IS TRACTEBEL POTDOOF ?

President Chirac belde met Jérôme Monod ( La Lyonnaise)tijdens de persconferentie over de fusie met Suez. De landsvader die zich persoonlijk buigt over de schaalvergroting ! Moet Suez-La Lyonnaise een expressie worden van la grandeur française ?Johny Cornillie citeert een krantenverslag van Le Figaro terwijl hij zijn binnenpretjes niet verheelt. Hij is sinds twee jaar bestuursvoorzitter van Groep van Gansewinkel, na twaalf jaar kabinetschef van Vlaamse excellenties te zijn geweest. Johny Cornillie is een voortreffelijke getuige van het voorgenomen luxehuwelijk. Hij concurreert met dochters van de nieuwe megagroep en was, als kabinetschef van minister-president Luc Van den Brande (CVP), nauw betrokken bij de bezinning over de verankering in de Vlaamse sleutelsectoren en onderhandelingen met het pit van Generale Maatschappij en Tractebel. Als hij had gewild, was hij een eerste viool gaan spelen bij het conglomeraat van de Koningsstraat. De invitatie werd geregeld geformuleerd toen duidelijk was dat Johny Cornillie de politiek zou verlaten.

JOHNY CORNILLIE.Gérard Mestrallet wil in vier groeisectoren milieu, water, energie en telecom in drie emerging markets Oost-Europa, China en Latijns-Amerika doordringen. Van Tractebel leent hij de Powerfin-strategie. De snelle doorbraak van de Belgische specialist in de energiebranche van de nieuwe landen heeft in Parijs de ogen geopend. Figuurlijk denkt Suez-La Lyonnaise aan vier Powerfins, voor elk van de hoofdactiviteiten één. Philippe Bodson van Tractebel wordt het slachtoffer van zijn eigen succes. Als je wil doorbreken in de genoemde gebieden is grootschaligheid medebepalend voor het verwezenlijken van je oogmerken. Dat is het standpunt van de onderneming. Maar gaat dit altijd ten voordele van de klanten, van de burgers ? Een korte en rechtstreekse relatie tussen klanten en leveranciers is essentieel voor een dienstverlenende onderneming. Bepalend voor het succes is de economische situatie van het gebied waarin je belandt, de vigerende wetgeving en de stabiliteit van het beleid. Wat kan een mastodont aanvangen in opkomende markten waar de noodzakelijke wetten zelfs niet zijn goedgekeurd, laat staan worden toegepast ?

TRENDS. Groep van Gansewinkel heeft nu ook een Franse dochter. Hoe is de ervaring met de Franse superconcurrenten, La Lyonnaise en Générale des Eaux ?

Ze kunnen veel leren van de milieubedrijven uit de Benelux. Nederland en Vlaanderen hebben kleinere bedrijven in de dienstverlening rond het afvalprobleem die het merkelijk doelmatiger en klantvriendelijker doen dan de twee grote Fransen. Ik zie daar concreet dat grootschaligheid niet steeds werkt.

Wordt de fusie niet afgezwakt door de liberalisering, deregulering en de marktwerking in de nutssectoren ?

Suez-La Lyonnaise wil prioritair groeien in de landen in ontwikkeling. Daar worden de nutssectoren nog langer dan in West-Europa beschermd. Op ons continent zijn de telecombedrijven vaak staatsondernemingen sneller geliberaliseerd dan de privé-ondernemingen in de energie. Paradoxaal, niet ? Dat bewijst hoeveel weg er nog is af te leggen voor de deregulering in de rijpe economieën. Via regelgeving blijven de regeringen en de parlementen trouwens steeds betrokken partij. Bij Franse groepen is als beginsel de politiek nooit ver weg. President Chirac heeft oog voor de versterking van de handelsrelaties tussen Frankrijk en China. Dat zal Suez-La Lyonnaise, als de vrijage lukt, geen windeieren leggen.

Plots ontdekt het Belgische politieke milieu de “corporate governance” als verweermiddel tegen de greep van Suez-La Lyonnaise op Tractebel. Te vroeg, te laat ?

Het concept behoorlijk bestuur, corporate governance, dus de afpaling van de respectieve verantwoordelijkheid tussen aandeelhouders en bestuurders, is jong en onvoldoende rijp. Ik ben beheerder van het nieuwe Instituut voor Bestuurders en daar hebben wij nog geen werkzame definitie voor corporate governance. De actuele discussie blijft dus een schermwedstrijd met botte rapieren. Een belangrijker punt voor mij is de structurele ondervertegenwoordiging van de Vlamingen, de bewoners van het wingewest van Tractebel en Generale Maatschappij, in de bovenstructuur van die holdings. Vandaag lees je in de interviews met de toplui van de twee geen woord meer over dit probleem. Nu is het al autonomie van bestuur wat de klok slaat. Waarom ? Het evenzo belangrijke probleem van de presentie van de Vlamingen en Vlaanderen het leeuwendeel van hun Belgische markt in hun top en bestuursorganen blijft bestaan. Als dat probleem wordt opgeruimd, zal er ook meer oprechte belangstelling zijn voor het lot van Tractebel en Generale Maatschappij in het grootste deel van België. Gérard Mestrallet belooft al jaren vooruitgang, het enige wat gebeurt is dat die litanie geregeld herhaald wordt.

Wat te denken van de acties van Eric Van Rompuy (CVP) om binnen te breken bij Generale Maatschappij en Tractebel ?

Wat Vlaams minister van Economie Eric Van Rompuy doet, is lovenswaardig. Ik wens hem een stevige vinger in de pap toe. Maar de fundamentele vragen blijven. Als we binnen die holdings geraken, als dat zogenaamde entrisme lukt, wat dan ? Wat zullen we ermee bereiken ten voordele van de economie in Vlaanderen ? Wat is dan de strategie, wie zijn de partners, voor welke doelstellingen ?

Zelf heeft u geweigerd om op hoog niveau “iets” te ondernemen bij de twee holdings ?

Bij Groep van Gansewinkel heb ik daarover geen gram spijt. Hier kan ik de strategie ontwerpen én uitvoeren. Bij Generale Maatschappij en Tractebel formuleer je vandaag een strategie en ontbreekt de finale macht om ze te verwezenlijken. Wat is je invloed in dat type van organisatie ? Gérard Mestrallet is knap, maar zoals hij zijn er in dat concern geen drie of vier. Je wordt prompt ondergesneeuwd als je meer wil doen dan mooie plannen smeden. Dat is niks voor mij.

FRANS CROLS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content