Kan de Fed een economische crisis voorkomen?

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

De Amerikaanse centrale bank heeft de algemene mobilisatie afgekondigd om de financiële crisis te lijf te gaan. Dat zorgt voor nieuwe hoop, maar de beursbeer is nog niet verslagen.

De huidige financiële crisis is erger dan de LTCM-crisis uit 1998,” zegt William De Vijlder, chief investment officer van Fortis Investments. “Toen was de toestand duidelijk: er zat één groot fonds in de problemen. Nu weten we niet hoe zwaar de schade is en wie in de brokken deelt. Ik zie twee gevaren. Eén: de vrees bij de beleggers dat er nog meer lijken uit de kast zullen vallen. De remedie is dan om alle kastdeuren open te zetten. Het tweede grote gevaar is dat de algemene kredietverlening voor de hele economie stilvalt. In dat geval moeten de centrale banken de rente verlagen.”

De gebeden werden snel verhoord. De Amerikaanse centrale bank, de Fed, kwam vorige week vrijdag tussenbeide om “de orde op de financiële markten te herstellen”. Dat bleek nodig omdat strakkere kredietvoorwaarden een touw rond de nek van de economische groei spanden. De Fed verlaagde wel alleen de discontorente en dat is eerder een symbolische geste. Maar de interventie toont aan dat de Fed in hoogste staat van paraatheid verkeert en tot actie durft over te gaan. Een verlaging van de discontorente is bovendien een signaal dat ze binnenkort ook de belangrijkere beleidsrente zal verlagen. De Fed vergadert op 18 september, maar een eerdere verlaging is mogelijk als de crisis verder escaleert.

De beurzen reageerden opgelucht en de koersen sprongen enkele procenten omhoog. “Wat aantoont dat er nog veerkracht, leven en vertrouwen in de beurs zit. Het sentiment is dat de markten omsingeld zijn door indianen en iedereen wacht op de hulp van de cavalerie. Door de ingreep van de Fed zijn de stofpluimen van de cavalerie aan de horizon te zien. Dat bleek genoeg om de vechtlust te herstellen. Een systeemtest zoals vandaag is echter altijd een goed instapmoment voor aandelen,” zegt Stefan Duchateau, voorzitter van KBC Asset Management.

Nog geen ommekeer

Of alle ellende daarmee geleden is, is een ander paar mouwen. “De zomercrisis van 1998 woog tot in oktober op de beurzen,” zegt Geert Noels, hoofdeconoom van Petercam Vermogensbeheer. De befaamde Engelse econoom John Maynard Keynes wist het al: “Markten kunnen langer irrationeel blijven dan u solvabel.” Dat kunnen enkele hefboomfondsen intussen bevestigen. En, waarschuwt William De Vijlder: “Een interventie van de Fed betekent geen definitieve ommekeer, daarvoor is het sentiment te slecht. Eerst moet de liquiditeit op de kredietmarkt terugkeren. Gelukkig duiken hier koopjesjagers op, omdat in de prijzen catastrofescenario’s verrekend zitten.”

Roland Van der Elst, de éminence grise van beleggend Vlaanderen, hoopt ook op het beste, maar bereidt zich toch voor op het ergste: “Niemand weet hoe de vork in de steel zit, niemand weet waar de negatieve spiraal eindigt. Fondsen verkopen aandelen omdat mensen hun geld terugvragen. In 1987 heeft men de neergang gestopt door letterlijk de stekker van de computergestuurde verkopen eruit te trekken. Nu zitten er traders achter de schermen, maar men kan ze toch niet neerschieten?”

Beurzen betalen het gelag

De Fed mag dan de reddende engel zijn, maar door haar ingreep bespaart ze de roekeloze beursduivels een ticket naar de hel, waar velen hen graag zien branden (zie kader: Hebben de markten hun lesje geleerd?). Maar, zegt William De Vijlder: “Een renteverlaging was het enige wat de markten nog soelaas kon bieden. Op de kredietmarkten was er geen tegenpartij meer te vinden. En dus waren aandelen het enige wat financiële instellingen nog te gelde konden maken.”

Dat deden vooral hefboomfondsen massaal in een poging om hun eigen vermogen, dat verdampt was door de hypotheekcrisis, te herstellen. Maar door aandelen te dumpen, groeven ze hun eigen graf. Elke koersdaling verplichtte de hefboomfondsen om nog meer aandelen te verkopen. De beursdaling voedde zichzelf. “De huidige koersbewegingen kunnen in het algemeen fundamenteel niet serieus genomen worden,” luidt de analyse van de Nederlandse beursgoeroe Rienk Kamer. “Beurzen zijn bang voor wat er verder staat te gebeuren met de Amerikaanse huizen- en schuldenzeepbel. Tal van institutionele beleggers zijn al naar de nooduitgang gerend. Daar zal zich de komende weken nog een legertje hefboomfondsen aan toevoegen. Ze hebben behoefte aan cash door problemen elders en werden verplicht te verkopen door deelnemers die hun aandeel in het fonds uitbetaald willen zien.”

