‘In de schijnwerpers staan is geen garantie voor succes’

Nicolas Boël is sinds vorige maand bestuursvoorzitter van Solvay. In een zeldzaam interview treedt de bevoorrechte getuige van de spectaculaire metamorfose van de chemiegroep voor het eerst op de voorgrond.

Solvay is in de voorbije twee jaar op indrukwekkende wijze van uitzicht veranderd door de verkoop van zijn farmadivisie en de overname van de Franse sectorgenoot Rhodia. Nicolas Boël (49) moet als nieuwe voorzitter van Solvay voortaan waken over de Belgische verankering van een van de kroonjuwelen van onze industrie. En hij wordt meteen ook vaandeldrager van de ruime schare afstammelingen van stichter Ernest Solvay en zijn partners, van wie de familietakken Boël, Solvay en Janssen de bekendste zijn.

De Boëls vormen een van de prominentste industriële families in ons land, en zijn de stille kracht achter de holdings Sofina en Henex. Discretie werd er altijd hoog in het vaandel gevoerd. “Wat telt, zijn de dingen die je doet, niet wat je erover zegt”, zegt Nicolas Boël enigszins verontschuldigend. Zijn vorige – en overigens zijn eerste – face to face interview dateert van 1994, toen hij aan de slag was bij het familiale Usines Gustave Boël. Dat werd later overgenomen door het Nederlandse Hoogovens.

Boël slaagde er ook in de voorbije dertien jaar vrijwel anoniem in het bestuur van Solvay te zitten. Dat nu een einde komt aan zijn leven buiten de schijnwerpers, neemt de vader van vijf er noodgedwongen bij. “Ik neem de verantwoordelijkheid op van de plichten van mijn functie”, zegt hij plechtig tijdens het gesprek, waarin hij zijn woorden vaak lang wikt en weegt. Nooit eerder reageerde een gesprekspartner zo opgelucht na een interview. Dat het voor de innemende gastheer wat onwennig aanvoelde, lag misschien ook aan de meubels. Die massief houten pareltjes heeft Boël geërfd van zijn voorganger Aloïs Michielsen, maar vindt hij niet echt passen in zijn strak-moderne kantoor op de Solvay-campus in Neder-Over-Heembeek.

Was u de natuurlijke kandidaat voor deze functie?

NICOLAS BOËL. “Dit is geen functie waarvoor je je kandidaat stelt of campagne voert. Solvay heeft een uiterst sterk, deugdelijk bestuur. Tijdens de hele procedure werd een erg rigoureus proces gevolgd. Dat leidde tot een unaniem positief advies voor mijn kandidatuur. Ik meen de kwaliteiten te hebben om waarde te creëren voor de organisatie. Ik heb negentien jaar in de industrie gewerkt, in staal en aluminium, metiers die aanleunen bij die van Solvay. En ik heb internationale ervaring. Ik heb gewerkt in Duitsland, de VS en Australië. De mix van die ervaring met enkele kenmerken van mijn karakter hebben wellicht in mijn voordeel gespeeld. Ik ben gepassioneerd en pragmatisch en ik hou van consensus en duidelijke communicatie.”

Hebt u getwijfeld alvorens de functie te aanvaarden?

BOËL. “Twijfelen is niet het juiste woord. Ik heb tijd genomen voor reflectie. Het is een grote verantwoordelijkheid op zo’n belangrijk moment voor de groep, net wanneer die een grote herstructurering van haar portefeuille en transformatie doorvoert.”

Hoeveel tijd steekt u in Solvay?

BOËL. “Het is nu mijn voornaamste bezigheid. Ik heb sommige mandaten in de familiale structuur opgezegd en mijn activiteiten als business angel teruggeschroefd. Ik zorg ervoor dat ik me 200 procent kan wijden aan Solvay.”

Hebt u bij het personeel ook de vrees gevoeld dat de Fransen het overwicht nemen op de Belgen in Solvay? Zeg maar het AB InBev-syndroom, waar het Braziliaanse management de wet dicteert.

