IN HISTORISCH PERSPECTIEF

Wat hebben de oorlog met Servië, de monetaire eenmaking in Europa en een Dow Jones die met de 10.000 punten flirt met elkaar gemeen? Antwoord: wie wil voorspellen hoe deze drie kwesties in de toekomst zullen evolueren, heeft op zijn minst wat historisch perspectief nodig. En historisch perspectief is vandaag net datgene wat we ontberen.

De moderne mens beschikt over een nooit gezien arsenaal aan informatie- en telecommunicatiemiddelen. In onze westerse maatschappij zwollen kennis en wetenschap de voorbije decennia bijna exponentieel aan. Parallel hiermee ontstond echter een tendens om de noodzaak aan kennis van ons verleden te minimaliseren. De almaar stiefmoederlijker behandeling van het vak geschiedenis in het middelbaar onderwijs is daarvan het beste voorbeeld. Maar ook in het hoger economisch onderwijs loopt één en ander fout: binnenkort zullen onze economen alleen nog in mathematische termen kunnen functioneren. Wie van hen heeft ooit de originele geschriften van pakweg Frank Knight, John Maynard Keynes of John Hicks onder ogen gekregen – om maar te zwijgen van Adam Smith, David Ricardo of Leon Walras?

Het gebrek aan voldoende onderbouwd historisch perspectief dreigt ons zuur op te breken. Historisch inzicht bijvoorbeeld leert dat het conflict van de Navo met Servië bijna niet anders kan dan escaleren. De Serviërs beschouwen Kosovo immers als een stuk heilige grond waarop onnoemelijk veel veldslagen met de Turkse vijand werden uitgevochten. Wie de Serviërs uit Kosovo weg wil, zal ze met de wapens moeten verdrijven. Zonder het inzetten van grondtroepen is zoiets nagenoeg onmogelijk. Maar hoe zal Rusland daarop reageren? Bovendien weet Slobodan Milosevic maar al te goed dat, als die grondoorlog er echt komt, hij en zijn bende er alle belang bij hebben om het conflict naar zoveel mogelijk landen te laten uitbreiden. Een grote oorlog in Europa: wat enkele weken geleden nog absurd leek, staat vandaag schrikwekkend dichtbij. Historisch perspectief leert dat ruim vijftig jaar zonder een zwaar militair conflict een uitzondering vormt in de Europese geschiedenis.

Niet alleen in militaire aangelegenheden geeft de moderne, overgeïnformeerde westerling blijk van een gebrek aan historisch inzicht. In economische materies manifesteert zich een soortgelijk fenomeen. De discussie over de Economische en Monetaire Unie (EMU) en de aanhoudende beursgekte op Wall Street (zie ook blz. 3) zijn daarvan mooie voorbeelden.

Wie vandaag beweert dat het met de EMU nog wel eens fout zou kunnen lopen, wordt meestal afgeschilderd als een naïeveling of – erger nog – een onnozelaar. Maar is dat wel terecht? Wie over die vraag zinnig wil nadenken, kan niet voorbij aan het boek ” European Monetary Union Since 1848” (Edward Elgar, 1996) van Wim Vanthoor, hoofd van de sectie Historische Studies van De Nederlandsche Bank. In dit werk analyseert Vanthoor de belangrijkste pogingen uit de voorbije 150 jaar om tot een monetaire unie te komen. Interessant is zijn analyse van de Latijnse Monetaire Unie ( LMU), die tussen 1865 en 1926 Frankrijk, Italië, België, Zwitserland en later ook Griekenland monetair verenigde. Waarom het uiteindelijk verkeerd afliep met die LMU, is volgens Vanthoor terug te brengen tot twee redenen: enerzijds probeerden de deelnemende landen – en vooral Frankrijk – de LMU te misbruiken voor andere politieke doeleinden; anderzijds werd er veel te weinig aandacht besteed aan de noodzaak om de verschillende economieën te integreren.

Wie het EMU-gebeuren van nabij volgt, voelt bij dergelijke conclusies een Aha-Erlebnis opborrelen. Betekent dit dat het onvermijdelijk fout moeten lopen met de EMU? Neen. Maar wat historisch perspectief leert wel dan men best wat kritischer zou kijken naar de zelfverzekerde drukdoenerij van de grote Europese voorvechters. Zoals onder meer ook Harvard-hoogleraar Martin Feldstein al aangaf, schuilt het grootste risico in de Frans-Duitse relatie. Voor de Fransen vormt de EMU een middel om de Duitse hegemonie op economisch-monetair vlak te doorbreken. Vraag is alleen wat er zal gebeuren als de Duitsers niet langer gebukt willen gaan onder het Franse juk.

Een blik in de geschiedenisboeken leert evenzeer dat de koers-winstverhouding van de bedrijven op Wall Street momenteel zeer hoog is. Hebben de ondernemingen misschien zo’n gigantische winstvooruitzichten dat die koers-winstverhouding toch gerechtvaardigd is? Nauwelijks. Zoals meestal zitten er ook in het verhaal van de new economy – een economie die tegelijkertijd hoge groei, volledige tewerkstelling én lage inflatie garandeert – wel enkele relevante punten. Maar hét essentiële van het Wall Street-verhaal zit in het feit dat een Dow Jones van 10.000 of meer een extreme versie van de new economy-story vereist.

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content