusiness?

Zes letters en één leesteken, het is een wat ongewoon recept om een mooie business op te bouwen. En toch: de slimmerd die in de begindagen van het internet de domeinnaam ‘sex.com’ op zijn naam wist te zetten, heeft er het voorbije decennium goed aan verdiend. Naar schatting 10 miljoen dollar per jaar. De dotcomdagen mogen dan wel voorbij zijn, domeinnamen blijven per definitie schaars en dus waardevol. Zeker wanneer je je bedrijfsnaam in de handen van een cyberkraker ziet belanden die er vervolgens grof geld voor vraagt.

Niet verwonderlijk dus dat de lancering van de nieuwe Europese domeinnamen – in de stijl van www.mijnnaam.eu – met de nodige omzichtigheid wordt aangepakt. Marc Van Wesemael en zijn ploeg kunnen dezer dagen – na veel administratieve voorbereidingen – eindelijk echt starten met de voorbereidingen voor de toekenning van ‘.eu’-namen. Het bestuur van Icann, de internationale organisatie die instaat voor de technische coördinatie van domeinnamen, heeft vorige maandag zijn fiat gegeven om het contract met Eurid vzw te finaliseren.

Marktpotentieel: 1 miljoen namen in het eerste jaar

Eurid is de Belgische vzw die, samen met een Italiaanse, Zweedse, Tsjechische en Sloveense partner, het nieuwe domein zal beheren. In het eerste werkjaar verwacht Eurid 1 miljoen namen te registreren. Over zes tot negen maanden zou het definitieve startschot gegeven kunnen worden. Eindelijk, want de plannen liggen al zowat vijf jaar op tafel. Voor de EU vormt de introductie van een eigen domeinnaam “een hoeksteen voor elektronische handel binnen Europa”, zo staat in een document uit 2002. “We zijn alweer een stap verder. Nu moet alleen nog het Amerikaanse Department of Commerce zijn goedkeuring geven en dan kunnen we aan de technische voorbereidingen beginnen,” zegt Van Wesemael. Dat de Amerikaanse overheid nog haar zegje moet doen, heeft te maken met de ontstaansgeschiedenis van het net als een uit de hand gelopen Amerikaans defensieproject dat nadien de commerciële toer opging.

Eurid is een consortium van nationale domeinbeheerders, waaronder dus het Belgische DNS dat instaat voor de registratie van ‘.be’-domeinnamen. Van Wesemael is er directeur. “We hebben vanuit ons land aan de kar getrokken omdat we ervan overtuigd waren dat we er een correcte filosofie en een goed softwareplatform op nahielden. Eurid volgt grotendeels dezelfde principes als DNS in België en blijkbaar sloeg dat aan bij de EU.” Eurid heeft nu een contract van vijf jaar met de Europese Commissie, verlengbaar voor vijf jaar. Daarna wordt de aanbestedingsprocedure opnieuw opengegooid. De toekenning van het contract aan Eurid ging ten koste van een groepering van Britse internetbedrijven en de tandem van de Spaanse en de Franse nationale beheerders.

Ons land heeft lang een zeer strikte politiek gevoerd voor de toekenning van domeinnamen – alleen wie een merknaam of gelijkaardige rechten bezat, kon een naam reserveren, waardoor het grote publiek uit de boot viel. Pierre Verbaeten, het hoofd van het departement Computerwetenschappen van de KU Leuven dat sinds 1989 de Belgische domain name service beheerde, hield daar strak de hand aan. Domeinnamen waren ook niet verhandelbaar, waardoor betwistingen en kapingen werden tegengegaan. Grootste nadeel: surfend België importeerde massaal ‘.com’, ‘.net’ of ‘.org’-domeinnamen uit de VS.

Toen de dienst in 1999 werd ondergebracht in een vzw met daarin Agoria (de ICT-werkgevers), Beltug (de grote telecomgebruikers) en ISPA (de internet service providers) werd voor het eerst gedacht aan een versoepeling van de regels. Toch duurde het nog tot december 2000 voor ‘dns.be’ officieel van start ging – vanaf dan met een zeer liberaal toekenningsmodel, gebaseerd op de Amerikaanse first come, first served-aanpak. In oktober 2002 werd ook de laatste restrictie – de verhandelbaarheid van de domeinnamen – opgeheven.

