‘Jobs voor de jeugd moeten Europa’s prioriteit worden’

Wie zijn naam hoort, denkt meteen aan de maatregelen die de Duitse arbeidsmarkt zo radicaal hebben veranderd. Tegenwoordig wil Peter Hartz, de voormalige hr-manager van Volkswagen, vooral de jeugdwerkloosheid in de Europese Unie aanpakken.

Er zijn van die mensen die de loop van de geschiedenis veranderen. Peter Hartz is zo iemand. Zonder hem, of toch zonder de arbeidsmarkthervormingen die naar hem zijn genoemd, zouden Duitsland en waarschijnlijk ook Europa niet zo grondig veranderd zijn. Een verandering ten goede, zeggen sommigen: het land kent opnieuw groei en het werkloosheidscijfer maakt de buurlanden jaloers. Tegenstanders menen dat de ongelijkheid in Duitsland nooit zo groot was en dat de concurrentieverschillen in de EU de Europese structuur ondermijnen. Voor de voormalige hr-manager van Volkswagen blijkt die erfenis een zware last. De zeventigjarige Hartz voelt zich niet erg geliefd in eigen land. In zijn kantoor in Saarbrücken wikt en weegt hij zijn woorden uit vrees dat de critici opnieuw in de aanval gaan. Hij heeft de jongste maanden dan ook enkel zijn publieke rol weer opgevat om zijn levenswerk, de strijd tegen de werkloosheid, te kunnen voortzetten. Hij denkt de steen der wijzen te hebben gevonden om de jeugdwerkloosheid te drukken. Maar daarvoor heeft hij de steun van de Europese overheden nodig.

Eind juni organiseerde u in het Duitse Saarbrücken een congres onder begeleiding van de Europese Commissie om de jeugdwerkloosheid binnen de EU tegen te gaan. Waarom hebt u zich in dat avontuur gestort?

PETER HARTZ. “Er zijn 5,7 miljoen werkloze jongeren in Europa. Dat is onaanvaardbaar. Hoe is het mogelijk dat het zo rijke Europa zijn jeugd geen jobs of opleiding meer kan geven? Als wij willen dat jongeren in het Europese project blijven geloven, moet Europa ook iets voor hen doen. Daar hangt de toekomst van de EU van af. Dat zou de belangrijkste prioriteit moeten zijn. Ik heb erg genoten van Stéphane Hessels betoog aan de Franse jeugd in Indignez-vous!. Maar het zijn niet enkel de jongeren die verontwaardigd moeten zijn, maar de hele maatschappij. Werkloosheid is een gevolg van de onverschilligheid van mensen met een job voor degenen die er geen hebben.”

Bent u zo’n ‘verontwaardigde’?

HARTZ. “Ik zet mij in omdat ik ervan overtuigd ben dat het probleem opgelost kan worden. Het is moeilijk werkloos te zijn op een leeftijd waarop je het leven in eigen handen moet nemen en niet passief en gefrustreerd zou mogen leven van so-ciale bijstand. De adolescentie en de intrede in het volwassen leven zijn periodes van intense nieuwsgierigheid en creativiteit. Moeten we zomaar aanvaarden dat onze jongeren op dat punt in hun leven ingetoomd worden?

“Om het probleem op te lossen, zijn er drie dingen nodig: ideeën, de juiste middelen en politieke macht. Wij leveren de ideeën en Europa heeft de middelen. We moeten dus enkel nog de machthebbers overtuigen. Vandaar dat congres, waarop wij ook een proefprogramma gelanceerd hebben.”

Wat houdt dat programma in?

HARTZ. “Wij willen jonge werklozen in Europa nieuwe toekomstperspectieven bieden. Elk van hen zou een opleiding, een studieplan of een job aangeboden moeten krijgen en de kans moeten krijgen zich tijdelijk in een andere lidstaat te vestigen om te werken of te studeren. Die jongeren zouden het statuut van europatriate moeten krijgen. De term is afgeleid van expatriate. Daarbij wordt veel verwacht van de mogelijkheden van big data.”

Wat bedoelt u daarmee?

