Inter-Beton zoekt de roze snelweg naar winst

Negen maanden geleden in twee gesplitst, en nu een nieuwe moedermaatschappij. Van Inter-Beton verwacht Spohn Cement dat het nieuwe producten ontwikkelt en verse markten aanboort. Topman Marc Jonckheere vertelt over zijn roze beton en sneldrogende autowegen.

Vorige week verraste Spohn Cement, de investeringsmaatschappij van de Duitse miljardair Adolf Merckle, de beurswereld met een onverwacht bod van 6,52 miljard euro op de Duitse cementgroep HeidelbergCement, moeder van het Belgische CBR en Inter-Beton. Analisten kaderden de operatie in de voortgaande consolidatiegolf, want een melkkoe was de Duitse cementreus de laatste jaren steeds minder. De vraag naar cement is sinds 2001 fors gedaald, en ook de vraag naar stortklaar beton, goed voor 54 % van het cementverbruik, kalfde de laatste jaren af.

In de wetenschap dat stortklaar beton de specialiteit is van Inter-Beton, hadden we verwacht een half-wanhopige Marc Jonckheere aan te treffen. Maar de algemeen directeur blijft nuchter en acht zelfs een omzet van 100 miljoen euro mogelijk over enkele jaren. Nochtans bleef die in het laatste boekjaar steken op 85 miljoen euro, en zat er in 2004 evenmin groei in. “We zullen blij zijn als we ons kunnen handhaven. Dat is niet vanzelfsprekend met dalende prijzen en een krimpende markt. Misschien brengt 2005 beterschap, als de storm in deze sector overwaait en de prijzen weer gaan liggen.”

Onder de marge werken

Eerste opdracht is echter opnieuw winst halen uit de kernactiviteiten. “We proberen de markt voor stortklaar beton groter te maken, door bestaande toepassingen te vervangen door onze nieuwe betonproducten,” zegt Jonckheere. “Met onze technologische innovaties proberen we ook meer potentieel aan te boren. Overnames sluiten we uiteraard nooit uit.”

Inter-Beton mag met zijn 23 betoncentrales dan in staat zijn om de grootste volumes af te leveren, in een markt waar de afgelopen twee jaar een prijzenslag zonder weerga woedde, volstaat dat niet. “De marges zijn bijzonder klein,” zucht Jonckheere. “En de prijzen dalen nog steeds. Af en toe wordt er zelfs zonder marge gewerkt. Nergens zijn er zoveel centrales als in België. Voor een activiteit als de onze, die een lage instapdrempel heeft en bij uitstek lokaal is, heeft dat grote gevolgen.”

De rekeningen die in juni 2004 werden neergelegd, toonden dan ook een bedrijfsverlies van bijna 1 miljoen euro. Jonckheere schrijft dat resultaat ten dele toe aan de krimpende markt (-8,5 % in 2002, -7 % in 2003). Zowel de openbare werken als de privé-investeringen laten het nog steeds afweten. “De bouw is zogezegd de barometer van onze economie. Maar zelfs nu het geld goedkoop is, blijven de investeringen schommelen.”

Om de negatieve tendens om te buigen, besloten de aandeelhouders van Europa’s tweede cementproducent begin 2004 kosten te besparen. De fusie van het Nederlandse ENCI en het Belgische CBR in het grensoverschrijdende cementbedrijf Cem Bene moest de productiecapaciteit verminderen en een rem zetten op de (personeels)kosten: het plan kost 270 banen in Nederland en 200 in België.

Esthetisch verantwoord beton

Heidelberg versnelde tegelijk de introductie van alternatieve brandstoffen zoals zuiveringsslib, dierenmeel en vetten, om het dure verbruik van steenkool en gas in de cement- ovens terug te dringen. En de cementgroep nam Inter-Beton weer volledig onder haar hoede. De marktleider op het vlak van stortklaar beton was tot september vorig jaar voor de helft in handen van concurrent Holcim. Door de 44 betoncentrales netjes over de twee aandeelhouders te verdelen, ontstonden er twee nieuwe betonbedrijven.

“Een fiscaal-technische ingreep,” zegt Jonckheere. Maar, gaat hij voort, de aandeelhouders beschouwen de betonactiviteiten als de voorhoede die de cementindustrie uit het slop kan trekken. Heidelberg rekent op Inter-Beton voor de ontwikkeling van nieuwe producten en het aanboren van verse markten.

Daarom trekt Inter-Beton voluit de kaart van de technologische vernieuwing. Hun meest recente exploot is de UltraFastMix, een sneldrogende betonsoort die samen met de KU Leuven werd ontwikkeld. In nauwelijks 36 uur is de gegoten betonlaag weer berijdbaar. “Herstellingen aan wegen kunnen voortaan gebeuren zonder omleidingen en bijbehorende miserie,” zegt Marc Jonckeere.

Bovendien kan beton ook erg mooi zijn. Inter-Beton werpt zich op als pleitbezorger van esthetisch verantwoorde beton, in roze, oker of grijsblauw (Colormix), ruw aan de buitenkant (Drainmix), glad als marmer (Marmix) of met voorgedrukte motieven of nerven (Printmix). “Daarvoor richten we ons vooral tot de architecten,” zegt Marc Jonckheere. En die blijken daar ook oren naar te hebben. Getuige de bibliotheek van Oostende en de golvende gewelven van het HST-station van Luik-Guillemins, waar Inter-Beton telkens zijn producten mocht storten.

Uitkijken naar de gemeenteraadsverkiezingen

Behalve de vernieuwingen wil het bedrijf ook zijn oude troeven uitspelen. Een sterke gedecentraliseerde organisatie, een volledige geografische spreiding en vertrouwensrelaties met de klanten. Elke centrale moet ook in staat zijn om de nieuwste producten te leveren. “Wij koppelen de flexibiliteit van een KMO aan de kracht van een grote groep,” zo omschrijft Marc Jonckheere het. Maar ook daar ziet hij nog heel wat ruimte voor verbetering. “We zouden meer moeten denken als een aannemer. Wat is de moeite waard, wat niet? Daarom gaan we nu systematisch werken met voorcalculatie en nacalculatie. Zodat we ons niet meer mispakken aan een opdracht of te laag gaan in de prijs.”

Of Inter-Beton het tij kan doen keren, hangt af van zijn lokale resultaten. “Ons bedrijf staat of valt met de inbedding in de provincies,” zegt Marc Jonckheere. “Het is de som van de centrales die aangeeft hoe wij evolueren.” Het soort opdrachten varieert. Inter-Beton heeft mee de kaaimuur opgetrokken van het Antwerpse Deurganckdok, maar het levert net zo goed beton om een kapotte stoeprand te herstellen. Ruim 20 % van de activiteit haalt het bedrijf uit kleine of grote openbare werken. Geen wonder dat halsreikend wordt uitgekeken naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2006. “We zijn erg hoopvol gestemd, want verkiezingen betekenen voor ons meer werk,” zegt Jonckheere. “Ook de herstellingen aan wegen zouden opdrachten moeten opleveren. Net zoals een aantal betonnen constructies uit de jaren zestig en zeventig die aan renovatie toe zijn.”

Wouter De Broeck

“Dankzij een sneldrogende betonsoort kunnen wegenwerken gebeuren zonder omleidingen en bijbehorende miserie.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content