In elke CEO schuilt een ‘Jérôme Kerviel’

Toegegeven. De titel klinkt een beetje provocerend. Maar er is een meer dan opvallende gelijkenis tussen Jérôme Kerviel, de 31-jarige beurshandelaar die de Franse bank Société Générale met een verlies van 4,9 miljard euro opzadelde, en de gemiddelde topman of chief executive officer (CEO) van een uit de kluiten gewassen bedrijf.

De trader uit Pont-l’Abbé werkte keihard, hij was bijna nooit ziek, vrijwel nooit afwezig. Hij is intelligent, assertief, kent de interne controlesystemen als zijn broekzak, is gevoelig voor ‘peer pressure’ (druk van collega’s), competitief, eergevoelig en houdt ervan boven zijn stand te leven.

Vergelijk dit met het profiel van de meeste CEO’s van een Bel20-bedrijf. Er zijn gelijkenissen: zelfbewust en prestatiegericht, de handen aan het roer, workaholic, als lid van de raad van bestuur vertrouwd met de eigenaars en controlemechanismen van het bedrijf, gevoelig voor het salaris en de verwezenlijkingen van zijn branchegenoten en – uiteraard – bijzonder intelligent.

Net zoals deugdelijk bestuur of ‘corporate governance’ als remedie wordt opgevoerd om de almacht van de ‘huurling-CEO’ beter in toom te houden, is met het débacle ‘Kerviel’ de kwestie van de ‘financial governance’ aan de orde. Het is hoog tijd voor een commissie ‘financieel deugdelijk bestuur’ in de banksector. En als de bankiers niet zelf de gangmakers worden van een strengere vorm van zelfregulering, dan is dat koren op de molen voor politici en beleidsmakers die pleiten voor nog meer controle en regels in de branche.

Voor wie er nog mocht aan twijfelen, de bancaire wereld is al een van de sterkst gereguleerde sectoren. In die mate zelfs dat sommige regels een averechts effect opleveren. Neem nu de boekhoudkundige IFRS-normen (International Financial Reporting Standards): die stellen dat financiële instellingen hun activa tegen marktwaarde moeten boeken. Allemaal goed en wel, maar door de manisch-depressieve marktsfeer als gevolg van de kredietcrisis leidt dit nu tot buitensporige afwaarderingen.

Een bank die haar resultaten, beurskoers en eigen vermogen fors ziet afkalven, zal minder geneigd zijn om gunstige kredieten aan gezinnen en bedrijven te verstrekken. Met alle gevolgen van dien. Wie het jaarverslag 2006 van bijvoorbeeld KBC openslaat, leest in de aanhef welhaast excuses van de bedrijfsleiding voor het overaanbod aan cijfers. Was dit dan de bedoeling? Een cijferrapport produceren voor beleggers en klanten, die door een indigestie aan getallen en ratio’s alle eenvoud en transparantie verliezen?

De rijen wachtenden aan de loketten van Northern Rock en de in rook opgegane miljarden van SocGen hebben de bankwereld met een niet te onderschatten vertrouwensprobleem opgezadeld. Als de bankwereld die deuk in haar blazoen wil hersteld zien, dan moet ze zelf het initiatief nemen. Opmerkelijk genoeg was het een bankier, Fortisvoorzitter Maurice Lippens, die het pad effende voor meer ‘deugdelijk bestuur’ in Belgische beursgenoteerde bedrijven. Waar en wanneer staat nu ook een bankier op om in het eigen huishouden de ‘checks and balances’ terug op orde te brengen? (T)

Door Piet Depuydt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content