HARTZ. “Samen met onderzoekers hebben wij een programma samengesteld dat gebruikmaakt van die technologieën en jongeren moet helpen opnieuw op de arbeidsmarkt te komen. De eerste stap is een talentdiagnose, een digitaal instrument dat de sterkten van elke persoon naar voren brengt met behulp van vragenlijsten en algoritmen. De resultaten van de test worden door experts besproken. Die methode wordt meestal enkel voor hooggekwalificeerden gebruikt, maar zou toegankelijk moeten zijn voor alle werkzoekenden. Na afloop van de test moet iedereen een persoonlijk ontwikkelingsplan indienen. Op basis daarvan proberen wij voor hem of haar een job te vinden. Daarvoor hebben wij de jobradar ontwikkeld.”

Wat is dat precies?

HARTZ. “Dat is een tweede digitale database waarmee wij nieuwe en bestaande arbeidsplaatsen kunnen lokaliseren door miljarden gegevens met elkaar te vergelijken en te combineren. Jongeren kunnen zelfs hun job creëren, omdat wij heel gedetailleerd de omvang van de behoeften, en dus van de potentiële markt, kunnen bepalen. Wij hebben zo 130 soorten jobs bepaald en die onderverdeeld in verschillende categorieën: huishoudhulp, gezinshulp, ondersteunend onderwijs, gezondheid en wellness, tuin en natuur…”

Ligt de toekomst van Europa dan bij de dienstverlening aan personen?

HARTZ. “Nee, want niet alle jonge werklozen hebben hetzelfde profiel. Een jonge Spaanse informaticus of ingenieur met een goede opleiding wordt door een Duits bedrijf met open armen ontvangen. Maar dat lukt alleen op twee voorwaarden: ze moeten een taalopleiding hebben genoten en ze moeten vooral in contact blijven met hun thuisland zodat ze er later kunnen terugkeren, wanneer er opnieuw vraag is naar mensen met hun capaciteiten. Dat alles moet goed worden georganiseerd om polemiek rond een braindrain te vermijden. Vandaar ons europatriatesproject.

“Er zijn ook nog al die jongeren die geen opleiding hebben genoten en waarvan men al te vaak zegt dat er niets voor hen te doen valt. Ons programma toont aan dat dat niet het geval is.”

Hoe kunnen jongeren opnieuw werk in eigen land vinden als dat voortdurend in crisis verkeert?

HARTZ. “Ze hebben hun lot in eigen handen genomen en nieuwe kansen ontdekt. Ze zijn dus heel goed in staat zelf een plaats op de arbeidsmarkt te veroveren. Daarom leggen wij vooral de nadruk op jobs in de dienstensector: het is makkelijker een klein bedrijf op te starten in die sector dan in de industrie.”

Hoe wordt uw programma op Europees niveau beheerd en gefinancierd?

HARTZ. “Onder leiding van Brussel kan elk land onze ideeën aan zijn eigen cultuur aanpassen. Ook stellen wij de ‘so-ciale franchise’ voor, gebaseerd op het model van de commerciële franchise. Dat is een netwerk van agentschappen die over heel Europa verspreid zijn en de europatriates op hun traject moeten begeleiden. De kosten mogen we niet onderschatten. Het gaat om een investering van 30.000 tot 40.000 euro per werkloze. Daarom hebben wij financieringsmethoden bedacht die de schulden van de lidstaten niet verder doen oplopen. Het gaat om uitwisselbare ‘opleidingstitels’ uitgereikt door een Europees fonds dat ondergebracht wordt bij de Europese Investeringsbank. Het geld in dat fonds zou afkomstig zijn van publieke en private investeerders, die er belang bij hebben om de jeugdwerkloosheid te bestrijden: EU-lidstaten, bedrijven met een gebrek aan arbeidskrachten of particulieren. De titel materialiseert het recht op opleiding en de waarde ervan. De opleiding van de jongere wordt ermee gefinancierd, of het bedrijf dat hem of haar als leerling aanneemt wordt ermee vergoed.”

Hoeveel jongeren denkt u zo te kunnen bereiken?

HARTZ. “Wij hopen ons programma over heel Europa uit te breiden en daarvoor hebben wij de steun van de overheden van alle 28 lidstaten nodig. Zij moeten zich ervan bewust worden dat de huidige methodes om jeugdwerkloosheid tegen te gaan zeker nuttig zijn, maar toch nog veel te wensen over laten. Wij hebben hier in het Saarland onze instrumenten uitgetest en ze werken. Laten we ze dus gebruiken.”

