‘Ik zie heel wat bemoedigende tekens’

Mario Draghi, de topman van de ECB, verdedigt zijn controversiële euroreddingsbeleid. De Duitse vrees is niet uitgekomen en de omstandigheden in de eurozone verbeteren.

Het is ondertussen anderhalf jaar geleden dat de voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), Mario Draghi, in Londen liet verstaan “al het nodige” te doen om de euro te redden. Dat betekent dat in noodgevallen de staatsobligaties van de crisislanden opgekocht kunnen worden en dat risico’s kunnen worden genomen die in de miljarden lopen en waarvoor uiteindelijk vooral de Duitse belastingbetalers opdraaien.

“Sindsdien zijn de omstandigheden in de eurozone aanzienlijk verbeterd”, reageert Draghi. “Kijk maar naar de jongste ontwikkelingen: Ierland en Portugal stappen uit het bail-outprogramma, de risicopremies voor leningen aan noodlijdende landen in Zuid-Europa nemen af en investeerders van over heel de wereld investeren weer in Europa. De meeste financieel-economische indicatoren wijzen in de juiste richting.”

Is de eurocrisis voorbij?

MARIO DRAGHI. “Nee, maar de Duitse vrees werd niet bewaarheid. Toen we twee jaar geleden de Europese banken bijkomende liquide middelen gaven, werd gezegd dat er hoge inflatie zou komen. Er is juist niets gebeurd. Toen ik mijn commentaar gaf in Londen, werd gesproken van een schending van het mandaat van de centrale bank. Maar we hadden het wel van meet af duidelijk gemaakt dat we ons binnen dat mandaat bewogen. Keer op keer werd gezegd: hemeltje, die Italiaan ruïneert Duitsland. Er heerste een soort van perverse angst dat het de verkeerde kant zou uitgaan, maar het omgekeerde is gebeurd: de inflatie is laag en de onzekerheid is geweken.”

De economische crisis in Europa dreigt nog altijd de euro op te blazen. De groei is laag en dus haalt de werkloosheid in Zuid-Europa recordhoogten.

DRAGHI. “De crisis is nog niet bedwongen, maar er zijn heel wat bemoedigende tekens. De economie herstelt zich in vele landen, de onevenwichten in de Europese handel nemen af en de begrotingstekorten in de monetaire unie dalen. Dat is meer dan we een jaar geleden verwachtten.”

In vele landen van de eurozone neemt de schuldenlast toe en is er minder bereidheid om hervormingen door te voeren. Griekenland, bijvoorbeeld, zal de doelstellingen weer niet halen. Heeft dat land een nieuwe bail-out nodig?

DRAGHI. “In Griekenland zijn vele dingen ten goede veranderd, maar het land moet nog meer doen. Daarover bestaat geen twijfel. Sommige landen hebben een programma nodig dat drie jaar loopt, voor andere duurt het wat langer. In Griekenland was de toestand van meet af bijzonder moeilijk, dus moeten we nu bijzonder geduldig zijn met dat land. Dat is geen verrassing.”

Het hervormingsproces stokt ook in andere landen. Frankrijk, bijvoorbeeld, maakt weer schulden en de geplande hervormingen van de arbeidsmarkt en het belastingsysteem vorderen niet.

DRAGHI. “Frankrijk wordt met dezelfde problemen geconfronteerd als andere landen die hun begroting op orde moeten brengen en structurele hervormingen moeten doorvoeren. Heel wat staten hebben eerst de belastingen verhoogd en gesnoeid in de investeringen. Dat is de gemakkelijkste manier, maar beide maatregelen remmen de groei. Een veelbelovender middel is de lopende uitgaven van de overheid te verlagen en structurele hervormingen door te voeren in de arbeidsmarkt.”

Frankrijk doet dat niet. Wordt u dat niet beu?

DRAGHI. “Het Latijnse gezegde luidt repetita iuvant, herhaling is heilzaam. Hoe minder veranderingen plaatsvinden, hoe vaker ik mijn boodschap herhaal. En dat werkt.”

Het aantal regeringen dat uw wijsje niet meer wil horen groeit. De nieuwe coalitie in Duitsland, bijvoorbeeld, wil een algemeen minimumloon van 8,5 euro invoeren. Is dat beleid dat de euro ten goede komt?

