Keurslijf.

De tijd vliegt en dat is ook te merken aan het aantal Managers van het Jaar dat vandaag niet meer tot de levenden behoort: zo nam het Vlaamse bedrijfsleven al afscheid van John Cordier, Patrick Depuydt, Jo Colruyt, Johan Mussche, Albert Bert en, nu recent ook, Aimé Desimpel. Deze macabere vaststelling toont aan hoe een hele generatie van ondernemers die onze economie de voorbije 25 jaar heeft gekneed en vormgegeven, aan de definitieve wissel is gekomen. Het is geen acute of uitzonderlijke problematiek, maar wel eentje die zijn sporen nalaat. Eén op vijf ondernemingen in Vlaanderen worstelt vandaag met een opvolgingskwestie die het verdere bestaan van het bedrijf op cruciale wijze zal beïnvloeden.

Niet elke patron van een uit de kluiten gewassen KMO heeft het geluk, de kunde en de kennis om de geschikte opvolger te vinden voor zijn industriële erfenis. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat zelfs internationale investeringsfondsen zoals het Angelsaksische CVC Capital Partners de voorbije jaren op de Belgische markt vaste voet hebben gekregen voor de begeleiding van management buy-outs of management buy-ins (zie blz. 52). Vaak is een dergelijke met schulden gefinancierde bedrijfsovername de deus ex machina om de familiale opvolgingsproblematiek te omzeilen en het voortbestaan van het bedrijf te verzekeren. Een panoplie aan Vlaamse bedrijven – denk maar aan Recticel, Egemin, Blagden Packaging of ACV Heating Systems – heeft zich op die manier al van hun onmiddellijke toekomst kunnen verzekeren. Maar achter de vaak spitsvondige MBO-financiering gaat ook een keerzijde schuil.

Investeerders zoals CVC Capital Partners stappen in een bedrijf om op termijn een mooie exit te realiseren. Vaak is een beursgang van het bedrijf de enige optie. En in een periode van tegenvallende conjunctuur of een slecht beursklimaat wordt hun geduld danig op de proef gesteld. De terugslag voor het – met persoonlijke schulden overladen – management is vaak dubbel zo hard: enerzijds moeten de targets die vasthingen aan het overnamebod gehaald worden en anderzijds is een snelle groei door een agressieve overnamestrategie, precies door het gebrek aan (beurs)kapitaal, niet mogelijk. Daardoor dreigt het bedrijf in een verstikkend keurslijf terecht te komen.

Over discrete financieringsgroepen zoals CVC Capital Partners doen geruchten de ronde dat ze de cashflow van de bedrijven waarin ze investeren optrekken om hun eigen bankkredieten af te betalen. Terzelfdertijd is de druk op het management hoog om te lenen bij de bank en desnoods een aantal maanden aandelen te kopen met het geld van hun ingehouden salaris. Zo kweek je uiteraard medestanders in de harde strijd om de winst, maar de vraag is of die belangen op korte termijn ook de toekomst van het bedrijf op lange termijn ten goede komen.

Kortzichtige aandeelhouders zijn bij een MBO-financiering uit den boze, en daar knelt het schoentje. Donald Pans, topman van het automatiseringsbedrijf Egemin, kan daarvan meespreken. In 1999 slaagde hij erin het bedrijf uit familiale handen over te nemen met de hulp van Sofinim, Mercator & Noordstar en KBC. Toen mikte Egemin op een spoedige beursgang. Nu die er niet meteen komt, wil KBC eruit. Een oplossing dringt zich dus op. “We zijn duchtig op zoek naar een industriële partner die de 15% van KBC in ons bedrijf kan overnemen,” verklaarde Donald Pans vorige week op een Trends Café-ontmoeting met andere snelgroeiende gazellen in Antwerpen.

Egemin is wellicht niet het enige Vlaamse bedrijf dat – na het oplossen van de opvolgingskwestie – nu ook met een MBO-erfenis opgezadeld zit. Hopelijk wordt hun keurslijf niet te strak.

Piet Depuydt, Hoofdredacteur [{ssquf}]

Diverse Vlaamse bedrijven zitten nu door de tegenvallende conjunctuur met een MBO-problematiek opgezadeld. Hopelijk wordt hun keurslijf niet te strak.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content