Koelen de Aziatische vuurhaarden af?

Tussen Noord- en Zuid-Korea neemt de spanning af, in Taiwan bestaat gevaar op confrontaties met China. Maar nergens is het gevaar voor escalatie zo groot als in het conflict tussen India en Pakistan.

Azië is een kruitvat. In wapenaankopen voert het de hele wereld aan. Het beschikt met India en Pakistan over de twee enige openlijke kernmachten, naast de club van de zogenaamde Permanent Five. Het omvat ook één land dat op de drempel van het nucleaire tijdperk staat, Noord-Korea, en twee virtuele kernlanden – Japan en Taiwan – die makkelijk over de rode lijn kunnen stappen als ze dat willen.

Korea

Van al die broeihaarden is het Koreaanse schiereiland het minst van aard om te ontvlammen. Gedurende acht jaar volgden Kim Jong-il van Noord-Korea en zijn communistische leger een strategie van chantage – bijstand zonder hervormingen – tegenover Zuid-Korea, Japan en Amerika. Na een topontmoeting met de Zuid-Koreaanse president Kim Dae-jung in juni 2002 kroop Kim Jong Il opnieuw in zijn schelp zonder iets in ruil te geven voor de vriendschappelijke hand die naar hem uitgestoken werd.

Maar nu zit er verandering in de lucht. In juli 2002 ging het Noorden voor de eerste keer in de geschiedenis zo ver dat het zich ‘verontschuldigde’ bij het Zuiden voor een schermutseling op zee. In Noord-Korea zijn de landbouwprijzen gestegen, kleine boerenmarkten schieten als paddestoelen uit de grond en Kim heeft zelfs het startschot gegeven voor de aanleg van een speciale handelszone. In de zomer van 2002 bezocht de Japanse eerste minister Junichiro Koizumi Pyongyang en al snel kwam een aantal vredesinitiatieven, waaronder het herstel van de spoorweg tussen Noord- en Zuid-Korea, op gang. Het beeld werd enkel verstoord door Kims bekentenis in oktober 2002 dat hij was blijven voortwerken aan een atoombom. Desondanks is een verdere toenadering in 2003 best mogelijk. Een herenigd Korea behoort nu tot de mogelijkheden, zij het niet voor volgend jaar.

Taiwan

Voor Taiwan is een dergelijke koers onwaarschijnlijk. Meer zelfs, daar bestaat wel degelijk een gevaar voor confrontaties. De wapenaankopen van China en de opstelling van zijn troepen zijn toegespitst op het eiland. Daarmee wordt de eis op hereniging, die voorop staat in China’s internationale agenda, ondersteund. Nog niet zo lang geleden gaf de voormalige president van Taiwan, Lee Teng-hui, blijk van een zekere aanleg om de leiders in Peking te provoceren tot onstuimig machtsvertoon, dat zich daarna prompt tegen hen keerde. Nu begrijpen ze hoezeer dat hun zaak schade heeft toegebracht. Dezer dagen volgen ze dan ook een meer samenhangende politiek, die erin bestaat de Taiwanese maatschappij te overstelpen met winstgevende contracten en tegelijk toch een dreigende militaire houding aan te nemen.

India en Pakistan

Nergens is het gevaar voor escalatie zo groot als in het conflict tussen India en Pakistan. Op één generatie tijd hebben beide landen elkaar met oorlog bedreigd: in 1990 om Kasjmir, in 1999 naar aanleiding van het Kargil-incident, en in 2002 na het bombardement op het Indiase parlement. De derde keer was het echt kantje boord. In april 2002 begon India aan de grootste ontplooiing van conventionele strijdkrachten sinds de oorlog van 1971 en dreigde het met actie binnen de Pakistaanse grenzen. Onder druk van de Verenigde Staten gaf de Pakistaanse president, generaal Pervez Musharraf, zo goed als toe dat het gebruik van atoomwapens geen optie was en haalde hij bij de activisten in Kasjmir de teugels aan. De geest ging terug in de fles. Maar in tegenstelling tot Korea en Taiwan bestaat er geen reëel vooruitzicht op een blijvende regeling over Kasjmir.

De aanval van Al-Qaeda op New York was erop gericht chaos te scheppen in de islamitische gemeenschappen in Azië en hen ertoe aan te zetten om in opstand te komen tegen hun overheersers. Het gevreesde oproer is er echter niet gekomen. Nergens in Zuidoost-Azië zijn de islamitische massa’s opgestaan en dat zal ook in 2003 niet gebeuren. Generaal Musharraf zal in Pakistan de touwtjes stevig in handen houden. Een duivels bondgenootschap van staten, waaronder Rusland en China, heeft zich thans verenigd rond één doel: de rebellenbewegingen uitroeien. De Asean-landen zijn begonnen aan een proces van militaire samenwerking en uitwisseling van inlichtingen, waarbij ook de Verenigde Staten en Japan betrokken zijn.

François Godement [{ssquf}]

De auteur werkt aan het Institut Français des Relations Internationales.

2003

Nergens in Zuidoost-Azië zijn de islamitische massa’s opgestaan en dat zal ook in 2003 niet gebeuren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content