BOËL. “Ik heb me voorbereid door veel mensen te ontmoeten, ook in de fabrieken in Europa en de VS. Ik heb inderdaad enige ongerustheid gevoeld. Maar het is zeer duidelijk: het hoofdkwartier ligt in Neder-Over-Heembeek en Jean-Pierre Clamadieu heeft zich in Brussel geïnstalleerd. De beslissing hem te benoemen drong zichzelf trouwens op. Zijn ervaring en zijn intelligentie en wat hij bij Rhodia heeft gerealiseerd, maakten hem voor mij en de raad van bestuur de beste persoon om van Solvay een leider in duurzame chemie te maken. Het is een beslissing die even belangrijk was als de overname van Rhodia. Ik heb trouwens ook aan Franse kant ongerustheid gevoeld. Kijk, onze prioriteit is om een Europese groep te creëren. Als de ene partij de andere opeet, zal dat mislukken.”

U moet wel waken over de belangen van de familiale aandeelhouders.

BOËL. “Ik vertegenwoordig de belangen van álle aandeelhouders, niet die van sommige. Het is mijn rol bij te dragen aan de ontwikkeling van de onderneming. De beslissing om Rhodia te kopen maakte het mogelijk de aandeelhoudersstructuur te behouden en een verwatering van het belang van de familiale referentieaandeelhouders (de ruim 2700 familiale aandeelhouders zijn grotendeels gegroepeerd in de holding Solvac. Die heeft iets meer dan 30 procent van de aandelen Solvay, nvdr.) te voorkomen. Het beslissingscentrum bleef daardoor ook in Brussel.”

Solvay is een van de zeldzame Belgische kroonjuwelen. Bent u gehecht aan de Belgische verankering?

BOËL. “Wat belangrijk is, is de vorming van een Europese groep. Maar onze roots en onze voorouders zijn Belgisch. Ik ben Belg, en het hoofdkwartier ligt in Brussel. De notie familiale onderneming is ook belangrijk. Dat is een van de sleutels van het succes van Solvay, omdat het een strategie en verankering op lange termijn toelaat.”

Hoe ziet u Solvay verder evolueren?

BOËL. “We vormen nu een groep met een omzet van ruim 12 miljard euro en 29.000 werknemers. De grote uitdaging is het beste van Solvay en Rhodia te integreren. We zitten gelukkig niet in een situatie waarbij de managers en ingenieurs van beide zijden elkaar vanuit de hoogte bekijken. Er is wederzijds respect. Hopelijk kunnen we binnen drie jaar met fierheid spreken over het afgelegde parcours, en niet met nostalgie terugblikken.”

En wat is het finale doel voor Solvay?

BOËL. “Verder zijn toekomst verzekeren in een wereld die evolueert. Olie, water en energie zijn schaars. Er zijn zoveel uitdagingen op deze aardbol dat we chemie zullen moeten heruitvinden.”

Wilt u zeggen dat Solvay niet is zoals het moet zijn en meer klassieke chemische activiteiten van de hand moet doen?

BOËL. “De wereld evolueert, en Solvay heeft de gewoonte systematisch zijn activiteiten te herbekijken. De laatste keer hebben we farma verkocht en Rhodia overgenomen. Maar Solvay is een geheel van activiteiten, gaande van silica over zeldzame aardmetalen, pvc, carbonaten tot speciale polymeren. Het uiteindelijke doel is een duurzaam chemiebedrijf te zijn.”

Zou u als lid van een vooraanstaande familie van industriëlen en voorzitter van een industrieel bedrijf een rol willen spelen in werkgeversorganisaties?

BOËL. “Als dat nodig is, ben ik daar klaar voor. Maar het is een traditie binnen Solvay dat het de CEO is die zowel intern als extern zichtbaar is.”

Hebt u raad voor onze politici?

BOËL. “Ik geef mijn raad wanneer ik mijn stembrief in de urne stop ( lacht). Wij hebben fabrieken in Wallonië en in Vlaanderen en ons hoofdkwartier ligt in Brussel. Onze rol is ervoor te zorgen dat ons industriële project op lange termijn houdbaar blijft. Daarmee hebben we al genoeg werk.”

Maar u kunt toch niet gelukkig zijn met het afkalven van onze industrie?

BOËL. “Als er een eenvoudige en miraculeuze oplossing bestond, zou die al gevonden zijn. Wij proberen onze rol te spelen door een sterk industrieel project verder te ontwikkelen.”

Wie was uw mentor?

BOËL. “Mijn vader Pol speelt uiteraard een belangrijke rol. Hij zei me ‘ écoute mon grand, doe wat je wilt in het leven, maar wat je doet, moet je goed doen’. En mijn overgrootmoeder Marthe zei altijd ‘aan diegenen die veel hebben gekregen, zal veel worden gevraagd’. Ik ben ook grootgebracht in die traditie. Vandaar misschien die discretie en die nederigheid.

