Kan uw portemonnee het aan?

De Warande, de Club van Lotharingen, de Brabant Business Club of de Cercle du Parc… Clubs zijn de jongste tijd weer ín bij ondernemers. Maar wat moet u precies doen om lid te worden van zo’n businesskring? En vooral: hoeveel kost het?

Het woord club dook voor het eerst op in het Londen van 1659. En ook vandaag, bijna 350 jaar later, zijn de Londense Gentlemen’s Clubs nog steeds de stichtende voorbeelden voor de clubbenadering die we in vele landen aantreffen. De formule werd vanuit Londen geëxporteerd naar onder meer Parijs ( Jockey Club), New York ( Brook Club) en Rome ( Caccia Club). In eigen land zijn de grootste clubs in het Brusselse gevestigd: denk maar aan de Club van Lotharingen, De Warande, de Brabant Business Club, de Cercle du Parc, het Château Sainte-Anne, de Club Montgommery of de ter ziele gegane Cercle des Nations.

De Londense Gentlemen’s Clubs zijn nog steeds erg actief, niettegenstaande er intussen heel wat zijn verdwenen (in 1900 telde Londen er ruim 200, vandaag nog enkele tientallen). Oorspronkelijk waren vrouwen niet toegelaten, maar daarnaast bestonden er ook damesclubs waar de heren dan weer niet binnen mochten ( Alexandra, Empress, Lyceum, The Women’s Press Club). Club Montgommery in Brussel is nog steeds exclusief voor vrouwelijke leden, hoewel die de mannelijke gasten wel weten te waarderen.

In het verleden werden de clubs vooral bevolkt door geestelijken, politici, diplomaten, aristocraten en de high society in het algemeen, terwijl het vandaag in de eerste plaats de zakenmannen en -vrouwen zijn die deze plaatsen opzoeken.

Club van Lotharingen Bestuurd zoals een bedrijf

Stéphan Jourdain is stichtend lid van de Club van Lotharingen. Voor hij zijn eigen kring oprichtte, was hij nog nooit lid geweest van een club. Alles begon nauwelijks vier jaar geleden. Jourdain was de trotse bezitter van een prachtig huis in de Brusselse Rooseveltlaan. Recht tegenover Jourdains optrekje lag de toenmalige Cercle des Nations (dat huisde in een pand dat eigendom was van de Compagnie Immobilière de Belgique). Maar de Cercle des Nations stond fel in het rood bij de CIB, en werd uit zijn onderkomen gezet. De vermaarde club hoopte het huis van Jourdain te kunnen huren. Op die manier kon de kring zijn activiteiten gewoon aan de overkant van de straat voortzetten.

Maar dat zaakje ging niet door: tijdens de contacten met de Cercle des Nations maakte Jourdain voor het eerst écht kennis met het clubleven. Rond die periode vernam de zakenman ook dat de verzekeringsmaatschappij AG een sportcomplex van 3,5 hectare rond een kasteeltje in de Brusselse Lotharingendreef te koop aanbood. In maart 1997 kocht Jourdain het complex en hij renoveerde het voor 60 miljoen frank.

Na zijn contacten met de zieltogende Cercle des Nations besloot Jourdain zelf een nieuwe kring op te richten. Gerichte marketing, een keurige gids en enkele verzorgde presentatiebrochures deden de rest (bij Jourdain zit het uitgeven in het bloed: hij is de achterkleinzoon van Louis Jourdain, stichter van La Libre Belgique, en stond mee aan de basis van L’Eventail – samen met Albert Frère – en PAN – met wijlen VDB). Een prestigieus erecomité met 28 bekende namen uit de economische wereld moest het project, dat er risicovol uitzag, geloofwaardigheid verlenen. Georges Jacobs ( UCB), Daniel Cardon de Lichtbuer ( BBL), Albert Frère ( Groep Brussel Lambert), Etienne Davignon ( Generale Maatschappij van België), Jean Gandois ( Cockerill Sambre), John Goossens ( Belgacom), Rik De Nolf ( Roularta) en andere Christian van Thillo’s ( De Persgroep) die toen werden aangezocht om in het comité te zetelen, “leenden hun naam aan een gewaagd plan dat net zo goed de mist had kunnen ingaan,” herinnert zich een dankbare Jourdain.