Bedrijven hebben een streepje voor

Voor de nieuwe ‘.eu’-domeinen werd een compromis uitgewerkt. Hoewel er nog steeds sprake is van eerst komt, eerst maalt, werd een zogeheten sunrise-regeling ontwikkeld. De eerste twee maanden kunnen alleen houders van geregistreerde merknamen een aanvraag doen. Vervolgens zijn er twee maanden voor wie aanspraak kan maken op basis van andere rechten, gaande van een pure bedrijfsnaam tot – in sommige lidstaten – literaire rechten. Na die eerste vier maanden is de registratie volledig vrij.

Bedrijven die tijdens de sunrise-periode een naam claimen, dienen daartoe de nodige bewijsstukken te leveren. Die worden geverifieerd door PricewaterhouseCoopers, waarmee Eurid een niet-exclusief contract heeft afgesloten. “We doen daarvoor een beroep op ons bestaand netwerk van kantoren in de hele EU. Vanuit Brussel verzorgen we de coördinatie en verdelen we de taken,” vertelt Bart Lieben, raadgever bij PwC. Op enkele technische details na, gebeurt alles in huis. Lieben schat dat er 50 tot 60 voltijdse equivalenten nodig zijn om alle aanvragen vlot verwerkt te krijgen. “Het gaat puur om een validatie van het papierwerk, we gaan niet informeren bij merkenbureaus of een eigen onderzoek instellen.” Eenvoudige claims, die bijvoorbeeld teruggrijpen op een handelsmerk, zouden voor een vijftigtal euro verwerkt kunnen worden. Probeert meer dan één bedrijf beslag te leggen op een domeinnaam, dan worden de dossiers behandeld in volgorde van indienen.

Wees op uw hoede met ‘voorregistraties’

Van Wesemael moet voor de start nog een rist andere partners rond zich zien te verzamelen, want de aanvraag van een domeinnaam verloopt steeds via een agent die als tussenpersoon optreedt. Voor het ‘.be’-domein zijn dat er vandaag meer dan 370. Hoe het landschap er voor ‘.eu’ zal uitzien, kan Van Wesemael niet inschatten. “Zeker erg internationaal, want de EU eist dat er in elke officiële taal van de Unie minstens één agent actief is.” Zolang er geen agenten erkend zijn, kan niemand een aanvraag voor een domein indienen, al suggereren minder scrupuleuze bedrijfjes wel eens dat er ‘voorregistraties’ mogelijk zijn.

Eurid gaat zelf 10 euro (exclusief BTW) per domeinnaam aanrekenen, maar het is aan de agenten om een finale prijs vast te leggen. “Voor ‘.be’ rekenen we nu 6 euro aan, maar de prijs voor de eindgebruiker ligt gemiddeld op 20 euro. Wel zie je hoe veel agenten een bundel van diensten aanbieden voor die prijs,” aldus Van Wesemael.

De non-profitaanpak heeft gevolgen voor de financiering van Eurid. En op zijn beurt voor de risico’s die Eurid kan nemen. “Wij hebben geen activa, durfkapitaal is niet geïnteresseerd in een non-profit. Dus we werken met leningen van de drie stichtende leden en van de banken. Dat is dus een relatief beperkt startkapitaal. Vandaar dat we pas beginnen met investeren als alles op groen staat. Elke maand dat het project vertraging oploopt, is de personeelskost extra verlies. Daarom hebben we er nu alle belang bij om zo snel mogelijk van start te gaan. Uiteindelijk verwachten we dat we de zaak met een 40-tal mensen zullen kunnen runnen, vanuit Brussel. Zodra we actief zijn, kunnen we ook een beroep doen op de voorschotten die agenten moeten betalen.”

Bruno Leijnse – Raphael Cockx

De slimmerd die in de begindagen van het internet de domeinnaam ‘sex.com’ op zijn naam wist te zetten, heeft er het voorbije decennium 10 miljoen dollar per jaar aan verdiend.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content