KATER NA KATRINA

New Orleans zit in een collectieve stress. Maar het leeft, eerder ondanks dan dankzij de Amerikaanse overheden. Het zal jaren duren voordat het weer glorie uitstraalt, ten minste zolang er geen nieuwe Katrina komt.

Twee jaar na de watersnoodramp bestaat het leven in New Orleans uit twee delen: pre- en post-Katrina. Zelfs voor Fats Domino, de legen- darische pianist uit de stad, is er nog leven na Katrina. Hij liet op bijna 80-jarige leeftijd een album produceren. Met zijn olijke blik is hij nog geregeld in de Jazz bar Tipitinas en hij blijkt helemaal niet zo dik als zijn naam doet vermoeden. Hij werd in augustus 2005 van het dak gered door een helikopter, terwijl de media dachten dat hij was verdronken. Fats kon in de kranten zijn necrologie nalezen.

Wall Street is de wereld van gla-mour, rijkdom en prestige. Maar in de ‘echte economie’ waar het geld wordt verdiend, is het leven harder. Zeker in de gevarenzone zoals de kust langs de Golf van Mexico, een badkuip van orkanen. New Orleans leefde, ondanks het gevaar. De stad in de Delta van de Mississippi is een as in de Amerikaanse economie, een knooppunt van transport (graan uit de Midwest wordt er omgeslagen) en energie. Zestig procent van de kerosine voor de Amerikaanse luchtvaart wordt er geproduceerd.

Twee jaar geleden sloeg het noodlot toe. Katrina kwam recht op de stad af. Deze ligt tussen de Mississippi en het meer Pontchartrain, die in verbinding staan met de Golf van Mexico. New Orleans kende, behalve lage rivierdijken en muren langs de stadskanalen, geen serieuze stormwering. Katrina stuwde een kolkende watermassa de Pontchartrain op dat via kanalen de stad binnenliep. Dijken en muren begaven het op cruciale punten. Een groot deel van de bevolking was geëvacueerd maar 20.000 achterblijvers werden ondergebracht in de enorme Superdome. Toen daar de stroom uitviel – en daarmee het licht en de airco – was de ramp compleet. Katrina eiste 1300 levens.

Twee jaar later regeert frustratie alom. Er is wel wat gebeurd. Rommel is opgeruimd, er is stroom, de dijken zijn gerepareerd en veel huizen zijn herbouwd. Maar het gaat te langzaam. Herstel duurt niet vijf jaar maar een generatie. Van de 450.000 inwoners zijn er 250.000 terug. Veel geëvacueerden leven nog in Housten of Baton Rouge omdat ze in New Orleans geen huis hebben. De stad lijkt leeg, als een Europese stad op zondagmorgen. Veel scholen liggen in puin, veel huizen zijn onbewoonbaar, het gezondheidswezen functioneert amper en zelfs de politie zit in woonwagens. New Orleans lijkt een oorlogszone. Vernielingen, woonwagenparken voor thuislozen, gesloten winkels wegens personeelsgebrek. Op de koop toe is het leven er duurder dan in de rest van de VS.

De wederopbouw stut op de pioniersgeest van de Amerikanen. In de wijk Lakeview is herstel zichtbaar, dankzij vrijwilligersorganisaties zoals de Beacon of Hope. Kerkgemeenten zijn in de VS de ruggengraat van het sociale leven en vormen nu de kern van wederopbouw. De blanke middenklassewijk Lakeview herleeft met eigen spaarcenten, maar het armere en zwarte Lower Ninth Ward ziet er desolaat uit, als een Afrika in Amerika.

Het US Army Corps of Engineers, dat het herstel van de waterwerken leidt, weet wat er moet gebeuren: een afsluitdijk tussen de Golf van Mexico en Pontchartrain en een stormwering aan de ingang van de stadskanalen. Verder zijn hogere dijken en muren nodig. Lagere stadsdelen moeten uiterwaarden worden, terwijl de natuurlijke draslanden in de Delta – waarvan jaarlijks 25 vierkante kilometer verloren gaat – moeten worden hersteld. Bovendien moeten huizen op stenen verhogingen worden gebouwd. In december leggen de ingenieurs dit voor aan het Amerikaanse Congres. Maar ze zuchten: welk plan ze ook maken, alles valt in duigen als politieke consensus ontbreekt.

Politiek is de spelbederver. New Orleans en de staat Louisiana hebben een zwak bestuur. De politieke cultuur doet denken aan een ontwikkelingsland: corruptie, clanpolitiek en nepotisme. De vroegere gouverneur, Edwin Edwards, zit op 80-jarige leeftijd in de gevangenis. De huidige gouverneur, Kathleen Blanco, raakte emotioneel uitgeput. De burgemeester van New Orleans, Ray Nagin, laat zich niet meer zien nadat hij de rassenverhoudingen polariseerde. Hij werd vorig jaar herkozen door de rassenkaart te trekken en noemde zijn stad een ,, Chocolate City bij de wil van God”. Met bussen liet hij geëvacueerde zwarten uit Housten en Baton Rouge naar New Orleans overbrengen om op hem te stemmen. Hij oogstte tachtig procent van de zwarte stem en 20 procent van de blanke. Nagin gaf toestemming overal te bouwen, ook in de lagere stadsdelen waar zijn achterban woonde. Van uiterwaarden en een ‘compacte New Orleans in hogere stadsdelen’ komt zo niets in huis. De stad is een walhalla voor criminelen die huizen binnentrekken om koperen pijpen te stelen.

Zelfs het herstelprogramma ‘Road Home Program’ stokt in de bureaucratische molen. Slechts 41.000 van de 150.000 aanvragen voor schadevergoeding zijn behandeld en het budget is bijna op. Stad, staat en federale overheid geven de zwartepiet door. De nodige politieke eensgezindheid voor een ‘Mississippi Deltaplan’ ontbreekt.

Derk Jan Eppink is schrijver en columnist. Hij woont en werkt in de Verenigde Staten.

Derk Jan Eppink

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content