Industrie is verleden tijd

Aannemingen Verelst krijgt een nieuw management. De nieuwe CEO Kurt Geens zoekt opportunistisch naar alternatieven voor industriebouw, waarin het bedrijf ooit markleider was.

Het zeskoppige management onder leiding van CEO Kurt Geens neemt het roer over bij Aannemingen Verelst in Putte. Het koopt de aandelen van het Belgisch-Nederlandse durfkapitaalfonds Bencis. De ex-toplui Eddy Van Arwegen en Wim Verlinden blijven aan boord met een minderheidsparticipatie.

“Het heeft bloed, zweet en tranen gekost voor de deal rond was”, zegt de veertiger Kurt Geens. “In juni 2013 werd het eerste akkoord gesloten met Bencis en kwamen de aandelden onder de nieuwe holding Verelst-DNA. Dan onderhandelden we over de financiële aspecten van de overname. De banken wisselden weleens het geweer van schouder als de conjunctuur weer eens even tegenzat. Ook in de laatste weken was het niet gemakkelijk. We onderhandelden, behalve over een krediet van ING en KBC, ook over de medefinanciering van enkele Vlaamse zakenlui, die liever anoniem blijven. Nu kunnen we met volle goesting vooruit.”

Groep Verelst (452 werknemers) realiseerde vorig jaar een omzet van 136,7 miljoen euro. Daarop boekte het een bedrijfskasstroom van 3,9 miljoen en een nettoverlies van 1,5 miljoen. Op de balans prijkt een negatief eigen vermogen van 3,5 miljoen. Financieel directeur Guy Wilms wijst erop dat dat een gevolg is van de 35 miljoen geconsolideerde reserves, die de groep meesleurt na de overname door Bencis. “Nu die achter de rug is, kunnen we de balans opkuisen”, klinkt het.

Verelst werd sterk in de industriebouw onder leiding van Luc Verelst en Van Arwegen. Het trok in 1992 Bart Verhaeghe aan als aandeelhouder en om de vastgoedontwikkeling van de groep op poten te zetten. Die poot werd in 2009 verkocht als Eurinpro aan Macquarie Goodman. Verelst had intussen het management en de meerderheid van de aandelen overgelaten aan Van Arwegen en Verlinden, die Bencis aantrokken.

Ondanks al die wijzigingen hield het bouwbedrijf redelijk goed stand. Geens: “Dankzij ons familiale karakter. Bij elke sollicitatie toetsen we ook of de kandidaat-werknemer de Verelst-spirit heeft: niet voor snelle winsten gaan, streven naar langetermijnrelaties met klanten en leveranciers, respect voor de collega’s, niet over lijken gaan, voorzichtig, bescheiden.” Dat lijken niet echt karaktertrekken van Bart Verhaeghe. Geens: “Met alle respect voor Bart, maar hij is hier dan ook niet lang gebleven.”

Dan maar woningen

Geens laat de operationele uitvoering over aan Jo Vertongen. Van Arwegen volgt als bestuurder de financiën en de afwikkeling van de MBO op. Verlinden blijft met Geens werken aan de uitbouw van het commerciële netwerk. Terwijl Verelst vroeger bijna een zuivere industriebouwer was, haalt het nu evenveel omzet uit de bouw van woningen (40 miljoen, waarvan 10 miljoen renovatie) en grotere projecten (20 miljoen). De staalbouw, de roots van het bedrijf, heeft 10 miljoen omzet en de betonafdeling neemt 6 miljoen voor haar rekening. Geens: “Wij realiseren vandaag projecten, zoals 10 miljoen renovatie in industriebouw, waar het vroegere Verelst niet eens zou naar gekeken hebben.”

Na een omzetdaling met 10 procent na het uitbreken van de recessie haalt Verelst vandaag weer het niveau van voor de crisis. Geens: “We hadden koppig kunnen blijven streven om zoals vroeger Vlaanderen vol te bouwen met magazijnen en bedrijfsgebouwen en te teren op onze positie als logistiek marktleider. Dan was onze omzet dramatisch gedaald door het stilvallen van de economie. Flexibiliteit wordt ook gekoppeld aan het businessplan dat het nieuwe management schreef. Als het moet, wijzigt de koers 180 graden.”

Geens vreest wel dat een woning voor veel van het miljoen nieuwkomers die Vlaanderen erbij zal krijgen en voor jonge gezinnen onbetaalbaar wordt. “Ik verwacht dat in de toekomst niet een op de drie, maar een op de twee woningen een huurhuis zal zijn. Ook voorspel ik een verschuiving van particuliere verhuurders naar huurfondsen als eigenaar.”

Verelst zoekt ook naar speciale projecten, waar de prijscompetitie minder speelt. “Wij zijn heer en meester van de speciallekes“, lacht Geens. Zo vernieuwde het voor Redevco een aantal Carrefours, terwijl de winkels gewoon open bleven. Boven een oude winkel van de sanitaire keten facq werd zelfs het nieuwe project gebouwd in volle activiteit.

Geen bloedprijzen

Geens tracht dus de zware concurrentieslag te vermijden. “Het aantal vissen in de vijver neemt af, maar het aantal vissers blijft”, getuigt hij. “Het gevolg is dat er in de bouwsector wordt gewerkt voor bloedprijzen. We doen er niet aan mee. Het klinkt pretentieus, maar we zijn erg selectief voor we een project bekijken. Op lange termijn is een gezonde prijs ook beter voor de klant. Als hij weet dat een bouwwerf amper rendeert, is de werfmeester nooit bereid iets bij te sturen, tenzij tegen een enorme meerprijs. Aan het einde van zo’n rit is iedereen ontevreden.”

HANS BROCKMANS, FOTOGRAFIE PAT VERBRUGGEN

“Wij zijn heer en meester van de speciallekes”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content