Kiwimodel: ideale weg naar goedkopere geneesmiddelen of doodgraver van jobs en onderzoek?

Roeland Byl redacteur bij Trends

Nieuw-Zeeland wist de uitgaven aan geneesmiddelen te rationaliseren via een model dat referentieprijzen combineert met een veilingsysteem van openbare aanbesteding. Minister Rudy Demotte (PS) buigt zich over een Belgische versie van dat ‘kiwimodel’. Stevenen we af op een harde confrontatie tussen de minister en de tegenstribbelende farmasector?

Het einde van het jaar is in zicht. Tijd om goede voornemens te maken. Op het kabinet van minister voor Sociale Zaken Rudy Demotte (PS) loopt dat niet anders. Zo polst dezer dagen kabinetschef Renaud Witmeur de geneesmiddelenindustrie over 2006. Inzet van dat gesprek is een dilemma: het behoud van de omzetbelasting of een prijsverlaging van de geneesmiddelen. Het budget op Sociale Zaken in de gaten te houden, vergt immers een strikte opvolging van het geneesmiddelenbudget.

Witmeur en zijn minister kunnen zich bij die besprekingen eventueel laten inspireren door een petitie die op 21 december 2005 op het kabinet werd afgegeven. De handtekeningen van ruim 100.000 sympathisanten werden verzameld door huisarts Dirk Van Duppen, sinds jaar en dag de pleitbezorger van het kiwimodel. Nieuw-Zeeland wist de uitgaven aan geneesmiddelen te rationaliseren via een model dat referentieprijzen combineert met een veilingsysteem van openbare aanbesteding. Van Duppen en zijn medestanders propageren dit kiwimodel als oplossing voor de financieringsproblemen in onze ziekteverzekering.

Geen klakkeloze kopie

Als het van minister Demotte afhangt, zit een klakkeloze invoering er nochtans niet meteen aan te komen. Eind vorige week reageerde hij op het rapport van enkele senatoren die begin maart naar Nieuw-Zeeland trokken om de voordelen van het kiwimodel te onderzoeken. Demotte beklemtoont dat de Belgische context verschilt van die in Nieuw-Zeeland. Ons systeem zou volgens de minister bovendien het betere van beide zijn. Hij verwijst daarvoor naar het rapport dat de senatoren presenteerden. Daarin staan niet enkel de bevindingen van de senatoren, maar ook een verslag van de onafhankelijke gezondheidseconoom David Larmuseau. Hij onderzocht of Nieuw-Zeeland als model kan dienen voor het toekomstige geneesmiddelenbeleid in België.

De minister besluit dus van niet. “Wij werken wel aan een Belgische variant van het kiwimodel,” stelt hij. Volgens de woordvoerder van de minister is het Koninklijk Besluit over hoe de publieke aanbesteding bij ons kan worden georganiseerd al bijna klaar. Dat spruitjesmodel is enkel van toepassing op geneesmiddelen waarvan het octrooi al is vervallen.

Uiteraard zijn de leveranciers van generische geneesmiddelen op de Belgische markt helemaal niet gelukkig met deze piste. Zegt Ruud Van Anraat, voorzitter van de beroepsvereniging Febelgen en algemeen directeur van Teva: “In theorie klinkt het misschien mooi, maar eigenlijk ontneemt een veilingsysteem de ademruimte aan die groep ondernemers, die voor de grootste besparing zorgen. De dynamiek van de generische geneesmiddelenmarkt – vandaag goed voor 10 % van het geneesmiddelenverbruik in België – wordt in de kiem gesmoord. Dat leidt enkel tot logistieke problemen, moeilijkheden met therapietrouw en geeft uiteindelijk aan de merkproducenten de mogelijkheid om de markt in handen te houden. En we weten allemaal dat monopolies tot hogere prijzen leiden. Het zou veel beter zijn om de markt te laten spelen.”

Eén rapport, twee meningen

Voor de regering het kiwimodel à la belge goedkeurt, verdient het rapport van de senatoren misschien een tweede lezing. Het is immers eigenaardig dat Dirk Van Duppen uit hetzelfde rapport heel andere dingen concludeert dan minister Demotte. Volgens de Antwerpse huisarts toont het rapport net dat het kiwimodel een interessant alternatief biedt om de kosten in de ziekteverzekering te beperken.

“Het rapport weerlegt de angstreflex dat het kiwimodel de werkgelegenheid hier zou bedreigen,” meent Van Duppen. “Het merendeel van de geneesmiddelen die in België worden geproduceerd zijn bestemd voor de buitenlandse markt. Uiteindelijk hangt de beslissing om te delokaliseren veel meer af van andere factoren – zoals het loonbeleid. Dat schrijft Larmusseau ook.”

Werkgelegenheid is een wapen van de farmalobby. Een van de belangrijke verschillen tussen Nieuw-Zeeland en België is inderdaad het aantal werknemers in de farmaceutische nijverheid. Zo’n 25.000 werknemers in België hangen van de geneesmiddelenindustrie af. In Nieuw-Zeeland zijn dat er slechts 600. Door de kleine winstmarges zou er ginds bovendien nauwelijks geld zijn voor onderzoek. In België ligt dat anders en is de geneesmiddelenindustrie een van de pijlers van de kenniseconomie. Al is het aantal bedrijven dat hier ook effectief onderzoek doet een pak kleiner dan de groep ondernemingen die enkel hun geneesmiddelen importeren. Een tegenstelling die overigens ook binnen de beroepsvereniging Pharma.be voor grote onenigheid zorgt, zoals onlangs nog bleek toen voorzitter Luc Vermeersch opstapte.

Innovatie of niet?

Tegenstanders kunnen in het rapport van Larmuseau echter ook lezen dat het aanbod innovatieve geneesmiddelen in Nieuw-Zeeland merkelijk lager ligt dan bij ons. “Nonsens,” reageert Dirk Van Duppen. “Daar gaat het nu net om. Er bestaan te weinig innoverende geneesmiddelen, veel van de zogenaamde innovaties zijn slechts me too-varianten zonder echte meerwaarde. In Nieuw-Zeeland zijn alle belangrijke vernieuwingen even snel of zelfs sneller ingevoerd dan bij ons. Alleen vertroebelt in de statistieken het beeld door een heleboel producten zonder echte meerwaarde.”

Jacques Germeaux (VLD), een van de senatoren die in maart meereisde, is het daarmee alvast eens. “Veel innovaties van de jongste jaren waren in de eerste plaats juridisch spitsvondig, maar brachten medisch weinig meerwaarde,” stelt hij. De grootste verdienste van het kiwimodel ligt volgens hem in de volledige ommekeer die Nieuw-Zeeland bewerkstelligde in zijn gezondheidszorg. Zo krijgt de sterke ontwikkeling van de huisartsengeneeskunde en eerstelijnszorg ginds goede punten. Zegt Germeaux: “De overheid heeft er op korte tijd een totaalvisie weten implementeren en houdt de eindbeslissingen in eigen handen. Bij ons zijn de bevoegdheden zo verdeeld, dat vele actoren hun deel opeisen en het uiteindelijke resultaat onbevredigend is voor iedereen. De kracht van het kiwimodel is dat een overheid haar rechten als consument opeist, tenslotte betaalt zij ook het grootste deel van de rekening.”

eXtra informatie op www.trends.be

Het rapport van de senatoren en het commentaar van Dirk Van Duppen op het onderzoek van Larmuseau vindt op www.trends.be.

Roeland Byl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content