Jurken van vandaag, gemaakt zoals vroeger

De kledingwinkel Des Habits et Moi – Des Robes et Moi in de chique buurt van het Kasteleinsplein in Brussel ziet eruit als een oud, oerdegelijk kleermakersatelier. Zo’n zaak waar op kwaliteit verzotte dames zich een nieuwe jurk voor een speciale gelegenheid komen aanmeten. Een prêt-à-porterlijn in hele kleine reeksen zorgt voor de moderne toets.

Des Habits et Moi û Des Robes et Moi, Simonisstraat 53, 1050 Brussel, tel. 02 544 08 78

Een schoolbal, een avondje opera, een huwelijk, een dansavond van de adel, maar soms ook simpelweg een cocktail… Tegenwoordig zijn de gelegenheden waarvoor men ‘zich kleedt’ weer helemaal terug van weggeweest. In de beau monde maar ook in de artiestenwereld zullen er altijd smaakvol geklede vrouwen zijn die er, ondanks het feit dat ze uiterst modern zijn, van houden om net als vroeger een jurk op maat te bestellen.

Voor dergelijke klanten bieden VéroniqueWendel en MarieAnneDujardin in hun Des Habits et Moi û Des Robes et Moi unieke stukken (atelierwerk) en jurken die zij in kleine oplages (een dertigtal stuks) maken. De klantenkring is overwegend Brussels, maar ze hebben ook fans in Vlaanderen en zelfs in Londen en Parijs. “Wij profiteren van de absolute en gestaag groeiende voorliefde voor de Belgische mode, ook al is die term geen gemene deler die voor alle ontwerpers van bij ons opgaat,” zegt Véronique Wendel.

Niet voor modeslaafjes

Het atelier achter in de alledaagse parterre beslaat niet meer dan 12 vierkante meter. Een kleine gootsteen en een koffiezetapparaat, drie krukjes en een strijkijzer. Het beroepsmatige gedeelte omvat een strijkplank, een Bernina-naaimachine en ook nog een Singer. Een piepklein plekje dat werd omgetoverd tot een droomfabriek voor twee jonge ontwerpsters die helemaal gek zijn van confectie. Marie Anne Dujardin is afkomstig uit Namen en zit al twintig jaar in het vak. Véronique Wendel is een Brusselse die de commerciële sector liet voor wat die was om zich volledig aan haar grootste passie te wijden.

Zowel de boetiek als de twee ontwerpsters blijven relatief discreet in de modewereld. Ze bouwen vooral door mond-tot-mondreclame een cliëntèle op, waaronder enkele trouwe volgelingen die al zeven jaar klant zijn. Véronique en Marie Anne vertellen dat bij hen service en de relatie met de klant voorop staan. “Imago is minder belangrijk voor ons en dat verklaart ook onze discretie. Dit is echt een niche in onze sector die nog niet was ingevuld. Wij zijn er voor vrouwen die geen slaven van de mode zijn. Vrouwen die niet gaan voor een naam, maar die ideeën hebben, die actief betrokken willen zijn bij het kiezen van wat bij hen past en voor wie een merk minder van belang is.”

Des Habits et Moi û Des Robes et Moi heeft niet veel beroemdheden in de klantenkring. IsabellaSoupart is een belangrijke uitzondering. Ze speelde mee in ‘Le Fils’ van de gebroeders Dardenne en droeg een prêt-à-portercreatie van Véronique en Marie Anne tijdens de presentatie van de film in Cannes tijdens het Festival van 2002.

Het prototype klant is een vrouw tussen de 35 en 50 jaar oud die werkt en van een persoonlijke stijl houdt. “Maar wij hebben ook klanten van 20 of 65,” merkt Marie Anne Dujardin op. “Veel van onze klanten werken voor de Europese Unie. Maar we hebben ook artiesten en sociaal werksters in ons klantenbestand.”

