Indirecte belastingen: wat levert het nieuwste ideetje van Verhofstadt voor u op?

Op de Europese Top van 22 en 23 maart 2005 zal premier Guy Verhofstadt een massale verschuiving naar indirecte belastingen voorstellen. Welke voordelen levert die koersverandering op voor de bedrijfsleider? En bewandelt de eerste minister wel de juiste weg?

Het belastingstelsel is complex en beantwoordt niet meer aan het draagkrachtprincipe. Dankzij fiscale spitstechnologie moeten de sterkste schouders al lang niet meer de zwaarste lasten dragen. Bovendien vernietigt het huidige systeem arbeidsplaatsen,” schrijft eerste minister Guy Verhofstadt (VLD) aan zijn collega’s als voorbereiding van de Europese Top op 22 en 23 maart 2005. Daarom pleit de Belgische premier voor een drastische verlaging van de directe belastingen op arbeid in ruil voor een verhoging van de indirecte belastingen op consumptie en verbruik (BTW, accijnzen en energieheffingen). Die verschuiving zou de verhuizing van Europese bedrijven naar de lagelonenlanden moeten tegengaan.

Welke voordelen levert een verschuiving naar indirecte belastingen op?

1. Economische groei

Indirecte belastingen zijn neutrale heffingen, die niet rechtstreeks op de productiekosten wegen, noch de uitvoer treffen. Bovendien dragen zowel actieve als niet-actieve burgers bij tot de financiering van de welvaartsstaat. Guy Verhofstadt: “Onderzoek toont aan dat een daling van de inkomstenbelasting met 1 % van het bruto binnenlands product (BBP), gekoppeld aan de stijging van de consumptiebelasting met 1 % BBP, leidt tot een extra groei van meer dan 1 %. Dat effect zal zeker plaatsvinden in België, dat amper 28,8 % van zijn fiscale inkomsten uit indirecte belastingen haalt. Het Europese gemiddelde is 33 %.”

2. Hogere nettolonen

“Dankzij de verlaging van de lasten op arbeid, stijgen de nettovergoedingen voor de werknemers,” voegt Eric Verhulst, bedrijfsleider van Sola-R Software uit Mechelen, daaraan toe. De stuwende kracht achter de Belgische denktank WorkforAll – inspiratiebron voor het alternatief van Verhofstadt – ziet nog andere voordelen.

3. Stimulering tot sparen en investeren

Eric Verhulst: “Het verhoogde inkomen wordt omgezet in een multiplicatoreffect, namelijk investeringen.”

4. Verbetering concurrentiepositie

Een consumptietaks verplaatst de belasting van arbeid naar product, los van de locatie. Verhulst: “Zo verliezen lagelonenlanden hun aantrekkingskracht en kunnen binnenlandse producten opnieuw marktaandeel winnen. De groei van hun export zet een rem op delokalisatie. Ook blijft de opbrengst binnen eigen grenzen.”

5. Meer inspraak

“Via een wijziging van zijn koopkracht heeft de burger ook meer invloed op de besluitvorming,” besluit Verhulst.

6. Minder administratieve rompslomp

Ook Roland Duchâtelet, Vivant-politicus en bedrijfsleider van Melexis en Epiq, voert al jaren campagne voor een fundamentele hervorming van het fiscale stelsel van directe naar indirecte belastingen: “Vandaag vervolgt de fiscus de productiefste krachten in onze samenleving. Bovendien is het systeem zo ingewikkeld geworden, dat de fraude welig tiert. Daarom verdedig ik de fair tax: een belasting op producten (geen diensten) ter vervanging van de nationale personen- en vennootschapsbelasting. Zo verdwijnen ook alle fiscale vrijstellingen en aftrekposten. Dat levert de bedrijven heel wat administratieve besparingen op. Interessant is ook vast te stellen dat de nieuwe economische tijgers – zoals China en India – meer dan 60 % van hun staatsinkomsten uit indirecte belastingen halen. Bij ons betaalt arbeid de rekening.”

Welke adders zitten er onder het gras van Verhofstadts voorstel?