Op 1 april 1998, drie weken vóór de inhuldiging van de Club van Lotharingen, werd het kasteel verwoest door een brand (een ongeluk volgens sommigen, brandstichting volgens anderen – “maar de verzekering heeft alles keurig geregeld”). Terug op adem, richtte Jourdain het in 1997 van Mobutu gekochte kasteel Fond’Roy in twee weken tijd in als nieuw onderkomen voor de Club. Jourdain kocht het landgoed compleet met meubels, wagens, garderobe en wijnkelder. Een bijzonder grappig salon, zeer wansmakelijk ingericht, herinnert nog aan de voormalige eigenaar.

Vandaag telt de Club van Lotharingen 1200 leden, waarvan een kleine honderdtal vrouwen en krap één derde Nederlandstalige leden (waaronder de voorzitter). Zo’n 250 leden zijn tussen dertig en veertig jaar, de gemiddelde leeftijd is 47 jaar. Het enige toetredingscriterium voor de Club is economische slagkracht (de leden staan aan het hoofd van ondernemingen met een minimale omzet van 500 miljoen frank). “Homo, getuige van Jehova of Servo-Kroaat, het maakt allemaal niets uit,” zegt Jourdain. “Maar leden moeten wel beschaafd zijn. Wie zich niet gedraagt, vliegt eruit. Op drie jaar tijd waren dat er zo’n dertig.”

De kring is rijk: bijdragen plus de horeca – die in concessie is gegeven – genereren een omzet van 120 miljoen frank. Van meet af aan weigerde Jourdain “vrijwilligers en vergadertijgers” om zijn club te beheren. “Vrijwilligers werken vaak amateuristisch en de enkeling die wel ernstig werkt, wil daarvoor op den duur betaald worden. Anders stapt hij op. En vergadertijgers die uren zitten te palaveren over de kleur van een vensterraam… dat is niet mijn stijl. De enige club die toen behoorlijk functioneerde, was De Warande. Ik ben Franstalig, maar ik moet toegeven dat de Vlamingen van aanpakken weten. Hun nadeel, dat ze zelf als een voordeel zien, is dat ze uitsluitend Nederlands praten. Ik vind die fanatieke houding tamelijk idioot en voorbijgestreefd, de zakenwereld kent immers geen grenzen en dat hoort ook zo” ( nvdr – het standpunt van De Warande hierop leest u verder in dit artikel). Jourdain koos dus resoluut voor “een select aantal competente mensen aan de top. In de NV heb ik 100% van het kapitaal in handen.”

De Club van Lotharingen zette vanaf de start zijn deuren open voor mannelijke en vrouwelijke topmanagers in functie (voorzitters, directeurs-generaal, gedelegeerd bestuurders) en een selectie van vrije beroepen. In de zaak werkt uitsluitend tweetalig personeel. Op enkele Franse fiscale vluchtelingen na, telt de kring slechts weinig buitenlanders.

De kring werd opgericht als een traditionele club, maar al snel volgden de ideeën elkaar op. Jourdain: “Om de twee weken organiseren we conferenties met mensen van topniveau: kardinaal Godfried Danneels, Kamervoorzitter Herman De Croo, minister van Financiën Didier Reynders ( nvdr – in het programmaboekje van dit jaar staan onder meer EU-Commissievoorzitter Romano Prodi, de gewezen Franse president Valéry Giscard d’Estaing en oud-VN-secretaris-generaal Butros Butros-Ghali). Elke week brengen we ook een thematafel. Een lid – per definitie een bedrijfsleider – vertelt daar over zijn/haar activiteitensector voor maximum een vijftiental deelnemers.” Daarnaast organiseert de kring drie cocktails per jaar. Op donderdag 25 januari kunnen de leden tijdens een tombola drie Smarts winnen. En dan vergeten we nog de casinoavonden, de wijnproeverijen, de beleggersclub, de seminaries, de particuliere economische missies, de jachtpartijen, de bridge- en golfdagen, de historische rally, de maandelijkse activiteiten voor de jongere kinderen van de leden, de culturele happenings, de boekenavonden met auteurs (zo heeft de kring Bernard Arnaud van LVMH uitgenodigd).

