Kunst, wetenschap en politiek

De Koninklijke Manufactuur De Wit heeft reeds meer dan een eeuw ervaring in het restaureren van historische wandtapijten. Zo’n 150 wandtapijten worden jaarlijks door het Mechels bedrijf gereinigd en/of gerestaureerd en zowat alle landen en belangrijke musea met enige traditie in de wandtapijtkunst zijn er vaste klant.

De Koninklijke Manufactuur De Wit slaagde er in de restauratie van de negen wandtapijten van Los Honores (zie kadertekst) binnen te halen. En daar was ook een goede reden voor. Van 26 mei tot 9 oktober 2000 is deze reeks te bekijken in Cultureel Centrum A. Spinoy in Mechelen als onderdeel van de viering Keizer Karel 2000, de feestelijke herdenking van zijn 500ste geboortedatum. Maar het klinkt simpeler dan het in werkelijkheid was. Het Patrimonio Nacional, de Spaanse eigenaar van Los Honores, was niet meteen bereid de klus in Mechelen te laten klaren. Gedelegeerd bestuurder Yvan Maes De Wit, achterkleinzoon van stichter Theo De Wit, schetst de soms – jawel – politieke aspecten van het binnenhalen van dit belangrijke order.

“In 1993 hadden we al met het Patrimonio samengewerkt naar aanleiding van de tentoonstelling Gouden Weefsels,” zegt Yvan Maes. “Maar die goede contacten en zelfs onze referentielijst waren niet voldoende. Het ging hier echt om een fundamenteel meningsverschil over de restauratiemethoden. Spanje kent nog zeer traditionele methoden waarin wij ons absoluut niet kunnen vinden. Ik ben er dan ook een beetje fier over dat het Patrimonio onze methoden heeft aanvaard.”

“De klassieke methode, die de Spanjaarden nog steeds toepassen, vervangt alle ontbrekende en zwakke partijen als het ware door nieuwe,” weet Yvan Maes. “Men weeft gewoon nieuwe stukken waarvan men denkt dat ze er oorspronkelijk zo uitzagen. Maar het grote probleem is dat men zo de oude structuur verder verzwakt. Wij daarentegen zorgen dat alles gestabiliseerd wordt rond de zwakke plekken, waardoor de degradatie van de weefsels stopt. In een tweede fase brengen we een nieuwe structuur aan die visueel niet of nauwelijks zichtbaar is vanop een afstand, maar die de kunstliefhebber van dichtbij moet kunnen merken. Anders gezegd, wij trachten het storend effect van de lacunes weg te werken door middel van beperkte ingrepen die de leesbaarheid van het kunstwerk herstellen. Het grote voordeel is dat beide fasen omkeerbaar zijn en los van elkaar gebeuren.”

Precies

daarvan moest het Patrimonio Nacional overtuigd worden. “Er speelt zeker een politiek aspect,” zegt Yvan Maes. “Heel wat ateliers in Spanje draaien slecht. Onder meer de Manufactura Real de Santa Barbara in Madrid kampt met enorme problemen. Het Patrimonio wil natuurlijk werk geven aan die ateliers, maar het wist ook dat wij bijvoorbeeld de opdracht van de wandtapijten van de kathedraal van Zaragoza, zowat de oudste en belangrijkste collectie middeleeuwse wandtapijten in de wereld met onder meer stukken in goud- en zilverdraad uit 1407, hebben binnengehaald. De kathedraal is onafhankelijk en kiest de beste restaurateur. Uiteindelijk heeft het Patrimonio moeten erkennen dat onze methode een internationale referentie is geworden. De eerste twee tapijten zijn intussen gearriveerd, gereinigd en hersteld. Net voor de zomervakantie is mevrouw Lourdes de Luis van het Patrimonio, die zelf restauratrice van opleiding is, op inspectiebezoek geweest. Zij had in het begin problemen met onze methode. Maar eens hier in Mechelen, was ze helemaal overtuigd. Ik heb ze toch voortdurend fantastico horen zeggen? Tenslotte is ze, net als haar collega’s in de wereld, zeer gevoelig voor het esthetische aspect, maar wil ze tegelijkertijd dat alle moderne criteria van de conservatie worden gerespecteerd. En in het samenbrengen van die twee aspecten ligt de uitdaging van ons beroep.”

Overigens

heeft de Manufactuur ook nog op een ander niveau baanbrekend werk verricht. Esthetisch en wetenschappelijk verantwoorde conservatie is één zaak, de reiniging een andere. Uitgerekend op de al genoemde tapijten Gouden Weefsels van, jawel, het Patrimonio Nacional, probeerde Yvan Maes zijn nieuwe reinigingstechniek op basis van aërosol uit. Een methode waar hij een slordige tien jaar aan werkte.

“Met de aërosoltechnieken had het Patrimonio als dusdanig geen enkel probleem,” zegt Yvan Maes. “Dat was bij de Gouden Weefsels al gebleken. Aan die methode hoef ik na tien jaar niet veel meer te wijzigen. Ironisch genoegd heb ik bij het concept van mijn aërosolsysteem de tapijten Los Honores altijd in het achterhoofd gehouden. De reeks is ontegensprekelijk de meest uitzonderlijke en belangrijkste ter wereld. Wie ze ziet, is onmiddellijk onder de indruk. Om u een idee te geven: we hebben honderden verschillende schakeringen geel in stock liggen. En toch volstond dat niet voor het geel van één boord van één tapijt. We hebben speciaal nog 150 gele tinten bijgeverfd. Het kleurenpalet is ongelooflijk. Jaren geleden heb ik altijd gedacht: ik maak de ruimte waarin de aërosolinstallatie operationeel wordt, groot genoeg om – wie weet ooit – Los Honores te behandelen. En dat is natuurlijk een grootste genoegdoening in mijn beroep: de mooiste stukken ter wereld naar hier halen.”

tekst: wilfried vandenbossche foto’s: jan verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content