‘Kernenergie is een uitgebeende technologie’

“Het langer openhouden van de oudste kerncentrales is een strategische blunder”, vindt energie- en milieu-econoom Aviel Verbruggen van de Universiteit Antwerpen.

De lauwe aandacht voor het klimaat, ondanks de tijdelijke opstoot door de conferentie in New York, baart Aviel Verbruggen zorgen. “We kunnen met zijn allen onze kop in het zand steken, en denken dat we het klimaat kunnen vergeten. Maar het klimaat zal zelf zijn weg gaan, zonder aandacht voor wat wij, mensen, doen of plannen. We verkankeren onze atmosfeer, terwijl we met energie-efficiëntie en hernieuwbare energie perfecte alternatieven hebben.”

Verbruggen is een ronkende naam in de energie- en milieusector. De eerste voorzitter van de Milieu- en Natuurraad heeft een indrukwekkende lijst wetenschappelijke publicaties op zijn naam. Hij is een van de twee Belgische leden van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de Verenigde Naties. In een kader achter zijn bureau prijkt een oorkonde van de Nobelprijs die in 2007 aan de organisatie werd toegekend. Zijn bijdrage had vooral betrekking op de economische onderbouw en het beleid.

Als wetenschapper neemt hij ook volop deel aan het maatschappelijke debat, waarbij hij geregeld bijzonder scherp uit de hoek komt, zeker wanneer het over kernenergie gaat. Het plan van de regering om de oudste kerncentrales toch nog tien jaar langer open te houden, kan bij hem op weinig genade rekenen.

“De wet op de kernuitstap is door de sector nooit aanvaard als een ‘reële wet’. Ze zijn altijd blijven voortdoen, in de veronderstelling dat de wet na het verdwijnen van de paars-groene regering wel zou worden teruggedraaid”, zegt Verbruggen. “Doel 1 heeft in 2009 nog twee nieuwe stoomgeneratoren gekregen: een investering van 70 miljoen euro. Dat doe je wanneer je van plan bent de centrale nog tien of vijftien jaar open te houden.”

Sommigen vermoeden dat de tijdelijke sluiting van Doel 4 bewust is gearrangeerd, om de kernuitstap ongedaan te maken.

AVIEL VERBRUGGEN. “Dat durf ik niet te zeggen. Het is ook niet zo gemakkelijk voor Electrabel. Vroeger stond het bedrijf sterker, was het meer verweven in het economische weefsel. Nu is de afstand tussen Parijs en Brussel groter geworden, en roepen sommige politici ten onrechte en te hard op Electrabel. Dat bedrijf verdedigt zijn eigen belang, het is aan de overheid om op te komen voor dat van de maatschappij.

“Wat wel zeker is, is dat het huidige stop-go-beleid ronddraait in een cirkel met weinig toekomstperspectief. De levensduur van die reactoren verlengen of niet is geen strategische vraag. Verlengen is een strategische blunder. We gaan echt geen nieuwe reactor bouwen. Alternatieven onderzoeken, daarin investeren, werkgelegenheid creëren: dat is een strategie. Onze overheid heeft nooit een industriële visie ontwikkeld.”

Moet het energiebeleid worden omgegooid?

VERBRUGGEN. “Welk energiebeleid? Als je in Vlaanderen een kruk wil verzetten in het energiebeleid, moet je passeren via het Vlaamse Energieagentschap, de SERV, VITO, de VREG, en in België langs het ministerie van Economische Zaken, de CREG, het Planbureau en soms zelfs de Nationale Bank. Dat zijn veel te veel versnipperde bevoegdheden, te weinig kennis en te veel instanties die zeggen wat anderen moeten doen. Met acht molshopen heb je nog geen berg.

“Wanneer je elke energievorm zijn werkelijke kosten zou laten betalen — een kostendekkende verzekering voor de nucleaire sector, de milieuschade door fossiele brandstoffen — dan zou onze klassieke energie veel duurder zijn.”

Groene energie is toch nog geen alternatief?

