‘Kmo’s moeten hun financiering diversifiëren’

Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

De kredietverlening aan ondernemingen is de jongste jaren fundamenteel veranderd: banken zijn strenger, bedrijven moeten zich beter voorbereiden en kredieten worden duurder. En het ziet er niet naar uit dat de goede, oude tijd nog terugkomt.

Een kredietaanvraag is niet meer wat ze geweest is. Zonder goed gestoffeerd dossier kom je er niet meer. “De maturiteit van de ondernemingen is fors gestegen. Ze hebben de jongste jaren duidelijk geïnvesteerd in meer financieel professionalisme”, stelt Luc Truyens vast. Truyens is bij ING België verantwoordelijk voor de bankrelaties met de midcorporate klanten, zeg maar de vele Vlaamse familiebedrijven met een omzet tussen 4 en 250 miljoen euro.

ING profileert zich sinds kort met de lancering van een instantkrediet. Maar de bank adviseert zijn klanten in de eerste plaats om naast het klassieke bankkrediet ook op zoek te gaan naar alternatieve financieringsbronnen. De vraag is hoe kmo’s, voor wie de kapitaalmarkt of bedrijfsobligaties buiten de mogelijkheden vallen, dat moeten aanpakken? Luc Truyens, general manager midcorporates en institutionals, en Patrick Beselaere, CEO lease & commercial finance ING België, geven een antwoord.

Soepel kun je de kredietverstrekking nog altijd niet noemen. Zullen de kapitaaleisen waarin is voorzien in het geplande nieuwe regelgevende kader (Basel III) niet leiden tot een verdere verstrakking?

LUC TRUYENS. “Basel III is strenger in de beoordeling van wat eigen middelen zijn. Dat leidt tot hogere kapitaalkosten voor de banken. Er worden ook striktere leverageratio’s geïnstalleerd waardoor je als bank beter je balans moet beheren. En de liquiditeitspositie wordt een belangrijker parameter.

“Toch denk ik dat die elementen geen grote invloed zullen hebben op de kredietverlening in de Belgische markt. ING België zal, net als de andere Belgische banken, iets meer middelen moeten reserveren om aan kredietverlening te doen. Het betekent dat de kredietverstrekking iets duurder wordt. Maar ik verwacht niet meteen een kredietschaarste of beschikbaarheidproblemen, hoogstens een verhoging van de kostprijs. Vanuit historisch perspectief is dat geen ramp: België was in het verleden altijd een goedkope markt voor krediet.

“Door de nadruk op het liquiditeitsaspect bij Basel III denk ik dat de banken ook zullen aansturen op kortere looptijden. Misschien zullen ze liever werken met voorschotten die verlengd moeten worden? Op die manier kan een bank haar liquiditeitspositie beter beheren.”

Basel III zou de kaskredieten duurder maken. Klopt dat?

TRUYENS. “Basel III bestraft een aantal producten, onder meer die waarbij de bank een kredietlijn opent en het een onderneming vrij staat wel of niet geld op te nemen. Kaskredieten zijn daarvan een bekend voorbeeld. Voor zulke kredietlijnen heeft een bank veel eigen middelen nodig, en ik verwacht dan ook dat de prijs ervan zal stijgen.”

Heel wat Vlaamse bedrijven doen een beroep op kaskrediet. Zij zullen dit niet graag zien gebeuren.

PATRICK BESELAERE. “Daarom adviseren wij onze klanten nu al om proactief uit te kijken naar alternatieven. Bedrijven moeten trachten hun financieringsbronnen te diversifiëren. Het alternatief voor een kaskrediet kan factoring zijn, waarbij je cash genereert op basis van een onderliggend actief, met name de vorderingen op de debiteuren.

“Wij bekijken vooral de activazijde van de balans, en wat daar de mogelijkheden zijn. De materiële vaste activa bijvoorbeeld kun je met leasing financieren, of als ze al in de boeken staan via een sale-and-lease-backconstructie in cash omzetten. De jongste maanden hebben heel wat bedrijven van die techniek gebruikgemaakt. Eigenlijk vormen de vaste activa een verdoken reserve, die kun je liquide maken om door de crisis te komen of om strategische acquisities te doen. Terwijl een bedrijf vroeger gewoon naar de bankier stapte met de vraag om een overbruggings- of overnamekrediet.”

Kmo’s zitten nu eenmaal graag op zo’n verdoken reserve. Die maken ze niet graag liquide.

BESELAERE. “Dat is een heel conservatieve manier van denken. Twintig jaar geleden was er ook niemand in Vlaanderen die aan onroerende leasing deed. De Angelsaksische multinationals hebben het voorbeeld gegeven. Ze hadden de gebouwen en machines wel nodig, maar ze wilden er hun kapitaal niet in steken. Terwijl de Vlamingen op dat moment absoluut wilden werken in een fabriek waar alles van hen was.

“Steeds meer bedrijven staan open voor leasing. Kmo’s zien in dat het bijkomstig is of je al dan niet eigenaar bent van je fabriek. Bovendien bouw je via leasing wel degelijk zakelijke rechten op: op het einde van de rit bestaat de mogelijkheid om eigenaar te worden. Ook andere vormen van commercial finance zoals factoring, debiteuren- en incassobeheer, kredietverzekeringen, enzovoort zitten in de lift.”