De infrastructuur staat gratis ter beschikking van de leden (raad van bestuur van het bedrijf, huwelijksfeest van de kinderen…). Ze wordt aan niemand anders verhuurd, hoewel daar vraag naar is. De leden mogen wel niet-leden uitnodigen in het restaurant (in concessie) of in een van de vier eetzalen van de kring. Het menu is niet duur in verhouding tot de kwaliteit. Voor een Noors bord, een gegrild runderlapje met bearnaise en een dessert van de dag betaalt men 865 frank. ‘s Zomers tafelen de leden op het schitterende terras aan de rand van het 4,6 hectare grote park.

Leden die op de club komen lunchen, krijgen niet alleen een schitterende menukaart te zien. Terwijl ze lunchen, wordt hun wagen gratis gewassen. Chauffeurs kunnen even uitblazen in de chauffeurskamer of er een dagschotel met drankje voor 400 frank bestellen. Aansluitend op de koopkracht van de leden, sloot de kring ook een deal af met enkele invoerders van luxewagens: een dozijn nieuwe leenwagens (waaronder een Rolls-Royce) staat gratis ter beschikking van de leden, met of zonder chauffeur.

“Eén keer per jaar vallen we de leden lastig als het lidmaatschap opnieuw moet worden betaald,” dixit Jourdain. “Maar voor de rest blijft de portefeuille grotendeels in de binnenzak.”

Toen de Club van Lotharingen werd opgericht, betaalden leden van soortgelijke kringen in België jaarlijks tussen de 10.000 en 16.000 frank. Lotharingen mikte met een hoog tarief onverbloemd op betere kwaliteit: 45.000 frank voor acht maanden. “We verstuurden 5000 brieven en ik verwachtte zo’n 400 antwoorden. We kregen er uiteindelijk 1400. Vervelend, want we hadden een numerus clausus van 1000 mensen gepland. We moesten dus 400 weigeringsbrieven versturen naar personen die we zelf hadden uitgenodigd, weliswaar na een streng onderzoek van de kandidaturen door een kiescomité.” Ook vandaag nog wordt één op de twee spontane kandidaturen geweigerd.

Volgens de kring verlengt ruim 90% van de leden elk jaar zijn lidmaatschap. Voor 2001 bedraagt het lidgeld 46.581 frank. Er is geen toetredingsbijdrage.

De Warande Vlaamse aanwezigheid in Brussel

Anne Lybaert is de directeur van de vzw De Warande en bestuurder-directeur van de NV J. Zinner. De club verhuurt de lokalen van het Hôtel Empain (1780) – waar hij samenkomt – aan het vastgoedkantoor J. Zinner. Tegelijk heeft de vzw de controle over de NV, die eigenaar is van heel wat gebouwen in de Zinnerstraat, inclusief enkele kantoren van de Amerikaanse ambassade.

Toen De Warande dertien jaar geleden werd opgericht, bestond het concept ‘club voor zakenlui’ niet in België, legt Lybaert uit. “We wilden geen club voor oude heerschappen zoals in Londen, wel een club voor zakenlui. Meer dan 80% van onze leden is actief in de zakenwereld. Toch willen we ons niet beperken tot alleen maar zakenlui: we willen álle Vlaamse vooraanstaanden samenbrengen in een city club.”

