Innoveren met steun van de fiscus

Camille van Vyve Adjunct-hoofdredactrice van Trends-Tendances

Hoewel innovatie een stokpaardje is van zowel Europa als België, doen maar heel weinig bedrijven hun voordeel met de maatregelen ter bevordering van innovatie.

Zowel op Belgisch als op Europees niveau regent het steunmaatregelen om innovatie te financieren. “Toch zijn er maar weinig bedrijven – en bovenal weinig kmo’s – die daar weet van hebben en er doordacht gebruik van maken”, betreurt Arjaan Muntslag, senior consultant bij Alma Consulting Group, een bedrijf gespecialiseerd in advies over innovatiefinanciering.

“Het is niet voor iedereen duidelijk wat precies onder de noemer innovatie valt en wat niet. Ondernemingen zijn ook bang dat ze zich niet correct zullen kunnen verantwoorden bij controles als ze gebruikmaken van belastingvoordelen. En tot slot verandert de reglementering over subsidies geregeld”, aldus de consultant.

Als het over innovatiefinanciering gaat, moeten we een duidelijk onderscheid maken tussen rechtstreekse en onrechtstreekse steun. “De rechtstreekse steunmaatregelen zijn bijvoorbeeld subsidies, renteloze leningen of leningen tegen een verlaagde rente. De onrechtstreekse zijn belastingvoordelen, waardoor op innovatie gerichte arbeid minder zwaar wordt belast”, verduidelijkt Arjaan Muntslag.

Dit artikel gaat over de onrechtstreekse steun, met name over de fiscale steunmaatregelen. Die steunmaatregelen zijn een federale bevoegdheid. Het kaderstuk Vlaamse en Europese subsidies biedt u een beknopt overzicht van waar u informatie kunt vinden over de rechtstreekse Vlaamse en Europese steun.

Wat is O&O?

Nog een problematisch element is de definitie van wat wel en niet onder ‘Onderzoek en Ontwikkeling’ valt. “Mettertijd zijn de beoordelingscriteria veranderd”, stipt Arjaan Muntslag aan. “Neem nu de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing, waarbij ondernemingen 75 procent van de bedrijfsvoorheffing voor hun onderzoekers kunnen uitsparen. Aanvankelijk vielen alleen burgerlijk ingenieurs en doctors onder die categorie. Maar sinds 2007 kunnen ook masters en industrieel ingenieurs als onderzoekers worden beschouwd. Overigens pleiten veel werkgevers ervoor de maatregel uit te breiden naar de bachelors, met name in de informaticasector waar momenteel nogal wat innovatieprojecten lopen.”

Voorts denken veel ondernemingen dat alleen laboratoriumonderzoek onder de noemer O&O valt. “De wetgeving maakt een veel ruimere interpretatie mogelijk. Het kan bijvoorbeeld ook gaan om informatica en om alles wat te maken heeft met de optimalisering van productieprocessen”, legt Arjaan Muntslag uit. “Alle sectoren – dus niet enkel technologische en industriële sectoren – kunnen hun voordeel doen met die maatregel, van banken tot bouwondernemingen. Iedereen kan innoveren.”

De populairste maatregelen

Misschien denkt u op basis van het voorgaande dat uw bedrijf in aanmerking komt voor steunmaatregelen ter financiering van innovatie. Hierna volgen de belangrijkste onrechtstreekse stimuli van de Belgische regering waarop uw onderneming misschien wel aanspraak kan maken:

De verhoogde aftrek voor investeringen in octrooien en voor investeringen in O&O rond milieuvriendelijke producten en technologie geeft de investeerder de mogelijkheid van zijn belastbare basis een bedrag af te trekken dat overeenstemt met 15,5 procent van de bijbehorende (im)materiële vaste activa. Ook gespreide aftrek is mogelijk: in dat geval kan de aftrek oplopen tot 22,5 procent van de afschrijvingswaarde van voormelde vaste activa. Voor dergelijke investeringen kan de investeerder ook (onherroepelijk) opteren voor het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling. Het enige verschil is de boekhoudkundige verwerking van het voordeel. De verhoogde aftrek geldt voor Belgische bedrijven en voor buitenlandse bedrijven met een Belgische vestiging. De aftrek moet wel eerst worden goedgekeurd door de betrokken regionale instanties. Daarvoor moet men uiterlijk op 31 maart volgend op het investeringsjaar een attest aanvragen.

De aftrek voor octrooi-inkomsten is van kracht sinds het aanslagjaar 2008. Van de belastbare basis mag een bedrag worden afgetrokken dat gelijk is aan 80 procent van de octrooi-inkomsten die de vennootschap ontvangt. Daardoor bedraagt de effectieve maximale aanslagvoet op octrooi-inkomsten nog slechts 6,8 procent. Dat geldt voor elke Belgische vennootschap en voor elke buitenlandse vennootschap met een Belgische vestiging. Het gaat om de octrooien waarvan de vennootschap octrooihouder is en die ze geheel of gedeeltelijk heeft ontwikkeld in haar onderzoekscentra. Ook octrooien en licentierechten die ze heeft verworven, komen in aanmerking op voorwaarde dat de vennootschap die heeft verbeterd in haar eigen onderzoekscentra.

De gedeeltelijke vrijstelling (75 %) van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers. Die maatregel werd in 2003 ingevoerd en heeft tot gevolg dat de loonkosten voor O&O-activiteiten aanzienlijk lager uitvallen voor de werkgever.

De eenmalige innovatiepremie werd in 2006 ingevoerd en sindsdien werd de maatregel meermaals verlengd. De innovatiepremie is bedoeld om vindingrijke medewerkers te belonen. De innovatie of nieuwigheid die aanleiding geeft tot de premie moet wel een concrete toepassing vinden in het bedrijf. Deze premies zijn vrijgesteld van werkgeverslasten.

CAMILLE VAN VYVE

“Alle sectoren kunnen hun voordeel doen met die maatregel. Iedereen kan innoveren”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content