DRAGHI. “Het is nog te vroeg om het beleid van de nieuwe Duitse regering te beoordelen. Ik kan alleen maar zeggen dat de crisis heeft aangetoond dat de monetaire unie onvolkomen is en dat de zwakke punten aangepakt moeten worden. Duitsland helpt de euro het beste door zijn concurrentiekracht voort te versterken en de groei te stimuleren. Alles wat daarbij behulpzaam is, is goed. Al het andere is fout.”

Heel wat economen staan een volledig andere theorie voor. Zij zien de concurrentiekracht van Duitsland als het echte probleem van de eurozone en dringen aan dat het zijn export intoomt.

DRAGHI. “Dat is een mechanistische visie op de economische activiteit waarmee ik niet veel kan aanvangen. We maken de zwakken niet sterker door de sterken zwakker te maken, heeft een wijze man ooit gezegd. Dat geldt ook voor de economie. Als Duitsland minder concurrentieel was, zou de eurozone in haar geheel eraan verliezen omdat er dan minder kan worden geproduceerd.”

Het beleid van de ECB is onpopulair in Duitsland omdat u nu de intresten op beleggingen zo ver naar beneden gehaald hebt dat ze vaak de inflatie niet meer compenseren. Alleen gekken sparen nog.

DRAGHI. “Dat is niet de schuld van de ECB. De band tussen de kortetermijnrenten die vastgesteld worden door de ECB en de langetermijnrente die betaald wordt voor investeringen die relevant zijn voor de spaarders in Duitsland is niet erg sterk.”

Het is toch een van de uitgesproken doelstellingen van uw beleid om de langetermijnrente onrechtstreeks te beteugelen.

DRAGHI. “Nee, vooral in de voorbije jaren zijn we er niet in geslaagd de langetermijnrente onder controle te krijgen omdat de investeerders door de eurocrisis van hun stuk gebracht werden. Daarom heeft iedereen zijn geld naar Duitsland gebracht om veilige Duitse staatsobligaties te kopen. Daarom ook zijn de intresten in Duitsland gedaald. Wij nemen de bezorgdheid van de spaarders zeer ernstig. Maar hoe kunnen we daarop reageren? Wij voeren het monetaire beleid uit voor de hele eurozone, niet voor een land. Als we erin slagen de onzekerheid te verdrijven, zullen vele investeerders hun geld weer verplaatsen van Duitsland naar hun land en zullen de intresten weer stijgen.”

De Fed heeft aangekondigd dat hij de aankoop van obligaties door de overheid afbouwt. Wat betekent dat voor Europa?

DRAGHI. “Tot dusver heeft de markt aangetoond dat de aankondiging van het Federal Open Market Committee van de Federal Reserve de markten in de eurozone niet heeft beïnvloed. Ze zijn dan ook veerkrachtiger dan een jaar geleden.”

Daar hebben de spaarders weinig aan. Op dit ogenblik levert een spaarrekening in Duitsland ongeveer 0,8 procent intrest op, terwijl de inflatie 1,3 procent bedraagt. Vindt u dat een normale en gezonde ontwikkeling?

DRAGHI. “Normaal en gezond is het niet. De reële intrestvoet moet onder normale omstandigheden positief zijn. Vandaag is hij in sommige landen negatief en in andere positief en zelfs te hoog. Wij zijn ons ten zeerste bewust van de risico’s die zo’n fragmentatie met zich brengt.

“Ten eerste wordt het financieel systeem bedreigd als de intresten te lang te laag blijven. Tot nu toe hebben we alleen significante prijsstijgingen gezien in een aantal specifieke en beperkte markten — bijvoorbeeld in sommige vastgoedmarkten in Europa.

“Een tweede ernstig risico is dat de inflatie, die nu al duidelijk beneden onze 2 procenttarget ligt, nog meer daalt. Maar we merken geen deflatie, geen algemene prijsdaling. We moeten wel goed oppassen dat we niet permanent beneden een inflatie van 1 procent duiken en zodoende in de gevarenzone terechtkomen.”

Moeten de intresten nog dalen?

