Kip per kilo

Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

Wie in België kippenkweker wil worden, moet over stalen zenuwen beschikken. Eind vorig jaar zakte de prijs van het Belgische kippenvlees naar een historisch dieptepunt: 19 frank per kilo. Intussen zijn de prijzen weer wat opgeveerd, al blijft de onzekerheid duren. Eric Van Meervenne en François Van Loon, zaakvoerder van respectievelijk de kippenbedrijven Van Meervenne en Willem Spoormans, hebben intussen leren leven met die onzekerheid: “In België is niets zo veranderlijk als het weer en de prijs van de kippen.”

In de stal kakelen duizenden kippen. Gretig pikken de drie weken jonge beestjes in de computergestuurde voederpannen. “De vorm en de diepte van die voederpannen vergen jaren onderzoek. Als mijn 190.000 kippen elke dag één gram morsen, betekent dat een kapitaal op jaarbasis. Dat behoort allemaal tot het management van een kippenkweker. Iedereen kan kippen houden en een stal beheren. Maar de echte kracht steekt in de kleine details. Je moet de computer juist instellen, zo weinig mogelijk voeder geven. Weten hoeveel kubieke meter lucht je per kilo vlees laat ventileren. Daarmee kan je je als goede kweker onderscheiden.”

Goedkeurend kijkt Eric Van Meervenne naar zijn kippen. In 1981 startte de man in Peizegem bij Merchtem met de kweek van het gevogelte. De boerenstiel kreeg hij met de pap ingelepeld, de ouders runden een boerderij in het Waasland. Eric Van Meervenne startte als jonge twintiger weliswaar in een kantoor. Maar na enkele jaren hield hij het daar voor bekeken. “Ik wou mijn eigen zaak uitbaten. En vanaf het begin heb ik gemikt op kippen. Ik heb altijd geloofd in specialisatie. Alleen wie zich concentreert op één product, kan iets 100% goed doen.”

Negentien frank per kilo

Eric Van Meervenne koos meteen voor de grotere aanpak. In zeven stallen werden 100.000 kippen gekweekt. In 1986 werd het aantal naar 190.000 opgedreven, met per kuikenplaats een investering van 400 frank. Het brengt het totale aantal kippen per jaar, na iets meer dan vijf kweekcycli, op bijna 1 miljoen. Het Mestactieplan ( Map) maakt verdere uitbreiding onmogelijk. “Ik heb van bij de start geopteerd voor een voldoende schaalgrootte. De veevoederindustrie is machtig, maar door ons grote volume staan we sterker bij het bepalen van onze prijzen.”

Bij drie fabrikanten koopt Eric Van Meervenne zijn veevoeder. Aan vier slachthuizen levert hij de braadkippen. Het levert de familiale bvba Van Meervenne een omzet die jaarlijks schommelt rond 50 miljoen. “De druk op de marges is fel toegenomen. Het hele kweekproces is ook veel technischer en wetenschappelijk verfijnder geworden. Maar kippen kweken blijft een winstgevende activiteit. Het nadeel zijn de sterke prijsschommelingen in onze sector.”

Een blik op

de grafiek Marktprijzen Deinze wijst op het grillige verloop van de prijs voor kippen. In juni 1997 haalde het gevogelte op de pluimveemarkt in Deinze, die dient als maatstaf voor de prijsstelling in België, een uitzonderlijk hoge score, met 39 frank per kilo. In december vorig jaar slonk de prijs naar een absoluut dieptepunt: 19 frank per kilo. De kwekers verkochten met andere woorden met verlies: want het break-evenpunt bedraagt 28 frank per kilo. De producenten dekken zich weliswaar enigszins in door prijsgarantiecontracten: 95% van de markt wordt op die manier geregeld.

Hygiënischer dan een operatiekamer

“Er is in België niets zo veranderlijk als het weer en de prijs van de kippen,” weet François Van Loon, gedelegeerd bestuurder van de nv Willem Spoormans. Het bedrijf is in eigen land de grootste producent van vleeskuikens, goed voor een marktaandeel van een derde. “Voorlopig hebben we opnieuw betere prijzen. Een kilo kip kost 33 frank. Maar het kan best dat we hervallen in lagere marktprijzen,” klinkt François Van Loon voorzichtig.

Met een kwarteeuw ervaring, is de man sterk vertrouwd met een bij uitstek vluchtige sector. Sinds 1973 staat François Van Loon mee aan het roer van de nv Willem Spoormans. Het bedrijf, met hoofdzetel in Arendonk, is een schoolvoorbeeld van de dynamische Vlaamse kmo, die uitgroeit tot een middelgrote Europese speler.

Al vóór de Tweede Wereldoorlog is Willem Spoormans als pluimveehouder aan de slag in de Kempense gemeente. In 1948 start hij een eigen broederij, die vandaag nog steeds in Arendonk is gevestigd. Maar de productie werd massaal opgedreven naar een capaciteit van 4 miljoen eieren. Bovendien verloopt ze volledig computergestuurd. Het bedrijf beschikt over de Nederlandse certificering Integrale Ketenbeheersing ( IKB). “Wekelijks laten we de hygiëne in Arendonk meten. Onze kiemgetalbepaling, dat is het aantal bacteriën per vierkante centimeter, bedraagt 0,8. Dat is properder dan een operatiekamer,” klinkt François Van Loon trots.

