JAARVERSLAG NBB. Besparingstruuks

Door te goochelen met cijfers slagen de statistici van de Nationale Bank erin méér te besparen dan de regering.

De werkelijke bezuinigingen komen niet uit Hertoginnedal daar worden alleen maar belastingen verhoogd maar worden gedaan in de Berlaimontlaan, in de kantoren van de Nationale Bank. Terwijl de overheid er ook in ’94 niet in slaagde de primaire uitgaven te verminderen (zij stegen met 4,5 %, nagenoeg evenveel als het BBP) wisten de statistici van de Nationale Bank over vorige boekjaren (meer bepaald tussen ’90 en ’93) de uitgaven van de overheid te verminderen met 68 miljard. Op identieke (statistische) basis bezuinigden zij in vermelde periode zelfs 73 miljard op de rente-uitgaven.

In die vier jaren uit het verleden verminderden zij de totale uitgaven van de overheid zodoende met 141 miljard ; een prestatie die veruit die van de regering overtrof. Toch bedroeg de statistische winst op de lopende rekening (inkomsten en uitgaven, inclusief rente) van de overheid per saldo geen 141 miljard, omdat over de geciteerde periode op de ontvangsten een min-korrektie ten bedrage van 34 miljard moest worden doorgevoerd, zodat de nettowinst op de lopende rekening van de overheid over die jaren zich uiteindelijk beperkt tot 108 miljard frank (zie tabel 1 : Statistische besparing).

VERMINDERDE UITGAVEN.

Nochtans daalde het totaal van nieuwe verplichtingen van de gezamenlijke overheden gedurende de periode ’90-’93 niet met die 108 miljard. Die post steeg nominaal nog met 23 miljard (zie tabel 2 : Netto financieel tekort) ; dat maakt een relatief verschil van 131 miljard. Bijgevolg moeten andere komponenten op de balans van het netto financieel tekort van de gezamenlijke overheid belangrijke wijzigingen (in negatieve zin) hebben ondergaan. En dat is ook zo.

Zo werden op de rekeningen Budgettaire Kredieten en Participaties en Debudgetteringen en voorfinancieringen negatieve korrekties ten belope van 30 miljard geboekt. De belangrijkste wijzigingen hadden evenwel plaats op de post Vorming van financiële activa in BEF. Die werden voor de jaren ’90, ’91 en ’92 in ruime mate “aangepast” en voor 1993 bijgesteld voor 12 maanden (zie tabel 3 : Financiële activa).

Die vermindering van de uitgaven is overigens niet de enige positieve inbreng van de statistici van de Nationale Bank. Gespreid over dezelfde periode verhoogden zij ook het BBP (bruto binnenlands produkt) van ons land met 256 miljard of ruim 3,5 % (zie tabel 4 : Bruto binnenlands produkt).

VERSLAG ’93 VERSUS ’94.

Dit alles komt niet naar voren uit het jaarverslag 1994 zelf, maar blijkt uit een vergelijking van de cijfers uit het verslag 1994 met de overeenkomstige cijfers uit het verslag van 1993. Het betreft dus niet zozeer de korrekties over het jaar ’93 (die als ramingen werden naar voren gebracht in het verslag van het betrokken jaar), maar om strukturele aanpassingen die nagenoeg gelijk verdeeld zijn over de jaren ’90 tot ’93.

Dat alles had vanzelfsprekend ook zijn weerslag op de schuldratio’s, de verhouding van de schuld tot het BBP. De gekonsolideerde brutoschuld van ’93 steeg zodoende tot 137,23 % (in het jaarverslag ’93 was dat 135,9), wat het in ’94 mogelijk maakte ze te zien dalen tot 136,04 %. Na verrekening van de financiële activa steeg de netto schuld trouwens van 127,98 % in ’93 tot 128,35 in ’94.

STATISTIEKEN.

Het is een vrij beperkte stijging, maar ook geen daling, zoals mocht worden verwacht na de doorgevoerde bezuinigingen en vooral ingevolge de fors toegenomen fiskale bijdragen van de burgers.

Sommige aanpassingen van de gegevens zijn ongetwijfeld doorgevoerd op grond van latere cijfers van het Nationaal Instituut van de Statistiek, een overheidsinstelling die met een enorme vertraging werkt. Aangezien de rekeningen en de balansen van de overheidsexploitatie niet worden weergegeven in een wettelijke (dubbele) boekhouding die na afsluiting niet meer gewijzigd kan worden maar enkel een statistisch karakter hebben, zullen geobsedeerde statistici die gang van zaken misschien normaal vinden. Maar wat is de konkrete bruikbaarheid van statistische gegevens, als die na jaren telkens weer gewijzigd worden ? (zie ook kader : Vuilbak ?)