“En ik heb in het leger veel geleerd over motivatie en leiderschap. Toen ik arriveerde bij mijn bataljon, keek mijn commandant, een ex-commando, naar mij. Hij zei: ‘Een Boël? We zullen eens zien wat je hier waard bent’. En daar, tijdens wekenlange manoeuvres in Duitsland, in de regen en met aanhoudend slaapgebrek, heb ik veel geleerd over hoe mensen te motiveren ( lacht).”

Is de naam Boël zwaar om dragen?

BOËL. (lange pauze) ” L’importance est de se faire un prénom. Je moet een naam maken voor jezelf. En dat doen we met de nodige fierheid. Je moet verantwoordelijkheid nemen. Toen ik begon in de fabriek, heb ik als stagiair ook alles op de werkvloer geleerd. Voor mijn legitimiteit was dat belangrijk. Die moet je verdienen.”

U focust op Solvay. En verder?

BOËL. “Ik ben nog bestuurder bij Sofina en voorzitter van Samic, een familiale holding die mee belangen beheert in onder meer Henex en Sofina. Dan is er ook Domanoy, dat familiale activa in de landbouwsector beheert. En ik ben ook business angel via de investeringsmaatschappij BMF Participation, die ik samen met mijn neef Harold heb opgericht. Ik ben intussen de hoofdaandeelhouder. Ik beheer zelf nog onze drie investeringen, maar ik zoek er geen andere meer, want prospectie neemt te veel tijd in beslag.”

Er wordt gefluisterd dat u en Harold, die CEO is van de holding Sofina, het industriële patrimonium van de familie onder elkaar aan het verdelen zijn.

BOËL. ( geïrriteerd) “Neen dus. In alle bedrijven waarin wij actief zijn, gelden de principes van deugdelijk bestuur.”

U en Harold zijn wel erg close

BOËL. “We hebben samen in de fabriek gewerkt, spreken elkaar vaak en hebben BMF Participation opgestart. Samen met mijn andere neven vormen we een sterke kern van de familie. Maar we zijn niet de enigen van onze generatie. Ik heb een oudere zus, die voorzitter is van Boël Union Financière. En Harold heeft twee zussen en een broer.”

Werken veel leden van de families in het bedrijf?

BOËL. “Er zijn er wel enkele, maar op basis van competentie en van de gewone humanressourcesprocessen. Er kan geen sprake zijn van parachutage.”

In 2006 had u ernstige gezondheidsproblemen.

BOËL. “Ik heb toen mijn rug gebroken en heb daarom op nogal abrupte wijze mijn industriële activiteiten moeten stopzetten. Ik ben in Aalst geopereerd en ben daarna begonnen met mijn activiteiten als business angel. Dat liet me toe om toch enigszins als entrepreneur actief te blijven.”

U hebt ook een adellijke titel?

BOËL. ( aarzelend) “Ik ben graaf, zoals mijn vader. Maar wat mij betreft blijft dat in de privésfeer. Ik zal daar publiek nooit mee uitpakken.”

Steunt u of uw familie liefdadigheidsinstellingen?

BOËL. “Ook dat zit in de privésfeer, maar goed, de familie is nog altijd betrokken bij het culturele leven in België, zoals het Brusselse Museum voor Schone Kunsten of het Brussels Filharmonisch Orkest. Zelf ben ik bestuurder van het koninklijk museum van Mariemont nabij La Louvière. En in de medische sector is er een stichting tegen kanker die de naam van mijn grootmoeder draagt. Maar we praten daar allemaal liever niet over.”

Bent u klaar voor een leven in de schijnwerpers?

BOËL. ( schatert) “Dit was toch een goed voorbeeld. Ooit zal ik me er wel comfortabeler bij voelen, zeker? Maar goed, in de schijnwerpers staan is nog geen garantie voor succes. Ik doe het omdat het nodig is, omdat het belangrijk is om verantwoordelijkheid te nemen.”

BERT LAUWERS EN SANDRINE VANDENDOOREN, FOTOGRAFIE JELLE VERMEERSCH

“Er zijn zoveel uitdagingen op deze aardbol dat we chemie zullen moeten heruit-vinden”

“De grote uitdaging is het beste van Solvay en Rhodia te integreren. We zitten gelukkig niet in een situatie waarbij de managers en ingenieurs van beide zijden elkaar vanuit de hoogte bekijken”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content