Kroniek van een jaar

Sinds Paribas door Bacob werd overgenomen, blijven er nog maar zeven grote banken over, en in de toekomst zal dat aantal ongetwijfeld nog verder dalen. De zo vaak aangekondigde overname van BBL door het Nederlandse ING kan bovendien misschien wel een katalysator zijn voor andere toenaderingspogingen. Dat lijkt een zeer waarschijnlijk scenario, temeer omdat het Belgische bankenlandschap, in vergelijking met dat van onze buurlanden, zeer versnipperd blijft. Met de euro in zicht wedijveren de banken onderling in externe groei. De handen in elkaar slaan, ja, maar met wie ? Een goede vraag, omdat elke poging om een “grote Belgische bank” op te richten, wel eens in een “sociaal bloedbad” zou kunnen uitmonden. Wat moet een bank met een dubbel kantorennet en dubbele diensten ? Ons land telt bijvoorbeeld 7,7 agentschappen per 10.000 inwoners, in Duitsland zijn dat er 5,5 en in Frankrijk en Nederland 4,3.

GENERALE BANK.

Een fusie met Fortis ? “Geen interesse”. Een toenadering tot de BBL ? “Interessant”, maar door praktische moeilijkheden tot mislukken gedoemd. De Generale Bank is de mening toegedaan dat ze niemand nodig heeft om te evolueren naar de status van een Europese bankgroep van Belgische oorsprong. Zeer zeker stoere taal, maar als puntje bij paaltje komt, worden de beslissingen dan niet in Parijs genomen ? In afwachting voert de Generale een strategie die zich op twee zwaartepunten toespitst : geografische diversificatie en concentratie op de gespecialiseerde aspecten van het bankbedrijf. Onze buurlanden hebben hun aandeel in de geconsolideerde winst kunnen optrekken tot 28 %. Dit werd deels mogelijk gemaakt door de consolidatie in de resultatenrekening van de Generale Bank Nederland met 92 kantoren, en van Fimagest, een Franse vermogensbeheerder. Samen zijn zij goed voor een inbreng van 1,7 miljard.

De Generale Bank heeft net haar 175ste verjaardag gevierd. In ons land heeft ze 1100 agentschappen. Eind 1997 heeft ze de Bank van de Post, die tot dan in partnership werd beheerd, de facto geprivatiseerd. Ze bezit tevens een belang van 37 % in de Antwerpse Diamantbank en van 55 % in Belgolaise. Op het vlak van bankverzekeringen werkt de Generale via twee kanalen : Alphalife, dat levensverzekeringen via de bankloketten verkoopt, en Thibaut-Colson-De Nef (TCD), één van de belangrijkste makelaars in ons land en voor 76 % in handen van de Generale Bank.

GEMEENTEKREDIET.

De provincies en de gemeenten zijn al 136 jaar lang statutaire klanten van het Gemeentekrediet. Zij waren tot voor kort ook de enige aandeelhouders van die bank. Negen maanden, precies de tijd van een zwangerschap, was ook de tijd die nodig was om een unie te smeden tussen het Gemeentekrediet en het Crédit Local de France. De vroegere aandeelhouders hebben nog altijd de controle over Gemeentekrediet Holding/Dexia, één van de twee overkoepelende moederbedrijven van de groep. 34 % van het kapitaal werd eind 1996 naar de beurs gebracht. De Franse tegenhanger is CLF/Dexia France. Beide bezitten een belang van 50 % in het Gemeentekrediet van België en in het Crédit Local de France. Dat betekent dus vier raden van bestuur voor één groep, en twee comités, één strategisch comité en één consortiumcomité, die erop moeten toezien dat er een coherent beleid wordt gevoerd.

Op geconsolideerd niveau is het Gemeentekrediet de tweede bankgroep van het land. De groep is dan ook van oordeel dat ze groot genoeg is in België, waar ze de onbetwiste marktleider is voor kasbons. Op institutioneel vlak werd 1996 gekenmerkt door het opstarten van PubliLink, een telecommunicatienet waarop eind 1997 89 % van de gemeenten was aangesloten.

KREDIETBANK.

De strategie van de Kredietbank steunt op drie basisprincipes : zelfstandigheid, een Vlaams karakter en een hoge rentabiliteit die gekoppeld is aan een solide financiële structuur. Volgens de KB staat het derde principe borg voor de twee andere en maakt het tevens de toekomstige expansie mogelijk.

De KB heeft haar marktpositie in ons land verstevigd. Dit was deels te danken aan de overname van de Bank van Roeselare, die haar eerste boekjaar als een deel van de groep achter de rug heeft. Op het vlak van bankverzekeringen biedt de KB haar klanten “een globale service” aan die veel verder reikt dan de klassieke levensverzekering. Deze service biedt een continuïteit in het gezinsinkomen, de uitkering van een pensioen, de bescherming van goederen enzovoort. Sinds 1996 treedt ze ook op als bemiddelaar voor plaatselijke bedrijven.

