KRIJGSHEER-POLITICUS

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Gbargna (Liberia).

GEWAPENDE PÉAGE.

Hoe dichter we de streek van Gbargna, het hart van het gebied dat president Charles Taylor steeds heeft gedomineerd, naderen, hoe grimmiger de gezichten van de knapen-soldaten. We stuiven langs checkpoints, waar militaren de passanten dollars aftroggelen. Ons laten ze gerust, omdat we worden begeleid door senator Keikura Kpoto en zijn gewapende escorte.

Een afspraak met Taylor bleek eerder onmogelijk, maar samen met zakenman Guy Pas trokken we op goed geluk naar Gbanga. Onze verrassingstactiek lukt. Aan de poort van Taylors farm leidt onze komst tot commotie, maar na een half uur duiken in de verte een vijftiental terreinwagens op, nokvol soldaatjes. Ze trekken naar een hoger gelegen punt, dat ze bewaken met hun kalashnikovs en bazooka’s. De president rijdt zelf met zijn gepantserde zwarte Mercedes naar de ontmoetingsplaats, een half afgewerkt huis.

Het machtsvertoon dient niet alléén om bezoekers te imponeren. Liberia kende van 1990 tot 1997 een burgeroorlog, waarbij 35.000 strijders verantwoordelijk waren voor een kwart miljoen slachtoffers. Met de hulp van de voornamelijk uit Nigerianen bestaande troepen van de Economic Community of West African States (Ecowas) werd de vrede hersteld. In 1997 werd Taylor met 75% van de stemmen verkozen tot president. The man who spoiled it should fix it, zongen de kiezers tijdens de verkiezingscampagne. He killed my ma, he killed my pa, I will vote for him.

Tot voor kort was de gewapende oppositie tegen de president, zeker in de grensstreek, nog niet helemaal doodgebloed. Einde april werden de Nederlandse ambassadeur Peter van Leeuwen en een VN-konvooi nog aangevallen door de rebellen van Ulimo K, die kort de macht overnamen in de grensstad Voinjama.

Gefluisterd wordt dat Taylor militaire steun verstrekt aan de rebellen van het Revolutionary United Front, dat het in Sierra Leone opneemt tegen president Kabbah. “Misschien waren er gewezen medestrijders actief in Sierra Leone,” aldus Taylor. “Maar die zogenaamde steun is louter speculatie. De strijdende partijen in Liberia hebben 90% van hun wapens ingeleverd aan de Ecowas-troepen. Waar zouden we het geld halen om de wapentrafieken naar Sierra Leone te financieren? We hebben amper middelen om ons eigen leger uit te rusten. Mag ik erop wijzen dat de RUF niet is uitgerust met kalashnikovs – onze wapens – maar met LAR-geweren, dezelfde als die van Ecowas. De rebellen gebruiken de opbrengsten van de in Sierra Leone gedolven diamanten voor de aankoop van wapens bij de Nigerianen. Hoe ik dat weet? Ik heb vroeger toch zélf dergelijke transacties gedaan met Ecowas-militairen.”

President Kabbah en de rebellen zijn uiteindelijk vorige week tot een principe-akkoord gekomen, zonder Taylors steun onmogelijk. “Dat akkoord vinden ook wij essentiëel, want ons buurland is een destabiliserende factor in heel de regio.”

Sinds enkele weken lijkt Liberia – een land dat in 1847 werd gesticht door vrijgelaten slaven uit de VS – terug te leunen op zijn oude bondgenoot Amerika. Senator Kpoto: “Amerika wil de vrede in Sierra Leone realiseren door de regering Taylor te gedogen, zelfs te steunen. Dat kan enkel als Liberia zich neutraal opstelt in het conflict.”

Trekt Taylor vandaag eerder de Amerikaanse kaart dan – zoals vroeger – de Europese? “Als zelfs Europa voor zijn buitenlandse politiek een beroep doet op de alliantie met Amerika, hoe zou een klein landje als Liberia dan een andere koers kunnen varen,” zegt hij ironisch.

De Amerikaanse houding is onder meer een gevolg van het lobbywerk van de Democraat Jesse Jackson en gewezen staatssecretaris Herman Cohen. Vandaag begrijpen Amerikaanse diplomaten dat enkel de gewezen krijgsheer het land terug zekerheid kan brengen. “Eén individu is niet in staat om stabiliteit te verzekeren,” relativeert Taylor. “We willen de vrede realiseren door de vroegere tegenstanders en de verschillende stammen rond de tafel te brengen. Onze regering is al multi-etnisch samengesteld. We moeten komen tot een multi-etnisch leger. Met de hulp van een westers land (het Verenigd Koninkrijk, zeggen onze bronnen – nvdr) trainen we momenteel elitetroepen, die de orde kunnen handhaven. Recht, veiligheid en wetshandhaving moeten tot verzoening leiden, zoals in Zuid-Afrika. Slechts zo kunnen we het nationaal inkomen rechtvaardig herverdelen.”

Dat laatste is relatief. Momenteel beheert Taylor een overheidsbudget van 61 miljoen dollar (2,38 miljard frank, de helft méér dan in 1998), waarvan 3% wordt gespendeerd aan onderwijs, 6% aan sociale zekerheid en 50% aan veiligheid en defensie. Het land heeft een BNP van 2,6 miljard dollar (101 miljard frank) en de schuld bedraagt 3 miljard (117 miljard frnak). Alleen al in 1993-1996 zouden de krijgsheren zo’n 422 miljoen dollar van de Liberiaanse grondstoffen hebben verkocht “om hun lompenlegers van wapens te voorzien,” aldus de Amerikaanse staatssecretaris William Twadell.

“In 1997 vonden we amper een half miljoen dollar in de schatkist,” getuigt senator Kpoto. De gevolgen zijn schrijnend. De hoofdstad Monrovia is een desperate ruïne. Stukgeschoten geraamtes van uitgebrande overheidsgebouwen zijn de regel. Openbare nutsvoorzieningen (water, gas, elektriciteit, verlichting) zijn onbestaande. Zelfs de telefoondraden tussen de houten palen zijn geplunderd.

Toch is Taylor optimistisch. “Het Westen moet begrijpen dat de wil om de economie en de politiek te veranderen aanwezig is,” stelt hij. “Toen ik aantrad als president, gaven sommigen mij drie tot zes maanden. Welnu: ik zit hier nog altijd. De oppositie en de vroegere militaire tegenstanders werken nu samen, zij aan zij, aan een nieuwe project voor Liberia.”

Hans Brockmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content