Uit de gegevens over 1994 kunnen overigens nog andere interessante konklusies worden getrokken in verband met het beleid van de overheid. Zo blijkt dat het totaal van de primaire uitgaven van de overheid in 1994 met een nagenoeg identiek percentage bleef stijgen als het BBP. In ’94 bedroeg deze verhouding 43,06 % tegen 43,15 % in ’93, een te verwaarlozen verbetering. Hoe kan de schuld op termijn worden verminderd als die verhouding niet daalt in konjunktureel gunstiger jaren ? Men dient er immers rekening mee te houden dat zo’n bezuiniging al helemaal niet lukt in konjunktureel ongunstige jaren of in verkiezingsjaren.

De verbetering van het te financieren saldo met 98 miljard in ’94 (433 tegen 531) gebeurde dan ook volledig via hogere inkomsten (belastingen). Zo er al bezuinigd werd op de uitgaven, dan was dat enkel om een nog grotere ontsporing te voorkomen. In die voorwaarden zal de geplande afbouw van de schuld dan ook volledig door de (toenemende) fiskaliteit moeten worden gedragen.

MISPLAATST TRIOMFALISME.

De opdracht van de Nationale Bank is niet gemakkelijk. Haar jaarverslag is een dokument dat ook in het buitenland wordt bestudeerd, zodat het zaak is om een zo goed mogelijk beeld van ons land over te brengen. Anderzijds echter is het dokument ook bedoeld als (liefst objektieve) voorlichting van de eigen bevolking en als werkinstrument voor de politici.

Zo’n gunstige voorstelling wettigt geen triomfkreet over de daling van het te financieren saldo in 1994 tot onder het gemiddelde van de Europese Unie, te weten 5,4 % tegen 5,6 % als Europees gemiddelde. Dat Europees gemiddelde wordt immers mede bepaald door de hoge tekorten van de zuiderse landen Italië, Spanje en Griekenland, die nog begrotingstekorten vertonen van 7 % à 10 %. Daarmee mag ons land zich niet vergelijken. België moet zich veeleer richten naar het gemiddelde van de buurlanden en belangrijkste handelspartners en het gemiddeld tekort van die landen bedraagt slechts 4,65 %. Meer zelfs, indien België op monetair vlak toch de sterke valuta mark en gulden wil volgen, moet het zich ook budgettair richten naar die landen en in dat geval mag het begrotingstekort slechts 3,35 % bedragen.

RIDIKUUL.

En zo’n gunstige voorstelling naar het buitenland toe mag alleszins niet met verkeerde argumenten worden aangebracht. Dan geven zij aanleiding tot eigen ridikulizering. En dat doet de Nationale Bank, in navolging van heel wat politici. Ook een serieuze instelling als onze centrale bank lijkt inderdaad te pronken met het hoogste primair overschot van heel Europa. Dat primair surplus is het deel van de inkomsten dat, naast de primaire uitgaven, besteed wordt aan rentebetaling op de overheidsschuld. Bij een onveranderlijk tekort van 3 % BBP (en bij gelijke rentevoet) zal het primair overschot van een land evenredig toenemen met de totale schuldenpositie. Wegens de hoge schuldenberg van België (136 % van het BBP) moet het land meer dan 10 % BBP besteden aan rentebetalingen. Een land met een schuldratio van 68 % BBP moet dan ook slechts de helft aan rente betalen van de Belgische overheid, in casu 5 % BBP (of minder omdat zo’n land aan een lagere rente kan lenen). Bij een vast financieringstekort van 3 % heeft zo’n land voldoende aan een primair overschot van 2 % terwijl België een 5 % groter overschot of een surplus van 7 % moet scheppen om aan zijn renteverplichtingen te kunnen voldoen. Is dat nu een zaak om trots op te zijn ? Temeer omdat deze toestand tot vervelende en negatieve neveneffekten leidt zoals een hogere belasting, te weinig overheidsinvesteringen en een lagere ekonomische groei. Zo’n opgedrongen rekord is dan ook veeleer een beschamende situatie dan een prestatie waarover we ons dagelijks dienen te verheugen.

ANDRÉ LAMMENS

VERFRAAIDE CIJFERS De Nationale Bank poetst niet alleen haar gevel op.

In vier jaren verminderden de statistici van de Nationale Bank de totale uitgaven van de overheid met 141 miljard. Omdat op de ontvangsten ook een min-korrektie moest worden geboekt, bedroeg de nettowinst uiteindelijk 108 miljard.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content