In het vooruitzicht van de regionalisering wilde Vlaanderen zo’n vijftien jaar geleden de Vlaamse aanwezigheid in Brussel bevorderen. Die ‘presentie’ moest in bakstenen worden vertaald: een Vlaams Parlement, gevolgd door De Warande als ontmoetingsplaats. “De Warande, dat is niet alleen een prachtig huis met enkele degelijke restaurants,” onderstreept Lybaert (drie keukens in eigen beheer, met negen werknemers – voor een vijfgangenmenu betaalt u 1800 frank en er is een wijnkaart met een ruime keuze aan flessen van Vlaamse wijnbouwers in het buitenland). De club heeft net grote verbouwings- en uitbreidingswerken laten uitvoeren. Bedoeling is de kwaliteit van de service te verbeteren en de onthaalcapaciteit uit te breiden. De Warande, voorgezeten door baron Lode Campo, telt vandaag ruim 1400 leden. Meer dan 60% daarvan woont buiten de negentien gemeenten en slechts 8% is vrouwelijk. De gemiddelde leeftijd bedraagt 49 jaar.

De club is Nederlandstalig, maar verwelkomt ook Franstaligen en anderstaligen, op voorwaarde dat ze Nederlands praten. Lybaert: “De club is en profileert zich als Vlaams, maar op sommige lunches hoor je meer Engels of Frans dan Nederlands. We onthalen de mensen in het Nederlands, maar zodra we merken dat een gast geen Nederlands spreekt, proberen we die met het nodige respect voor zijn taal en cultuur te onthalen. Een Japanner kunnen we helaas niet in zijn moedertaal te woord staan. Al beschikken we wel over een brochure in het Japans.”

Lybaert heeft geen idee van het aantal Franstalige en buitenlandse leden van De Warande. “De enige statistiek die we bekijken, is de gemiddelde leeftijd. Als die toeneemt, hebben we een probleem. Gelukkig is dat niet het geval.” De Warande beklemtoont zijn Vlaamse strekking ook in activiteiten die gericht zijn op de buitenlandse gemeenschap in Brussel. In samenwerking met de Vlaamse regering neemt Lybaert bijvoorbeeld buitenlandse ambassadeurs mee naar bedrijven van Warande-leden.

Een geheim comité, aangesteld door de raad van bestuur, aanvaardt of weigert de kandidaturen. Op het aanvraagformulier informeert de club niet naar uw loon of de omzet van uw onderneming, wel naar uw functie, sector, opleiding, uw diverse mandaten, referentiepersonen, uw sociale inzet…

De ontmoetingsplaats De Warande (stadskleding is er verplicht) biedt een resem faciliteiten en activiteiten aan. De bijdrage geeft alleen toegang tot de club. Een nieuw lid betaalt een toetredingsbijdrage van 30.000 frank. Afhankelijk van de formule die hij kiest, bedraagt de jaarlijkse bijdrage gemiddeld 25.000 frank. Een nieuw lid betaalt meteen voor drie jaar. Na die drie jaar wordt ongeveer 90% van de lidmaatschappen verlengd. Onder meer dankzij de bijdragen – maar ook door activiteiten en schenkingen – bedroeg het budget van De Warande vorig jaar ongeveer 80 miljoen frank.

Brabant Business Club Vriendschap eerst, zaken later

De zakenwereld kent niet alleen ‘grote’ clubs; de iets kleinere Brabant Business Club werd twaalf jaar geleden opgericht door een dozijn zakenlui uit het industriepark van Groot-Bijgaarden. Zij wilden beschikken over een ontmoetings- en recreatieplatform dat spontane handelsrelaties zou bevorderen.

Op dinsdag – de vergaderdag – gebeurt het vaak dat ‘onder vrienden’ over dit of dat wordt gesproken en dat die babbel de volgende dag per telefoon in een overeenkomst of contract resulteert, vertelt Willy Van Lierde, secretaris van de BBC. De club zelf volgt die stappen hoegenaamd niet, beklemtoont hij.

De kring komt één keer per week samen: van 18.30 tot 20.30 uur in het grote salon (een dertigtal zetels) van Villa Ter Bremt. Het actieterrein van de BBC beperkt zich vandaag niet langer tot West-Brabant: onder de 75 leden (vier vrouwen, waarvan er twee deel uitmaken van de directie) zien we ook Gentenaars en Antwerpenaars. Al is daarover niets vastgelegd in de statuten, toch is de club overwegend Nederlandstalig.