1. Nieuwe inkomstenbron voor de staat

Hoewel macro-econoom Jef Vuchelen, professor aan de VUB en notoire dwarsligger binnen de Hoge Raad van Financiën, een déjà vu krijgt bij het voorstel van de premier, staat hij achter de basisfilosofie: “Elk decennium duikt dit idee opnieuw op. Consumptie vernietigt welvaart, terwijl inkomens de groei stimuleren. Economisch gezien, kun je dus beter het gebruik van goederen of diensten belasten en ontvangsten vrijstellen. Bovendien mag je niet vergeten dat overheden wegens budgettaire redenen altijd op zoek zijn naar een uitbreiding van de belastbare basis. Je moet dus argwanend staan tegenover elk nieuw idee op fiscaal vlak.”

2. Slecht voor de bouw

Critici vrezen een algemene prijsstijging als de belasting op consumptie toeneemt. Zo wijst de Confederatie Bouw op studies van het Nationaal Planbureau om aan te tonen dat hogere verbruiksbelastingen nadelig zijn voor de economische groei in het algemeen en de bouw in het bijzonder. Gedelegeerd bestuurder Robert de Mûelenaere: “Van alle alternatieve bronnen voor de sociale zekerheid heeft een stijging van de BTW de meest negatieve impact op de werkgelegenheid (min 25.800 jobs). Bovendien leiden hogere consumptieprijzen tot hogere inflatie en dus een snellere indexering van de lonen, behalve als je de indexkoppeling afschaft. Maar daar hoor ik de regering niets over zeggen.”

3. Meer fraude

“Als je alleen maar de BTW verhoogt, zal de fraude waarschijnlijk spectaculair toenemen,” vreest Hubert Dubois, professor Procedurerecht aan de Universiteit Antwerpen (UA): “Neem nu rookwaren. Vervijfvoudig de indirecte belastingen op sigaretten en de mensen zullen in hun achtertuin tabaksplanten kweken of over de grens hun inkopen doen.”

“Dat probleem heb je niet als je de heffing zover mogelijk naar het productieproces verschuift,” antwoordt zijn VUB-collega Lieven Denys. “Anders heb je een veel te groot en log controleapparaat nodig om alle kosten te vergelijken. Ik ben sterk voor de objectivering van belastingheffing, ook in de kapitaalsfeer. Waar zit het vermogen? Dat komt altijd ergens naar boven, veelal samen met dat van andere individuele bezitters. Met geobjectiveerde belastingen kan men consumptiebelastingtechnieken ontwikkelen die veel minder fraudegevoelig zijn omdat ze beter controleerbaar zijn.”

Professor Dubois gelooft veeleer in belasting op productiefactoren, zoals de Elia-heffing: “Dat is een taks op stroom, die door een kabel gaat. De kans op fraude is nul, terwijl de controle amper iets kost. Hetzelfde geldt voor de kerosinebelasting. Die brandstof is vervuilend en spotgoedkoop. Als de mensen toch willen vliegen, laat ze er dan voor betalen. Zo kunnen we de belasting op arbeid verlagen, zonder politieke tegenstand op te roepen of staatsinkomsten te verliezen.”

4. Gevaar voor delokalisatie

Dan blijft er nog altijd het gevaar voor delokalisatie. Vermogensadvocaat Anton van Zantbeek (Greenille): “Op een bepaald ogenblik zal die Elia-heffing zo hoog worden, dat bedrijven naar landen verhuizen waar die belasting niet bestaat, zoals China. Het komt er dus op aan om consumptie op een intelligente manier te belasten.”

Is een vlaktaks met één tarief voor alle inkomsten (in ruil voor de afschaffing van alle vrijstellingen) een betere oplossing?

1. Stijging van de belastbare basis

Onder invloed van de nieuwe lidstaten vindt een algemene tariefverlaging in de Europese Unie plaats. In 1994 introduceerde Estland een vlaktaks van 26 % op alle inkomsten van zowel personen als bedrijven. Sinds 2003 betaal je in Servië amper 19 %, inclusief dividenden. Polen en Tsjechië dromen zelfs van 15 %.