VERBRUGGEN. “Er is een studie waaruit blijkt dat 100 procent groene energie in België mogelijk is. Moeten er dan nog echt zes nieuwe rapporten komen om te zeggen waar we bijvoorbeeld in 2040 zullen staan? Dat zal worden bepaald door de technologische ontwikkelingen en de dynamiek van het beleid. Daarom moeten we investeren in slimme meters, slimme netten en nieuwe materialen.

“Twee derde van de subsidies voor hernieuwbare energie werd weggegooid: in de periode 2002-2012 werd 1,5 miljard euro slecht besteed, zonder de overdreven steun voor zonnepanelen mee te rekenen. Bovendien geneest de zieke niet, want in Vlaanderen wordt de diagnose niet scherp gesteld. De subsidie hangt nu af van de individuele fiscale situatie van de eigenaar van de installatie, terwijl regulering generiek moet zijn: iedereen die tot een bepaalde categorie behoort, moet op dezelfde manier worden behandeld. Neem zonnepanelen: bedrijven met 5MW-installaties kunnen nog altijd steun krijgen, en huishoudens niet meer. Dat is toch het omgekeerde van wat je zou verwachten.”

Het gevolg van dat non-beleid: een dreigende black-out.

VERBRUGGEN. “De eigenlijke fysieke schade zal wellicht gering zijn, maar de perceptieschade voor België als investeringsland is enorm veel groter. Ik vrees vooral dat er nu veel geld zal worden besteed aan het openhouden van Doel 1 en Doel 2, in plaats van dat te besteden aan de verbindingen met het buitenland.

“Honderd procent hernieuwbare energie is op termijn de enige toekomst, maar waarom zou België dat helemaal alleen moeten kunnen? We moeten leren werken in een Europees verband. Door groene energie is onze energieafhankelijkheid van 100 naar 90 procent gedaald, maar ik zie niet in waarom we naar 0 procent moeten gaan. Nu zijn we vooral verbonden met Frankrijk en Nederland, we moeten meer aansluiting zoeken bij Noord-Oost-Europa.

“Bovendien is de black-out perfect vermijdbaar. Op de energie-efficiëntie — bedrijven die hun productie enkele seconden, minuten of uren verschuiven — is te weinig gewerkt. Dat geldt ook voor het aanbod. Vroeger werd centraal berekend wat de vraag zou zijn, en werden de nodige centrales gebouwd. België en Frankrijk liepen daarmee twintig jaar voor op veel andere landen. Maar met de liberalisering stuikte dat systeem in elkaar, en was er voor de dominante spelers geen reden om te blijven investeren in België.”

Bent u tegen de liberalisering?

VERBRUGGEN. “Ik ben voor de liberalisering, maar niet voor het huidige model. Ideaal is een systeem waarin alle producenten hun productie leveren aan een pool, en waarin de grootste niet méér mag leveren dan het vermogen van zijn grootste centrale. De pool verkoopt dan de stroom door aan grote bedrijven en elektriciteitsdistributeurs. Dat model heeft in het Verenigd Koninkrijk tien jaar goed gewerkt, tot het ten onder ging doordat de twee Britse producenten de prijs vervalsten.

“Electrabel had men in België al in 1999 moeten opsplitsen. Maar sindsdien zijn we toe aan het derde Europese energiepakket: telkens zijn het gewoon slechte wetten die we opnieuw moeten bijstellen. Al geef ik grif toe: als academicus is dat gemakkelijk gezegd. In de jaren negentig kon een energieregulator als de CREG niet anders dan zijn kennis bij de bedrijven halen. Het gevolg is dat in veel landen de regulatoren niet sterk genoeg zijn. Ze kloppen soms met een zware hamer waar een fijne schroevendraaier nodig is, en omgekeerd.

