In de steigers

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

Polen is de sterkste groeier van Centraal Europa. Ondanks hun beperkte dimensie bouwen de Belgen sterk mee aan de ontwikkeling van het land. Vooral op het vlak van de vastgoed- en bouwsector scoren Vlaamse kmo’s goed. Opvallende man achter de schermen is Aimé Desimpel.

Warschau, Krakow, Kielce

Met een investering van 1,5 miljard frank (zie kader: Trekpaarden) symboliseert Palm Brouwerij uit Steenhuffel het sterke geloof van de Vlaamse kmo’s in de groei van de Poolse economie. Elke week gaat er wel een supermarkt open, wat wijst op het vertrouwen van de markt in het Oost-Europese land, waar nog altijd beren in het wild leven.

“De individuele business is de basis van het Pools succes” zegt Willy Kwanten, champignonkweker uit Zonhoven en al sedert 1983 (omzet van 55 miljoen frank in ’98) – zes jaar vóór de grote omwenteling – actief in Polen. “Zodra de muur viel, reed de eerste Pool met zijn Trabant naar Berlijn, tikte daar een mooie balpen op de kop en verkocht ze met winst in Warschau. Zo had hij geld voor twee stuks en reed hij opnieuw naar de Duitse hoofdstad. Vandaag rijdt hij met een tweedehands stationwagen van Westerse makelij, maar keert hij terug met een volle lading gebruiksartikelen.”

Na een periode van verkoopkantoren, vestigen nu steeds meer Belgische ondernemingen productie-eenheden in Polen. Maar Steven Descamps – Vlaams economisch vertegenwoordiger van Export Vlaanderen (zie ook kader: Koploper) – wil niet horen van delocalisatie. “Deze investeerders beschikken over verantwoordelijkheidszin en sluiten geen fabrieken in de eigen regio. Ze kiezen resoluut voor expansie in de nieuwe markten van het voormalige Oostblok.”

Op dit ogenblik zijn een 300-tal Belgische firma’s actief in het land van paus Johannes Paulus II, of een stijging van zo’n 50% in vier jaar tijd. De Belgen zijn er bedrijvig in textiel ( Beaulieu, Cantaert, Sioen) en via multinationals ( Lhoist, CBR, Solvay, Etex en Bekaert investeerden samen bijna 10 miljard frank in Polen). Maar je vindt ze vooral in de bouw- en onroerend goedsector.

‘S LANDS GROOTSTE ARCHITECTENBUREAU

is van West-Vlaamse origine. De zaakvoerders van E&L Projects uit Warschau – Etienne en Luc Declercq – komen immers uit Kortrijk. Samen met Ghelamco – de bouwfirma van Paul Gheysens uit Ieper – opereren zij sinds ’92 op de Poolse vastgoedmarkt. Maar inmiddels zijn de relaties tussen beide bedrijven vertroebeld, wegens technische en sociale zekerheidsproblemen ( nvdr – Ghelamco is veroordeeld wegens zwartwerk).

Vandaag realiseert E&L Projects (voor 50, 25 en 25% in handen van Etienne Declercq, Aimé Desimpel en Charles Van Biervliet) met 44 medewerkers een omzet van zo’n 110 miljoen frank per jaar. Naast projecten voor Belgen – zoals de Poolse vestigingen van Deceuninck Plastics, Reynaers en Bekaert – staat de coördinatie van een aantal prestigieuze opdrachten in Warschau op zijn referentielijst: het Manhattan Business and Distribution Center (36.000 m²), het Reduta Shopping Center (70.000 m²), het Jerozolimskie Business Park (19.000 m²) en de Kopernic Office Buildings (28.000 m²). De totale waarde van hun realisaties bedraagt ruim vijf miljard frank.

Directeur van E&L Projects is Kris Stala, een Vlaming van Poolse origine, tevens vertegenwoordiger van de investeringsmaatschappij D&V Properties ( nvdr – met als hoofdaandeelhouders Christian Dumoulin van Koramic, Eddy Vermeersch van Meerver en Aimé Desimpel van WBC Invest). “Ondanks de dure grondprijs (gemiddeld 280 dollar per m²) is Warschau een echt bouwwerf. Iedereen wil hier een vestiging. Tot nu toe lopen de opdrachten automatisch binnen. Met het oog op een verdere expansie hebben we nu een commerciële man aangenomen, om samen met D&V Properties de markt af te schuimen. Wij zijn er namelijk van overtuigd dat ook de Poolse kmo’s over voldoende potentieel beschikken om nieuwe projecten uit de grond te stampen”, zegt Stala.

Net als de Verelst-groep scoort ook Liebrecht & wooD uit Sint Niklaas – opnieuw één van de diversificaties van Aimé Desimpel – goed in Polen. In vijf jaar tijd is dit jong vastgoedkantoor van Patrick Van Den Bossche en Mark Lebbe uitgegroeid tot één van de grootste projectontwikkelaars van het land. “Ons succes ligt in de totaalaanpak, van de zoektocht naar een terrein over de financiering van het project tot en met het beheer van het gebouwde pand.”

Op 22 februari ’97 richtte Liebrecht & wooD met medewerking van de Generale Bank het beleggingsfonds Ceresco op, gespecialiseerd in Oosteuropees vastgoed.

Vandaag bezit het kantoor met een 20-tal medewerkers iets meer dan één miljoen m² aan gronden in Polen, met een totale waarde van 40 miljoen dollar. De portefeuille aan gebouwen bedraagt 63 miljoen dollar, terwijl de projecten in aanbesteding zo’n 38 miljoen dollar belopen. De belangrijkste werken in uitvoering zijn Kopernic Office Buildings, Batory Office Building en Flanders Business Park.