Beleggers negeren goed nieuws

De beurzen waren dus ook het kind van de rekening, hoewel de aandelen niet duur waren en de bedrijven de jongste weken vaak uitstekende resultaten publiceerden. Wat door de beleggers straal genegeerd werd. Aandelen zijn niet duur omdat de bedrijfswinsten hoog zijn, maar de vraag rijst of ze niet op hun cyclische top zitten. Moet de waardering van aandelen daarvoor niet gecorrigeerd worden? “Dat is de inzet van een intens debat, maar we denken van niet omdat de koers-winstverhouding op zijn langetermijngemiddelde zit en omdat we geen winstdaling verwachten,” zegt William De Vijlder.

Wat dus begon als een relatief onschuldige crisis op de Amerikaanse hypotheekmarkt – een sociaal drama in de VS, maar op zich vrij vlot verteerbaar voor de globale financiële markten – ontaardde in een volwassen financieel drama. Drie katalysatoren eisten hun tol. Eén: een lange periode van sterke economische groei, lage inflatie en lage rentevoeten verleidt de beleggers om meer risico’s te nemen. Twee: het eindeloos doorverkopen en doorschuiven van deze risico’s verdeelt de schok over veel partijen, maar dat verhoogt de roekeloosheid en zaait waardevernietigende onzekerheid in woelige tijden. En drie: de risico’s werden hoofdzakelijk genomen met geleend geld, wat niet alleen de opwaartse rit extra snelheid geeft, maar ook de duik naar beneden. “Deze mix zorgt ervoor dat financiële crises minder frequent voorkomen, maar als ze opduiken zijn ze moeilijker te beheren,” waarschuwde Timothy Geithner, voorzitter van de Federal Reserve van New York nog afgelopen mei.

Besmetting van echte economie?

De koppigheid van de crisis zal de komende maanden in hoge mate afhangen of de Amerikaanse economie de ellende op de kredietmarkten weet te verteren. Daar ligt de sleutel tot herstel of verder afglijden.

In het tweede kwartaal zat de Amerikaanse economie met een groei van 3,4 % op jaarbasis nog stevig in het zadel. De dalende investeringen in huizen en de pruttelende consumptiemotor wogen toen al op de groei, maar bedrijfsinvesteringen, export en overheidsbestedingen zorgden voor tegengas. Dat is hoopgevend, omdat de klad toch al enkele kwartalen in de huizenmarkt hangt. De Vijlder: “De residentiële investeringen leveren al vier à vijf kwartalen een negatieve bijdrage aan de groei, maar toch bleef de groei al die tijd overeind.”

Maar wat met de consumptie, die goed is voor 70 % van het Amerikaans bbp en de motor van de groei? Dreigt die niet stil te vallen, nu de gezinnen geen geld meer kunnen ontlenen met een stijgende waarde van het eigen huis als onderpand? De meningen zijn verdeeld. Geert Noels: “De brandstoftoevoer naar de consument valt stil. Als deze crisis geen groter effect heeft op de Amerikaanse economie, is dat een mirakel.” Stefan Duchateau ziet het anders: “Het gevaar dat de kredietgedreven consumptie zal stilvallen, is overdreven. De consumptie is vooral afhankelijk van het beschikbare inkomen en van een goed draaiende arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt is nog gezond en dit is geen zwaar recessieverhaal.”

Ook voor William De Vijlder zou de Amerikaanse economie moeten standhouden, al zit de angel nog altijd in het vlees. De Vijlder: “De cashdrainage uit het huis ligt al bijna twee jaar stil en toch bleef de consumptie overeind. Daartegenover staat dat gezinnen die hun huis tegen lagere prijzen moeten verkopen, tegen een minwaarde aankijken. Hun huis is geen geldbron, maar een geldverbrander. Dat heeft een heel negatief effect op de consumptie. Alles staat of valt met de werkgelegenheid, de belangrijkste motor achter de consumptie. Als de groei overeind blijft, houdt de arbeidsmarkt stand en dus ook de consumptie. Maar de groei kan bedreigd worden als de banken de kredietkraan dichtdraaien. Dat risico bestaat omdat de moeilijkheden in de hypotheekmarkt nog lang niet voorbij zijn. Een grote golf van leningen, afgesloten in 2006 tegen lage voorwaarden, noteert volgend jaar pas tegen marktrente. Als de banken met nog meer slechte leningen te maken krijgen, is het mogelijk dat ze hun algemene kredietpolitiek verstrakken, ook aan solvabele gezinnen en bedrijven. Dan wordt de hele economie besmet. Zolang dat niet het geval is, is de kans op een Amerikaanse recessie klein. Gebeurt het wel, dan zal de Fed nog sneller bereid zijn om de rente te verlagen.”

Daan Killemaes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content