“De Vlaamse energieregulator VREG had bijvoorbeeld al veel sneller kunnen beseffen dat het subsidiesysteem voor groenestroomcertificaten voor hernieuwbare energie niet houdbaar was. ik heb ze vanaf 2003 met analyses en studies om de oren geslagen. Er was een boetesysteem: 120 euro voor leveranciers die te weinig certificaten hadden. Dus betaalden die leveranciers 110 euro aan groenestroomproducenten, plus de prijs van de energie, die toen ongeveer 56 euro bedroeg. In Duitsland bijvoorbeeld zat de stroomprijs inbegrepen in de 90 euro die werd betaald. En het huidige Vlaamse systeem blijft in hetzelfde bedje ziek: zeer weinig transparant, en met premies boven op de elektriciteitsprijs.”

Toch blijft u voorstander van groene energie.

VERBRUGGEN. “Absoluut. Het probleem van de grote energiebedrijven is dat decentrale productie flink wat van hun activiteiten in de problemen brengt. Het oude model wordt op zijn kop gezet. Ik kan als particulier gemakkelijk drie keer meer produceren dan ik verbruik. Door die enorme productieoverschotten is er een nieuwe economische theorie nodig voor onze energieproductie en de prijszetting ervan. Het wordt wellicht goedkoper om een dak vol zonnepanelen te leggen dan een gewoon dak te plaatsen. Is dat overcapaciteit? Absoluut. De energiesector evolueert in de richting van het wagenpark: een enorm vermogen, dat 90 procent van de tijd stilstaat.

“Daarom is de interconnectie tussen Noord- en Zuid-Europa ook zo belangrijk, om de Noorse windenergie aan te voeren als de zon niet schijnt in Italië. De waterreservoirs in Scandinavië en de Alpen kunnen de energie-opslagplaats van Europa worden.

“Wij zijn opgegroeid met het geloof in de thermodynamica: we zetten vuur om in kracht, zoals bij de stoommachine. Nu halen we de kracht rechtstreeks uit de omgeving, en zullen we die op termijn omzetten in warmte.”

In Mol wordt met het Myrrha-project gezocht naar de vierde generatie kernreactoren, die onder andere minder afval zouden produceren.

VERBRUGGEN. “Het Myrrha-project heeft twee verkoopargumenten. Er is de belofte van de vierde generatie reactoren, waarvoor drie onderzoeksreactoren zouden worden gebouwd. Maar die in Italië is afgevoerd, en in Frankrijk wordt nog amper vooruitgang geboekt. En aan Myrrha moeten we nog beginnen. Het andere argument zijn de medische isotopen, maar die kunnen ook in een kleine reactor worden gemaakt. Myrrha zou ook voor enkele soorten afval de duurtijd van sommige radioactieve elementen kunnen verminderen, maar dat is lichtjaren verwijderd van de oplossing van het nucleaire afvalprobleem.

“Kernenergie is een uitgebeende technologie, die tegen de grenzen van de fysieke wetmatigheden botst. Tegen dat kernfusie er ooit zou zijn, is er een eeuw voorbijgegaan en zitten we al in een energie-economie met een volledig ander businessmodel. Omgekeerd dacht ik in de jaren negentig dat windmolens van 2 megawatt het maximum zouden zijn. Anno 2014 werken we al aan turbines van 6 en 7 megawatt.”

Moet er een CO2-taks komen voor fossiele brandstoffen?

VERBRUGGEN. “Niets zo slecht als een uniforme CO2-taks. Ga je die berekenen op de plaats van het verbruik, of van de productie? Dat soort berekeningen is doorgaans niet koosjer. Het is hetzelfde probleem als met de emissiehandel. Niet werkbaar, want de reikwijdte is niet homogeen. Er zijn geen eenvoudige technische oplossingen, en er is ook geen duidelijke autoriteit om het systeem te sturen. Cement, staal en elektriciteitsproductie worden in één pot gegooid, terwijl elke sector zijn eigen logica heeft. Emissiehandel moet je mondiaal, en per sector organiseren, en zorgen dat degene met het technologische voordeel dat kan omzetten in een milieu- en economisch voordeel in de eigen sector.”

LUC HUYSMANS, FOTOGRAFIE PAT VERBRUGGEN

“De levensduur van de reactoren verlengen is een strategische blunder”

“Emissiehandel moet je mondiaal en per sector organiseren”

“Onze overheid heeft nooit een industriële visie ontwikkeld”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content