Op internationaal vlak begint de herstructurering van het buitenlands directoraat haar vruchten af te werpen. Dit vertaalt zich concreet in een bijdrage in de winst van 30 % en de opening in China (Shanghai) van een eerste volwaardige vestiging van een Belgische bank. In België begint een eventuele toenadering tussen de KB, de CERA Bank en het Nederlandse ABN/AMRO, ooit nog de verloofde van de Generale, steeds meer vorm te krijgen. De enige maar niet te onderschatten schaduw op dit tafereel : de perikelen van KB Lux en de opsluiting in Brussel van topman Damien Wigny.

ASLK.

Daar waar de ALSK Bank zich bezighoudt met bankverzekeringen, doet haar dochter, de NMKN, aan “verzekeringsfinancieren”. Het verschil tussen de twee ? Het kantorennet van de ASLK legt zich toe op bankproducten en staat in voor de exclusieve verkoop van de verzekeringsproducten van één enkele verzekeraar : ASLK Verzekeringen. Het verkoopnet van de NMKN bestaat daarentegen uit zelfstandige tussenpersonen die meestal erkende makelaars zijn. Naast de producten van één enkele bank, namelijk het Krediet aan de Nijverheid, bieden zij ook verzekeringen van meerdere verzekeraars aan.

Voor de tweede helft van 1996 was een beursintroductie aangekondigd. Fortis gaf er echter de voorkeur aan om haar voorkooprecht uit te oefenen en alle door de Federale Participatiemaatschappij (FPM) aangeboden effecten te kopen. De FPM behoudt echter een minderheidsblokkering (25,1 %) in het kapitaal van de ASLK Bank.

BBL.

De 125 jaar oude BBL zit nog altijd boordevol toekomstplannen. Op nationaal vlak was er de overname van de Banque du Crédit Liégeois (9 agentschappen) en haar intrede als referentieaandeelhouder in de Société d’Epargne et de Financement de Belgique (SEFB), een coöperatieve bank met twaalf vestigingen die een aparte juridische eenheid zal blijven. De buitenlandse opmars wordt voortgezet. De activiteiten buiten Europa leverden in 1996 een bijdrage van 30 % in het geconsolideerde resultaat.

Zal de nieuwe aandeelhouder evenwel hetzelfde beleid blijven voeren ? Sinds eind 1997 is de BBL inderdaad in Nederlandse handen overgegaan. Na vijf jaar getalm is de ING dan uiteindelijk toch over de brug gekomen met een openbaar bod tot omruiling voor de aandeelhouders van de bank. De grote aandeelhouders, Albert Frère inbegrepen, zijn op het aanbod ingegaan. Voor de eerste maal aanvaardt Frère een aanbod waarbij hij niet in contanten wordt betaald. Maar over hem hoeft u zich geen zorgen te maken. De Fransen die hem goed kennen, beweren van hem : “Terwijl wij praten, is hij aan het rekenen”.

BACOB.

Van een onstilbare honger gesproken ! In 1995 verwerft Bacob een derde van het kapitaal van het Landbouwkrediet. In mei 1996 neemt ze Paribas België over en enkele maanden later volgt Paribas Bank Nederland. Doel van dit manoeuvre : de omvang van de groep met een sprong vooruit laten gaan en haar actieveld uitbreiden. Bacob is in de eerste plaats een retailbank en Paribas, die bij de publicatie van deze regels ongetwijfeld al een andere naam zal hebben, richt zich naar de bedrijfswereld. Paribas België vormt tevens een opening naar het buitenland, omdat zij verder zal blijven samenwerken met het internationale net van haar vroegere moedermaatschappij.

Bacob is de bankpijler van de groep ARCO die via de Volksverzekering ook actief is in de verzekeringssector. Bij het begin van het boekjaar nam de Volksverzekering de rechtstreekse verzekeraar Corona over.

CERA.

De eerste bank in België en de derde in Europa om haar bankdiensten via Internet aan te bieden. CERA besliste om al haar agentschappen uit te rusten met self banking zodat het personeel “zich meer aan zijn adviserende taak kan wijden”. Eind 1996 werd een principeovereenkomst gesloten over de verwerving van 80 % van het kapitaal van Indosuez België, inmiddels omgedoopt tot CERA Investment Bank. Het complementaire karakter van de zakenbank Indosuez springt onmiddellijk in het oog. CERA heeft eveneens beslist om een zetel in Nederland te openen en is van plan om hetzelfde te doen in Zwitserland, waar ze in de zomer van 1997 INCA overnam. Deze bank is gespecialiseerd in vermogensbeheer. Ze beheert slechts 3 miljard, maar ja, alle begin is moeilijk.

TONY COENJAERTS

GENERALE BANK VOLGT EEN STRATEGIE MET TWEE ASSEN Geografische diversificatie en concentratie op gespecialiseerde aspecten van het bankbedrijf.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content