Naast de broederij

in Arendonk, beschikt de nv Willem Spoormans over twee veevoederbedrijven, in Roeselare en Schoten. Er wordt samengewerkt met 300 kwekers. “Spoormans coördineert het aanbod van de kwekers, en verkoopt het aan de slachthuizen,” duidt François Van Loon de functie. Wekelijks brengt de onderneming 1,3 miljoen kuikens op de markt; daarvan gaat een half miljoen naar het eigen slachthuis, de nv Van Hoey in Temse. De opbouw tot een ver doorgedreven verticale kolom leidde bij Spoormans het voorbije decennium tot een felle groei. In 1988 werden wekelijks 400.000 braadkippen aangevoerd en bedroeg de geconsolideerde omzet 1,2 miljard. In 1997 klom die omzet naar 5,9 miljard frank, door 45 werknemers gemaakt. En voor 1998 wordt zelfs gerekend op een omzet van 6,5 miljard frank. Het bedrijf is nog steeds in handen van vijf familiale aandeelhouders.

Russen eten geen kip meer

Zelfs in het slechte jaar 1998 liet Spoormans nog een omzetgroei met een half miljard frank optekenen. Toch heet de baisse op de markt “historisch laag.” Diverse oorzaken verklaren de scherpe prijsdaling. Er was de traditionele daling van de vraag in de winter. Kip is een bij uitstek seizoensgebonden product, dat vooral in de zomer scoort als smaakmaker voor koude bereidingen en barbecues. In de winter opteert de consument voor het duurdere wild en kalkoen.

Maar vooral Rusland bepaalde de neerwaartse druk op de markt. Toen vorig jaar half augustus de Russische economie ineenstuikte, viel ook de export van kippenvlees stil. Volgens het vakblad Poultry International groeide Rusland het voorbije decennium immers tot de belangrijkste invoerder van kip wereldwijd. Voor 1998 werd 1,2 miljoen ton begroot, waarmee het land van Jeltsin een derde van de wereldwijde export verorbert. Die uitvoer viel door de crisis grotendeels stil. Maar de Europese Commissie gaf de Europese producenten half november 1998 een krachtige ruggensteun. Een quotum van 42.000 ton werd vrijgemaakt, mét een restitutie van 20 euro per 100 kilo. De hulp zorgde meteen voor een fikse prijsstijging op de markten. Maar de Europese pot was half januari al opgesoupeerd. “De markt heeft de Europese maatregel goed geabsorbeerd. Maar ik ben zeer voorzichtig,” waarschuwt François Van Loon.

Kentucky Fried Chicken in België

Is die behoedzame optiek terecht? De consumptie van kip steeg het voorbije decennium wereldwijd jaarlijks met gemiddeld 4,4%. Zes miljard mensen verorberen jaarlijks elk 9,5 kilo kip. Voor België kleurt het plaatje nog rozer. In 1980 at de Belg 11,3 kilo vlees per jaar; in 1997 klom dit gewicht naar 18,5 kilo, berekende het Centrum voor Landbouweconomie.

“Er is een zeer duidelijke trend naar wit en mager vlees. Kip is goed en gezond, de consument wantrouwt het rode vlees,” analyseert Jacques Viaene, voorzitter van de vzw Verbond voor Pluimvee, Eieren en Konijnen. Die vereniging Vepek is het overlegplatform van de pluimveesector. “Maar de productie is nog sterker gestegen dan de vraag. Dat verklaart, naast de Russische crisis, de dalende prijzen.” Tussen 1991 en 1997 klom de productie met 80% naar 308.368 ton. In 1998 kwam daar naar schatting nog eens een tiende bij. De zelfvoorzieningsgraad in België steeg van 93% in 1980, naar 160% in 1997. “Met een vrijwillige productievermindering hebben we het overaanbod gedeeltelijk opgevangen,” duidt François Van Loon van de nv Willem Spoormans. “We slagen daar relatief goed in, door onze vrij korte kweekcyclus van 56 dagen. Maar onze markt reikt van Noord-Frankrijk, via Duitsland, tot de Deense grens. En daar is de productie verder uitgebreid, met nog eens 10 miljoen kippenplaatsen extra.”

Kweker Eric Van Meervenne beaamt de meer gestructureerde aanpak van de Belgische producenten: “We hebben de productie beter afgestemd op de vraag van de slachterijen. Voordien zette iedereen maar kippen op. Vandaag is alles beter gepland. Een kip is nu eenmaal een levend product. Je kan bij overproductie pas ingrijpen na de kweekcyclus. Je kan de productielijn niet even stilleggen, zoals bij een auto.”

Maar de Amerikaanse voedingsgigant

Tricon Restaurants International zorgt voor een krachtige opkikker op de oververzadigde Belgische markt. Het conglomeraat heeft plannen om in België te starten met de keten Kentucky Fried Chicken. Tricon Restaurants International wil in België honderd vestigingen.

“Dat is voor de hele sector een goede zaak,” wrijft François Van Loon zich alvast in de handen. Willem Spoormans zal dan ook meer kunnen inspelen op de markt van bewerkte kippenonderdelen. Van Loon: “Voorlopig blijven we nog grotendeels operationeel in de bulkproductie. Noodgedwongen, want de verdere verwerking is nog steeds zeer arbeidsintensief. Het volautomatisch ontbenen staat pas in zijn kinderschoenen. Maar op termijn zullen we overschakelen naar een steeds breder gamma voedingsproducten, met een steeds kortere levensduur.”

WOLFGANG RIEPL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content