Wat is het verband tussen dit initiatief en de arbeidsmarkthervormingen die u ten tijde van de regering-Schröder mee heeft ingevoerd?

HARTZ. “Tien jaar na datum is het duidelijk dat Duitsland, dankzij die hervormingen, opnieuw concurrentieel geworden is en de werkloosheid teruggedrongen heeft. Maar we maakten ons toen te weinig zorgen over de langdurige werkloosheid.

“Het werk dat wij nu doen, is zowel van toepassing op jongeren als op langdurig werklozen en toont aan dat er daadwerkelijk een oplossing bestaat. De echte vraag is trouwens waarom de politici niet meer gebruikmaken van de mogelijkheden die de technologische vooruitgang ons biedt om de werkloosheid beter te bestrijden.”

De hervormingen die naar u werden genoemd hebben de Duitse economie een nieuwe impuls gegeven, maar ze hebben ook heel wat armoede en ongelijkheid voortgebracht. Had u dat verwacht?

HARTZ. “Ik denk nog altijd dat de werkloosheid zelf de grootste ongelijkheid is. Daarnaast moet men er zich ook van bewust zijn dat de hervormingen die in 2002 door het parlement werden goedgekeurd niet exact dezelfde waren als diegene die de commissie heeft voorgesteld. Vooral het bestaansminimum voor werklozen zonder recht op uitkering had hoger kunnen zijn: ons voorstel was 500 euro, de overheid heeft het op minder dan 400 euro gehouden. Tegelijk wilden wij het minimumloon per uur toen al laten vastleggen op 7,50 euro.

“Ik denk nog altijd dat we de huidige ongelijkheden beter hadden kunnen tegengaan als die raadgevingen waren opgevolgd. Daarnaast betreur ik het dat de hervormingen naar mij werden ge-noemd.”

Is dat een zware last om te dragen?

HARTZ. “Ik wil mijn gevoelens daarover niet kwijt. De hervormingen zijn positief geweest, ook al is er nog veel werk aan de winkel.”

Denkt u dat sommige van die hervormingen ook elders in Europa zouden kunnen of moeten worden ingezet?

HARTZ. “Ik wil niemand de les spellen. Ik trek lessen uit de fouten die wij ge-maakt hebben. Het heeft, bijvoorbeeld, vijftien jaar geduurd alvorens de Kurz-arbeit (werktijdverkorting, nvdr) als wet werd goedgekeurd. Het concept werd voor het eerst ingezet bij Volkswagen in 1993, maar de wet werd pas in 2008 goedgekeurd. Toch is het een goede manier om ontslagen te vermijden en bedrijven ervan bewust te maken dat werknemers troeven zijn, geen dure lasten die ze kwijt moeten raken. In sommige landen spreekt men van deeltijdse werkloosheid, maar men zou het deeltijdse arbeid moeten noemen. Door dat aan te moedigen, zouden er al gauw een miljoen werklozen minder zijn.”

Kunt u nog andere voorbeelden geven van ‘overdraagbare’ hervormingen elders in Europa?

HARTZ. “Wij hebben het ‘aanvaardbare jobaanbod’ geherdefinieerd. Daarmee bedoelen we een job die aan bepaalde geografische en financiële criteria voldoet of een bepaald type van werk omvat. Op basis van die criteria kan een werkloze de job aannemen. Daarnaast hebben wij ook de interne werking van de arbeidsbureaus veranderd. Het is niet langer de taak van het bureau om aan te tonen waarom iemand een job zou moeten aanvaarden. Een werkloze krijgt nu ook de kans om uit te leggen waarom hij of zij bepaalde jobs niet kan aannemen.”

Denkt u niet dat de Europese landen beter een coöperatief beleid zouden voeren dan deel te nemen aan de wedloop naar de interne devaluatie die we vandaag vaststellen?

HARTZ. “Volgens mij is de tijd nog niet rijp om de schulden van de verschillende EU-lidstaten onder elkaar te verdelen. Daarentegen zou het een mooi voorbeeld zijn van coöperatieve politiek als onze huidige voorstellen om jeugdwerkloosheid tegen te gaan op Europese schaal zouden worden ingevoerd.”

L’EXPANSION

“Hoe is het mogelijk dat het zo rijke Europa zijn jeugd geen jobs of opleiding meer kan geven?”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content