Korting op factuur: een gesel voor de fiscus

Wie wordt er beter van de korting die men bij aankoop van ‘schone wagens’ voortaan rechtstreeks ‘op de factuur’ krijgt? De fiscus duidelijk niet.

Wie een personenwagen aankoopt die aan strenge milieueisen voldoet, heeft sedert enige tijd in de personenbelasting recht op een belastingvermindering. Voor de meest ‘propere’ wagens is die gelijk aan 15 % van de aanschaffingsprijs, met een maximum van 4270 euro. Vereist is dat de wagen een CO2-uitstoot heeft van minder dan 105 gram per kilometer. Voor wagens die deze strenge norm niet halen, maar die een CO2-uitstoot hebben van maximaal 115 gram per kilometer, bedraagt de vermindering 3 % van de aanschaffingswaarde, met hier een maximum van 800 euro.

Eind vorig jaar werd daar nog een bijkomende belastingvermindering aan toegevoegd voor dieselwagens die standaard uitgerust zijn met een roetfilter die aan bepaalde milieunormen voldoet. Deze vermindering bedraagt 200 euro.

Nadeel. De beide belastingverminderingen hebben het nadeel dat eigen is aan de meeste belastingverminderingen. Het effect ervan is slechts voelbaar op het ogenblik dat de belasting wordt ingekohierd. Dat is in het beste geval binnen het jaar; maar in het slechtste geval kan dit meer dan twee jaar duren. Men moet dus eerst de volle pot betalen, en krijgt het voordeel slechts later terug, in de vorm van een terugbetaling van belasting, of in de vorm van een vermindering van het bij te betalen belastingbedrag.

Om dit nadeel weg te werken, werd enkele maanden geleden op de bijzondere ministerraad in Leuven beslist, dat de beide belastingvoordelen voortaan rechtstreeks als een ‘korting op de factuur’ worden toegekend. Dit betekent dat de autodealer het bedrag van de vermindering mag aftrekken van de aankoopprijs. Hij krijgt dat bedrag dan nadien vanwege de fiscus terug.

Slachtoffer. De idee van een rechtstreekse ‘korting op de factuur’ is uiteraard uitstekend. In plaats dat de belastingplichtige het belastingvoordeel pas geniet op het ogenblik van de afrekening van de personenbelasting, geniet hij het voordeel nu onmiddellijk bij de aankoop. Het stimulerend effect van de maatregel is daardoor groter.

Maar de administratie dreigt nu het slachtoffer te worden. Zij moet immers een systeem organiseren waarin de korting op de factuur liefst zo snel mogelijk kan worden terugbetaald aan de verkopers van de auto’s. Zo’n systeem bestaat vandaag niet. Er is vandaag geen enkele andere belastingvermindering die rechtstreeks aan de bron wordt toegekend. Het stelsel moet dus uitgevonden worden. Veel tijd heeft men niet. Uiterlijk tegen 1 juli van dit jaar moet het stelsel operationeel zijn.

Voor een administratie die haar gewone werk al zo moeilijk rond krijgt, betekent zo’n nieuwe regeling niets dan last.

Procedure. Men mag daarbij niet vergeten dat het probleem niet opgelost is door een of andere vorm van terugbetaling te organiseren. Men moet ook de procedure regelen voor het geval er betwistingen ontstaan. De bestaande fiscale procedures zijn daarvoor totaal ongeschikt. Zij kennen geen betwistingen over verminderingen die aan een handelaar moeten worden terugbetaald. De wetgever heeft daarom, naast de gewone fiscale procedure, een aparte procedure moeten instellen voor het geval dergelijke betwistingen in de toekomst opduiken.

Die komt erop neer dat de handelaar die een klacht omtrent de terugbetaling van een verleende korting meent te hebben, zal kunnen aankloppen bij een nieuw op te richten administratieve instantie. Met dien verstande dat men niet verplicht zal zijn deze weg te volgen. Men zal, als men wil, de betwisting onmiddellijk kunnen voorleggen aan de rechtbank.

Waard. Vraag is of het sop de kool waard is. Ter herinnering: de belastingvermindering voor een roetfilter bedraagt slechts een schamele 200 euro. De (andere) belastingvermindering voor ‘schone wagens’ is weliswaar ruimer. In het beste geval kan zij, zoals gezegd, oplopen tot 4270 euro. Maar daarvoor is dan wel vereist dat men een auto kiest die aan de strengste milieunormen voldoet en dat de wagen meer dan 28.466 euro kost. In de meeste gevallen zal de belastingvermindering ook hier eerder bescheiden zijn.

Dus blijft de vraag of dit allemaal wel de moeite waard is om daarvoor een volledig nieuwe administratieve organisatie uit de grond te stampen.

Een suggestie voor de nieuwe regering wanneer zij – voorspelbaar – opnieuw op zoek zal gaan naar nieuwe fiscale maatregelen: hou elke maatregel tegen het licht, niet alleen van de wettigheid, de non-discriminatie en de opbrengt; maar vergeet vooral de ‘doenbaarheid’ niet.

Niet alleen de Belgische belastingadministratie krijgt tegenwoordig bakken kritiek te slikken. Ook de Nederlandse fiscus krijgt het vandaag zwaar te verduren. Een van de oorzaken voor de malaise, zo heeft men bij onze noorderburen inmiddels ontdekt, is dat de fiscus geconfronteerd en opgezadeld wordt met allerhande maatregelen en taken die hij nauwelijks tot een goed einde kan brengen. De ‘korting op factuur’ is daar – wat de Belgische fiscus betreft – me dunkt een goed voorbeeld van.

De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog.

Jan Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content