Kleine merken worden groot

Na moeilijke crisisjaren denkt het Belgische designmerk Vincent Sheppard weer aan groei. Daarvoor haalde het Jos Destrooper binnen als CEO. Hij wordt ook voor de helft eigenaar.

We hebben een fantastisch product, maar ook fantastische producten kennen ups en downs”, zegt Coralie Claeys, de CEO van het designmerk Vincent Sheppard. Ze zegt het met een zucht van opluchting. De crisisjaren, met een omzetdaling van 30 procent, zijn achter de rug, en er wordt opnieuw gedacht in termen van groei. Over die grote sprong voorwaarts heeft ze nachten wakker gelegen. Uiteindelijk heeft ze de knoop doorgehakt en haalde ze met handelsingenieur en Vlerick-boy Jos Destrooper de professionele versterking in huis waar ze al een tijd van droomde. “Eindelijk kan ik me helemaal toeleggen op wat ik het liefst doe: productontwikkeling en innovatie”, zegt ze.

Destrooper — geen lid van de koekjesfamilie Destrooper — zorgt voor versterking op twee niveaus. Hij stapt niet alleen in als CEO maar ook als aandeelhouder met een 50-procentbelang. Hij ziet veel groeimogelijkheden: “Dit merk heeft internationaal nog een enorm potentieel. Onze groei loopt via innovatie. Dit huis heeft altijd mooie producten op de markt gebracht. In vergelijking met twintig jaar geleden ziet het aanbod er misschien hetzelfde uit, maar de verandering is enorm.”

Vincent Sheppard maakt meubelstukken volgens het Lloyd Loom-procedé, een Amerikaanse uitvinding van 1917 om zitmeubelen te maken van geweven papier. Het was ontzettend populair in de jaren zestig, maar daarna wat weggedeemsterd. In 1992 besloot de Kortrijkse ondernemer Vincent De Schaepmeester de techniek opnieuw te lanceren en te integreren in een designmeubel. Hij noemde zijn bedrijf Vincent Sheppard. De Cennini Holding van de familie Claeys nam het in 2002 over. Dertien jaar later is het meubelmerk wereldwijd marktleider. Het maakt zo’n 50.000 meubelstukken per jaar.

De wereld rond

Intussen beperkt de collectie van Vincent Sheppard zich al lang niet meer tot zitmeubelen. “We hebben nu ook tafels en accessoires, tot en met verlichting. Het helpt allemaal om het basisproduct beter te positioneren, sterker te maken en beter te commercialiseren in een lifestyleconcept”, oordeelt Destrooper.

De meubels worden sinds de jaren negentig gemaakt in een eigen fabriek op het Indonesische eiland Java. Via distributeurs en een netwerk van 400 speciaalzaken gaat het de hele wereld rond. “In de Verenigde Staten is het groeipotentieel enorm, maar dat geldt eigenlijk voor elk land waar we aanwezig zijn”, zegt Jos Destrooper. “Niet alleen de private markt is belangrijk, de projectmarkt is dat evenzeer. Architecten helpen onze producten aan te bevelen in de meest prestigieuze hotels.”

Karel Cambien

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content