Wij horen nogal wat wrevel over factoring. Ik was onlangs bij een kleine kmo die vertelde dat zijn factoringmaatschappij 70 procent van de facturen weigerde. De 30 procent die ze aanvaardde, waren zulke goede betalers dat de kmo er eigenlijk geen factoring voor nodig had.

BESELAERE. “Alles heeft te maken met het type bedrijf en de sector waarin het actief is. In de bouwsector bijvoorbeeld is er een heel hoge performance risk. Je kent dat wel: de deur zit verkeerd of de dakgoot hangt af. Dat maakt het ook voor ons moeilijk om 100 procent zeker te zijn of die factuur betaald zal worden. In zo’n branche kun je met factoring niet heel ver gaan. Dat ligt anders bij bedrijven met een klassieke productie of dienstverlening.”

TRUYENS. “Er komt natuurlijk ook een onderhandelingsaspect bij kijken. Je gaat immers een partnership aan. Samen screen je de debiteurenportefeuille, en daarover maak je afspraken. Een bedrijf met sterke debiteuren heeft een bepaalde waarde in handen. Omgekeerd: als een factoringmaatschappij 70 procent van de facturen afwijst, moet dat voor de onderneming in kwestie een belangrijk signaal zijn. Het aantal wanbetalingen loopt echt nog niet terug. Debiteurenrisico blijft een zwaar risico.”

Waarom doen er dan zo weinig bedrijven aan factoring?

BESELAERE. “Wij schatten dat er drie- tot vierduizend van de 250.000 vennootschappen in België aan factoring doen. Iets meer dan 1 procent, zoiets. Dat is heel beperkt. België loopt flink achterop, zeker tegenover de Angelsaksische landen maar ook tegenover Frankrijk en Nederland.”

TRUYENS. “De Belgische banken hebben in het verleden minder aandacht besteed aan factoring, omdat iedereen toch genoeg cash had. Vandaag is de context anders. De financiële crisis heeft meer onzekerheid gebracht. De bankier stelt meer vragen, de waarborgen worden onzekerder. Wat is een pand-handelsfonds nog waard? Als bankier is het gemakkelijker om asset based financiering toe te staan, omdat je weet dat er onderliggende vorderingen zijn en je de waarde ervan kunt bepalen. Het laat je toe iets verder te gaan in de kredietverstrekking. Bij een gewoon krediet wordt een debiteurenportefeuille tegen maximaal 50 procent gewaardeerd. Bij commercial finance kun je die waarde opdrijven.”

U verklaarde onlangs dat de kredietaanvragen van kmo’s bij ING België groeien. Die trend wordt niet bevestigd door de macro-economische cijfers.

TRUYENS. “Wij merken enkele duidelijke groeipolen: projecten voor groene energie, uitgestelde investeringen die weer opgenomen worden, vastgoed, Belgische bedrijven die investeren in het buitenland, en er is opnieuw meer overnamefinanciering. Dat zijn misschien maar een aantal zwaluwen in de lucht, maar ze zijn er wel. Ik maak me sterk dat we een positieve trend beleven die zich zal doorzetten.”

En toch hoor ik nog heel wat kleine bedrijven klagen dat ze het zo moeilijk hebben, terwijl hun bankier zo moeilijk doet. Ook de faillissementscijfers blijven pieken.

TRUYENS. “Bepaalde sectoren blijven achter, dat is zo. Maar de toevoer van moeilijke dossiers vermindert. ING neemt dit jaar al aanzienlijk minder provisies dan vorig jaar. Maar u hebt een punt: waar het slecht blijft gaan, is bij de heel kleine ondernemingen. De eenmanszaak heeft het hard te verduren gehad.”

BESELAERE. “Veelal zijn dat bedrijfjes die afhankelijk zijn van een beperkt aantal klanten die slecht hun debiteuren opvolgen en minder financiële middelen hebben. Zij zijn gewoon de kwetsbaarste groep. Dat merken we ook in autoleasing. Een klein bedrijfje, één auto, iemand die altijd perfect betaalde en plots failliet gaat. Van de ene dag op de andere is er geen geld meer in kas omdat die ene klant afgehaakt heeft.”

TRUYENS. “In het algemeen hebben de Belgische ondernemingen nochtans snel en goed gereageerd op de crisis. Ze zijn direct op de rem gaan staan en hebben hun kosten substantieel verlaagd. Maar in sommige sectoren waren er omzetdalingen tot 60 procent. Dan mag je nog snel reageren. Op zulke momenten stelt zich maar één vraag: zijn er voldoende financiële buffers? Dat is wat vandaag het verschil maakt tussen de bedrijven die al uit de crisis zijn en degene die nog moeilijkheden ondervinden.”

patrick claerhout

“Ik verwacht niet meteen een kredietschaarste, hoogstens een verhoging van de kostprijs” Luc Truyens

“Het aantal wanbetalingen loopt echt nog niet terug. Debiteurenrisico blijft een zwaar risico” Luc Truyens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content