Volgens de Nederlandse economen Koen Caminada en Kees Goudswaard van de Rijksuniversiteit Leiden stijgt de belastbare grondslag met iets meer dan een derde als je alle aftrekposten afschaft. Zo volstaat voor onze noorderburen een vlaktaks van 27,7 % om evenveel belastingontvangsten te genereren. Dat tarief ligt beduidend lager dan het gemiddelde in de Europese Unie. Wat fiscale druk betreft, komt Zweden op de eerste plaats met 51,4 % van het BBP, nipt gevolgd door Denemarken met 49,8 % en België met 48,1 %. Litouwen en Letland bengelen achteraan met respectievelijk 28,7 % en 29,1 %. Uiteindelijk zal de financiering van het sociale-zekerheidsysteem, dat elk land wenst, de hoogte van de vlaktaks bepalen.

2. Geen onderscheid tussen vennootschappen en eenmanszaken

Een van de grote voordelen van een vlaktaks is dat personen en bedrijven tegen hetzelfde tarief belast worden: geen 55 % voor een zelfstandige, terwijl een onderneming slechts 34 % betaalt. Bovendien zijn in de zuivere vorm van een vlaktaks alle dividenden vrijgesteld om dubbele belastingen, zoals die nu bestaan, te vermijden.

3. Grotere transparantie

De eenvoud van de vlaktaks bespaart veel tijd en geld bij de belastingcontrole. Bovendien stimuleert de maatregel hard werken en hij zet een rem op zwartwerk. De belastingplichtigen zijn ook minder geneigd fraude te plegen als gevolg van het lagere tarief. Ook de afschaffing van alle aftrekposten laat geen ruimte voor misbruik over.

Welke nadelen kan een vlaktaks hebben?

1. Einde van de solidariteit

Critici bestempelen de vlaktaks als onrechtvaardig, omdat die hoge en lage inkomsten tegen hetzelfde tarief belast. Bovendien kan de overheid geen economisch beleid meer voeren als je de aftrekposten afschaft. “Maar rechtstreekse steun biedt hier soelaas,” repliceren Caminada en Goudswaard. “Bovendien staan subsidies op de begroting en fiscale verminderingen niet.”

2. Einde van een fiscaal principe

Ondanks de vrijstelling voor inkomens onder een bepaald minimumbedrag, beantwoordt de vlaktaks echter niet aan het draagkrachtbeginsel (zie kader). Ook druist de afschaffing van alle aftrekposten in tegen het principe in de fiscaliteit, dat alle uitgaven om inkomsten te verwerven, in mindering van de belastbare basis gebracht mogen worden.

Welke voordelen heeft een directe consumptiebelasting, het alternatief van Douglas Holtz-Eakin, voorzitter van het Congressional Budget Office in de VS?

1. Geen prijsverhoging

De directe consumptiebelasting wordt niet per transactie berekend, maar op je totale uitgaven op jaarbasis. Dat betekent het verschil tussen al je inkomsten en al je spaarverrichtingen (inclusief investeringen). In tegenstelling tot de BTW, die een indirecte belasting is, verhoogt de consumptiebelasting de prijzen van de producten niet. Macro-econoom Jef Vuchelen ziet wel wat in dit voorstel, waarbij je op één aangifte invult hoeveel je dat jaar verdiend en gespaard hebt: “In de Verenigde Staten noemen ze dat een postcard tax return.”

2. Incentive tot sparen

Aangezien je al je beleggingen en investeringen van je inkomen mag aftrekken, stimuleert de consumptiebelasting sterk het spaargedrag van de bevolking.

3. Geen discussies meer over afschrijvingen

Dankzij de consumptiebelasting ondergaat de vennootschapsbelasting een grote vereenvoudiging. Het systeem stimuleert ook investeringen, want die uitgaven worden gelijkgesteld met spaarverrichtingen. Ze zijn dus onmiddellijk aftrekbaar in het jaar van de aanschaf. Gedaan om met de fiscus te discussiëren over afschrijvingstabellen voor gebouwen, personenwagens of computers. Verliezen blijven onbeperkt overdraagbaar.

4. Sociaal verantwoord

Er kan een belastingvrije som in het systeem ingebouwd worden voor wie bijvoorbeeld minder dan 20.000 of 30.000 euro op jaarbasis heeft uitgegeven.

l FISCAAL 87

Werner Niemegeers – Eric Pompen

“Vandaag vervolgt de fiscus de productiefste krachten in onze samenleving.” (Roland Duchâtelet)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content