In een Moors bad

In 1492 werd het laatste Moorse bolwerk in Andalusië door de katholieke Spaanse koningen heroverd. Ook de Arabische badhuizen gingen onherroepelijk dicht. Sinds kort is die traditie weer in ere hersteld in Madrid.

Even wat geschiedenis opfrissen. De Moren vielen begin achtste eeuw Spanje binnen, deelden er de lakens uit en herdoopten het zuidelijke deel van Spanje tot ‘Al Andalus’. Maar in 1492 was het Arabische liedje uit. Ferdinand en Isabella herenigden het land en de Arabieren verloren hun invloed. Ook de Moren moesten wijken, inclusief hun badhuizen.

Midden op het spitsuur haasten we ons door de drukke binnenstad van Madrid naar de Calle Atocha, vlakbij de Plaza Mayor, in het oude Almudena-district. We trekken een zware stalen deur open en treden een andere wereld binnen. We laten het gewriemel, gewemel, geklingel en getier van een hoofdstad met Zuid-Europees karakter achter ons en komen terecht in een Noord-Afrikaans sfeertje: zachte Arabische muziek, de geur van wierook en kaarsjes die dansend welkom heten. Dit is de Hammam Al Andalus, de oudste hammam van Madrid.

Zuid-Europese schroom

Weinig Madrilenen weten dat ook Madrid een Moors verleden heeft. Zaakvoerder Felix Tarancon Antuna wil die oude Arabische traditie in ere herstellen. “Al Andalus is de oudste hammam van de stad, hoewel hij niet ouder is dan tien jaar. Wie hier binnenkomt, wordt in een stuk geschiedenis ondergedompeld. Je reist door de cultuur en de aroma’s van de Arabieren op het Iberische schiereiland.”

We krijgen een blaadje met de huisregels en trekken in een duistere maar nette kleedkamer onze zwembroek aan. Al Andalus is geen naakt badhuis. Spanjaarden hebben duidelijk meer schroom dan Noord-Europeanen. We zullen een volledig ‘Al Andalus Ritual’ ondergaan: baden, scrubben en een massage met etherische oliën. We douchen en stappen met de nodige schroom het gewelfde badhuis in de kelder binnen. We laten ons zakken in een bad van 37 graden en nemen de omgeving in al zijn zintuiglijkheid in ons op. De rush van alledag lijkt meteen heel ver weg.

Het is opvallend rustig in de baden: geen toeristen, enkel wat locals die na hun werkdag ontstressen. Al Andalus is gebouwd in een ‘aljibe’, een oude Romeinse waterput. De Moren gebruikten die aljibes om hun badhuizen van water te voorzien. En dat was hier niet anders. De stad was voor de Arabieren een kleine, erg onbelangrijke garnizoenstad, maar een badhuis behoorde dermate tot hun cultuur dat ook dit garnizoen er een nodig had.

We glippen het stoombad binnen. Schimmige schaduwen van andere gasten bewegen langzaam door de dikke dampen heen. Het leven verloopt hier in een zweterige slow motion. We ruiken roos, gember en andere aroma’s. Al Andalus heeft drie baden, waaronder een met water van 16 graden. Na een afkoelende stop in dat koude bad geven we ons over aan de handen van Laura. Zij is masseuse en gaat ons scrubben en masseren.

Uit een koperen kom giet ze warm water over ons lichaam. Een stuk zeep met het aroma van rode pompelmoes gaat in een linnen zak, die nat wordt gemaakt en met lucht gevuld. Dat zorgt voor pakken schuim op ons lijf, dat nadien met een handschoen wordt weggeschrobt. Dat is een oude traditie om dode huidschilfers te verwijderen. Wat volgt, is een zalige rug- en nekmassage. Daarvoor moeten we uit drie aroma’s kiezen. “Neem lavendel om te relaxeren en te ontstressen, of rode amber tegen slapeloosheid en voor een gebalanceerde seksdrive. Roos bevochtigt, kalmeert en zou een afrodisiacum zijn”, zegt Laura.

We douchen en tappen uit een kraantje in de muur een glas thee. Op een warme marmeren bank nemen we de gewelven in ons op. “Uitzonderlijke ervaringen hebben uitzonderlijke locaties nodig”, orakelt de baas van het etablissement.

Aart De Zitter in Madrid, fotografie Thomas De Boever

“Neem lavendel om te relaxeren en te ontstressen, of rode amber tegen slapeloosheid en voor een gebalanceerde seksdrive”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content