De vriendschappelijke sfeer is hier sterker aanwezig dan in andere clubs, meent Willy Van Lierde, die gedelegeerd bestuurder is van Valinvest NV. Het activiteitenpakket omvat bedrijfsbezoeken, conferenties en een jaarlijks forum.

De toetredingsregels eisen dat de leden een eigen onderneming hebben, dat ze actief zijn als bedrijfsleider, als gedelegeerd bestuurder… kortom dat ze decision makers zijn in grote bedrijven. De omvang van het bedrijf en de omzet zijn niet van belang. Sommige namen klinken bekend ( Roularta Media Group, Ericsson, Fortis Bank), andere minder. Ook deze club weigerde kandidaten omdat ze niet voldoen aan het vereiste profiel of niveau. Het bestuur beslist over de kandidaturen en is geen rekenschap verschuldigd. De BBC heeft geen numerus clausus vooropgesteld, maar het bestuur wil de toename van het ledental enigszins intomen: kwaliteit primeert boven kwantiteit.

De gemiddelde leeftijd van de leden ligt tussen 42 en 45 jaar. De jaarlijkse bijdrage bedraagt 10.000 frank. Voor dat bedrag krijgen leden gratis consumpties (zonder maaltijd) tijdens de wekelijkse vergaderingen en ontvangen ze de clubkrant. Op het activiteitenprogramma staan avonden met de partners van de leden en Master Dinners waarop bekende koppen een toespraak houden.

Het budget van de vzw BBC bedraagt iets meer dan 750.000 frank per jaar, dankzij de sponsoring van bepaalde ondernemingen die de club steunen.

Royal Anglo-Belgian Club Zaken, zonder dossiers of aktetassen

Er zijn maar weinig Belgen die lid zijn van een Londense club. En toch is er één kring waar landgenoten de meerderheid uitmaken van de 600 leden (waarvan zestig vrouwen).

De gevel van de Royal Anglo-Belgian Club in Knightsbridge mag er dan al troosteloos uitzien, het interieur is gezellig en knus ingericht. De club deelt zijn infrastructuur en diensten met de Royal Thames Yacht Club (een 1400 leden tellende jachtclub) en de Dutch Club (honderd leden).

De Welshman sir John Gray, een voormalig Brits ambassadeur in Brussel, is de chairman van de club. Prins Filip is president, en volgde in die hoedanigheid zijn vader Albert II op na diens troonsbestijging. Volgens Patrick Bresnan, secretaris-generaal van de Royal Anglo-Belgian Club, was Filip er zelfs op de avond voor zijn verloving met Mathilde werd bekendgemaakt, nog te gast.

De club, die ook Amerikaanse, Luxemburgse en Franse leden telt, werd in 1942 met de steun van de Belgische ambassade opgericht in een prachtig gebouw op het Belgrave Square nr. 9. Helaas was het huurbudget eind jaren zeventig niet meer in evenwicht. Daarom werd besloten een overeenkomst te sluiten met de Royal Thames, die wordt aangevoerd door admiraal Prins Philip van Edinburg.

Net zoals zo veel Londense clubs, behoren er veel zakenlui en diplomaten tot de Anglo-Royal (vooral de banksector is goed vertegenwoordigd, net als de vlakbijgelegen Belgische ambassade). Toch worden dossiers, aktetassen en zelfs gsm’s hier scheef bekeken. Alleen in een particulier en speciaal gereserveerd salon zijn ze welkom. “Een club is geen kantoor,” stelt Bresnan. Maar dat belet uiteraard niet dat er ook hier succesvolle zakencontacten worden aangeknoopt.

Behalve een toetredingsrecht van 165 pond (10.200 frank), betalen de leden een jaarlijkse bijdrage die afhankelijk is van de gewenste formule (van 190 tot 246 pond of 11.800 tot 15.200 frank).

serge vanmaercke,svanmaercke@trends.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content