De perfecte baljurk

Eén van de specialiteiten van het huis zijn de avondjurken. Maar wat kenmerkt een avondjurk (ook wel baljurk genoemd) nu precies? “In de allereerste plaats de lengte,” antwoordt Véronique Wendel. “De jurk moet tot op de grond of zo goed als tot op de grond vallen, maar wel de enkels en vooral de schoenen vrijlaten. De jurk wordt ook vervaardigd uit een chique stof – nooit uit linnen – zoals satijn, zijde of andere moderne materialen. De materialen moeten in ieder geval een zekere glans hebben, want een avondjurk moet het licht vangen. Andere karakteristieken van onze avondjurken: meestal zijn de schouders bloot, hoewel wij niet voor diepe decolletés zijn, en de taille moet wat geaccentueerd worden.” Om wat voor een model het ook gaat, ieder detail benadrukt de vrouwelijkheid van de toekomstige draagster. In tegenstelling tot de kleine prêt-à-portercollecties die slechts verkrijgbaar zijn in de maten 36 tot 44, is voor avondjurken alles mogelijk, omdat die op verzoek op maat gemaakt worden.

Voor de collectie trouwjurken gelden eenvoudige principes: een sober en puur lijnenspel, met hier en daar subtiele nuances, natuurlijke en gestructureerde stoffen. In feite, en dat geven de dames grif toe, kan je een trouwjurk die uit een gekleurde stof is vervaardigd, daarna prima dragen als avondjurk of voor in de suite bij een ander huwelijk.

De prêt-à-porter wordt in een atelier in Charleroi gemaakt, en de avondjurken door een zelfstandige modinette in Brussel. Een kleine maaswerkcollectie wordt in Vlaanderen vervaardigd. De avond- en trouwjurken zijn goed voor een derde van de omzet van het modehuis. Een avondjurk in kleine oplage gaat reeds vanaf 600 euro over de toonbank, maar een uniek model kan tot 1250 euro kosten. De prijzen van de trouwjurken variëren tussen 1100 euro en 2000 euro. Voor de prêt-à-porter betaal je tussen 150 euro en 190 euro voor een pantalon, 200 euro tot 300 euro voor een jurk, en tussen 350 euro en 500 euro voor een mantelpakje. Dat is niet goedkoop, maar als je de hogere kostprijs van de materialen en de afwerking in aanmerking neemt, is de prijs-kwaliteitverhouding uiterst billijk. In de prêt-à-porter maken Wendel en Dujardin graag gebruik van luxueuze natuurlijke materialen, vaak zijn dat gestructureerde stoffen.

Véronique en Marie Anne werken vrijwel nooit met modistes. Er is wel een intense samenwerking met Mis, een ontwerpster van hoofddeksels en diademen die ook kleine tasjes en broches in vilt aanbiedt. Elke collectie, die gewoonlijk vijftien modellen per seizoen omvat (lente-zomer en herfst-winter), wordt opgeluisterd door details en accessoires: paarlemoeren knopen, banden waarmee de jurken sluiten, smalle ceintuurs in leer rond de taille om de welving van de rug te accentueren enzovoort.

Beide ontwerpsters houden zich met alle activiteiten van de zaak bezig en zij vullen elkaar op ieder vlak aan. Ze maken geen tekeningen, ze werken rechtstreeks op een paspop met het materiaal en de kleur, omdat ze heel veel waarde hechten aan hoe de kleding valt. Een beetje zoals in de tijd van de naaisters van onze moeders en grootmoeders.

Serge Vanmaercke

Het atelier achter in de alledaagse parterre beslaat niet meer dan 12 vierkante meter. Een piepklein plekje dat werd omgetoverd tot een droomfabriek voor twee jonge ontwerpsters.

“Wij zijn er voor vrouwen die geen slaven van de mode zijn. Vrouwen die niet gaan voor een naam, maar die ideeën hebben, die actief betrokken willen zijn bij het kiezen van wat bij hen past.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content