MAAR OOK IN DE CONSTRUCTIE ZELF

staan de Belgen hun mannetje. Zo bouwt Besix een gigantisch businesscenter van meer dan vier miljard frank in Warschau: Financial Center Plawski. Zijn concurrent CFE stampte de Opel-fabriek uit de grond en moderniseert nu de autoweg naar Slovakije (goed voor een opdracht van zo’n 600 miljoen frank).

Ook Vlaamse kmo’s laten zich niet onbetuigd. In Krakow renoveert ME Polska het distributiecentrum van de Poolse kabelproducent Tele-Fonika. In drie jaar tijd steeg de omzet van deze dochter van het Belgische ME Construct naar 100 miljoen frank. Zopas sleepte het bedrijf (35 werknemers) contracten voor Philips, Democo en Ikea in de wacht. Ook opende ME Polska een tweede vestiging in Poznan, nabij de Duitse grens.

In ’97 startte de familie Bomhals een investeringsmaatschappij in Polen. ME Invest coördineert de werken voor Telebeb en Tele-Fonika voor een totale waarde van een half miljard frank. Ondertussen wordt de laatste hand gelegd aan de plannen voor de bouw van een nieuw voetbalstadion voor de Poolse kampioen Krakow Wisla. Voorts richtte gedelegeerd bestuurder Ben Bomhals infebruari nog Rama op, een firma van aluminium signalisatie-elementen voor binnen- en buitengebruik, dat voor de Poolse markt over de licentie van het Cosign-systeem beschikt.

Ondertussen breidt Staf Drooghmans – pionier van het eerste uur in Polen – zijn activiteiten in de buurt van Krakow verder uit. In ’98 realiseerden de 32 medewerkers van zijn containerbedrijf Hepamos een omzet van 120 miljoen frank. Sinds vorig jaar neemt de verhuurmarkt een grote vlucht. Ook onderzoeken een aantal motelketens de mogelijkheid van modulaire eenheden. Volgende week verhuist het hoofdkantoor van Hepamos zelf naar zo’n blokkendoos in luxe-uitvoering, even buiten de stad, op de weg naar Katowice (een investering van zo’n 15 à 20 miljoen frank).

Maar daar blijft het niet bij. Samen met zijn Poolse partner Pawel Fischer kocht Drooghmans in de zomer van vorig jaar een betoncentrale in Bolencin: Interbeton (jaaromzet zo’n 70 miljoen frank, 70 werknemers). Dit bedrijf produceert betonnen gewelven, straatstenen en tegels. In overleg met Krupp ontwikkelt Interbeton speciale trambeddingen voor de buurtspoorwegen. Als uitsmijter zit Drooghmans tenslotte nog in de toiletcabines: Clod (omzet 5 miljoen frank).

DE GEBREKKIGE INFRASTRUCTUUR

en een logge administratie blijven vooralsnog wel grote knelpunten voor de ontwikkeling van het land.

Jan Reynaers van Reynaers Polska in Kielce: “Ondanks de economische groei blijft het wegennet in slechte staat. Al jaren spreekt men over een snelweg van west naar oost en van zuid naar noord, maar dat dossier beweegt niet veel. Nochtans zou dergelijke aanleg de transportsector fel doen boomen.”

Eind ’94 opende Reynaers Aluminium een vestiging in Polen. De vraag naar aluminium ramen en profielen was zo groot – in twee jaar tijd werd de kaap van de 100 miljoen frank overschreden – dat het bedrijf uit Duffel snel besloot een lokaal distributiecentrum te bouwen. De keuze viel op Piaseczno, een voorstad van Warschau. Sinds begin dit jaar is het nieuwe magazijn – inclusief een lakkerij van de firma Alural uit Willebroek – operationeel. De totale investering bedroeg 250 miljoen frank (aannemer CFE). Vandaag realiseren de 45 werknemers van het aluminiumbedrijf een omzet van 500 miljoen frank in Polen. De goederen – goed voor zo’n 1500 ton per jaar – komen rechtstreeks uit Duffel.

“Belangrijk is wel dat een Belg ter plaatse de leiding neemt”, geeft Piet De Roover, directeur van Stokota Kamarg in Kielce, als tip mee. “Zo heb je als bedrijf direct voeling met de markt, de mensen én de resultaten. Bovendien is een vertrouwensband met je personeel en cliënteel zeer belangrijk. Je moet dan wel snel de taal leren natuurlijk!”

Vandaag zet deze Oost-Vlaamse constructeur van tankwagens – dochter van de Synergia-groep van, opnieuw, Aimé Desimpel – een nieuwe productiehal in de stijgers (investering van 80 miljoen frank). Daarnaast heeft Stokota een tweede bedrijf in Elzam, vlakbij Gdansk langs de Baltische kust overgenomen. Zo wordt heel het land gedekt.

De Roover: “Wij barsten uit onze voegen. In ’99 wordt een omzet voorzien van 100 miljoen frank, met 70 medewerkers. Na jarenlange voorbereiding hebben we nu eindelijk onze bouwvergunning op zak. Begin volgend jaar hopen we te kunnen verhuizen.”

Tenslotte diversifieert Stokota via een aparte dochterfirma – Ecota – naar de milieubusiness. De Roover: “Voortaan produceren wij ook hogedruk- en vacuumwagens voor afvalophaling. Recyclage moet hier nog worden uitgevonden, maar biedt zeker en vast een gouden toekomst.”

ERIC POMPEN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content