DRAGHI. “Op dit ogenblik zien wij niet de noodzaak om onmiddellijk actie te ondernemen. We beleven geen Japanse toestanden. Daar raakte de verwachting van dalende prijzen vast verankerd. In de eurozone zijn de marktdeelnemers ervan overtuigd dat de inflatie weer tot dicht onder 2 procent stijgt. Daarbij komt dat het Japanse monetaire beleid geruime tijd niet zo resoluut reageerde als de ECB. En de banken en ondernemingen in Japan waren in een benardere toestand dan die in de eurozone vandaag.”

Nu komt de bankenunie tot stand om een level playing field te scheppen voor alle banken in de eurozone. Hoe belangrijk is dat voor de monetaire unie?

DRAGHI. “Uiterst belangrijk. Het Europees financieel systeem is nog altijd gefragmenteerd, al zijn de verschillen in financieringskosten voor de banken in de eurozone niet meer zo groot als twee jaar geleden. Wat lenen betreft, zijn de verschillen nog altijd zeer groot en in sommige landen is de kredietstroom ontwricht. De bankenunie kan bijdragen tot het herstel van het vertrouwen in grensoverschrijdende leningsactiviteiten. Het belangrijkste doel van de Asset Quality Review is transparantie. Wij willen ons licht laten schijnen op al wat verborgen ligt in de balansen van de banken.”

De EU is juist een procedure overeengekomen om banken die niet leefbaar zijn aan te pakken. Stemt het nieuwe resolutiemechanisme overeen met uw wensen?

DRAGHI. “Ik wil echt dat zo’n mechanisme werkt. Als toezichthouder bepalen wij alleen of een bank leefbaar is of niet. De resolutieautoriteit moet beslissen wat er met de bank moet gebeuren: sluiten, opsplitsen of verkopen. Het probleem is dat, zodra wij een bank onleefbaar verklaard hebben, er uiterst snel maatregelen getroffen moeten worden. Dat werkt beslist niet als er over heel Europa verspreid honderden mensen zijn die palaveren over wat er gedaan moet worden.”

Maar werkt dat wel met de beslissingen die nu genomen worden?

DRAGHI. “Als dringende actie nodig is, beschikken we over een spoedprocedure die de Europese Raad en de Europese Commissie 24 uur de tijd geeft om een besluit te nemen. Als ze geen beslissing treffen, dreigt voor de bank de liquidatie. Er zal dus wel voldoende druk zijn om een oplossing te vinden.”

In wat voor toestand verkeren de Europese banken?

DRAGHI. “Dit jaar onderzoeken we de bankbalansen grondig. Tevoren kan ik geen sluitend oordeel vormen. Maar het banksysteem verkeert nu in een betere positie dan vier jaar geleden. Sindsdien is ongeveer een half biljoen euro aan vers kapitaal naar de banken in de eurozone gevloeid en hebben vele instellingen hun businessmodel gewijzigd. Bijna alle banken werken rendabeler en met minder kosten.”

U schetst een wel heel positief beeld van de eurozone. Heel wat besluitvormers blijven kritisch. Hoelang kan het conflict tussen u en Bundesbankvoorzitter Jens Weidmann nog blijven duren?

DRAGHI. “Ik wil eerder gewagen van convergentie dan van conflict. Onze posities zijn duidelijk dichter bij elkaar gekomen en de samenwerking is verbeterd. Neem nu de jongste verlaging van de intresten. Weidmann maakte aanvankelijk voorbehoud, maar uiteindelijk zei hij dat de maatregel gerechtvaardigd was.”

Sommige economen hebben het over de ‘Club Med’ als ze praten over de meerderheid van Zuid-Europeanen in de ECB en ze beschuldigen u ervan het inflatiebeleid van de Banca d’Italia uit de jaren zeventig te kopiëren.

DRAGHI. “Het zijn slechts enkelen die insinueren dat ik Italië help omdat ik Italiaan ben. Dat raakt mij niet. Ik heb vaak genoeg bewezen dat ik mij strikt houd aan het mandaat van de centrale bank en dat ik een beleid voer voor de hele eurozone. Dat geldt ook voor mijn collega’s in de directie. Niemand denkt daar in nationalistische termen, dat is meer van toepassing op diegenen die dergelijke onterechte kritiek spuien.”

DER SPIEGEL

“De meeste financieel-economische indicatoren wijzen in de juiste richting”

“Het zijn slechts enkelen die insinueren dat ik Italië help omdat ik Italiaan ben”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content