“Ik wil een geste doen naar de kunstliefhebbers”

De toonaangevende Deweer Gallery uit Otegem bestaat dertig jaar en geeft 30 procent korting op historische werken uit de stock. Altruïstische stunt of gemaskeerde uitverkoop? We vroegen het galeriehouder Mark Deweer zelf.

Deweer Gallery wordt dertig en dat wordt gevierd. Met een knappe tentoonstelling én een stunt tegelijk. Talloze werken van bijna alle kunstenaars waarmee Mark Deweer heeft gewerkt, vormen een historische tentoonstelling én een staalkaart van dertig jaar hedendaagse kunst: Michaël Aerts, Stephan Balkenhol, Georg Baselitz, Sergey Bratkov, Tony Cragg, Enzo Cucchi, Wim Delvoye, Jan Fabre, Ilya Kabakov, Panamarenko en vele anderen. En: op elk van de kunstwerken uit de tentoonstelling geeft Deweer een feestelijke gelegenheidskorting.

MARK DEWEER (DEWEER GALLERY). “Het is een grote stunt die, bij mijn weten, door niemand is voorgedaan. Zoiets houdt natuurlijk gevaren in. Ik kan moeilijk inschatten hoe het publiek zal reageren. Het is de bedoeling dat de mond-tot-mondreclame haar werk doet en een buzz creëert. Goed mogelijk dat er nu zaterdag om halftwaalf al een rij belangstellenden aan de deur staat. Ik heb ook al telefoontjes gekregen van mensen die vragen of ik misschien uitverkoop houd. Dat is zeker niet het geval. Ik wil een geste doen naar de kunstliefhebbers en verzamelaars die me de voorbije dertig jaar gesteund hebben. De verkooptentoonstelling is een overzicht van drie decennia galeriewerking. Ik doe werken van de hand die ik de voorbije dertig jaar met de galerie heb aangekocht en die in onze stock zaten. De meeste heb ik al lang en kon ik indertijd voor interessante prijzen opkopen. Vandaar dat ik er dertig procent korting op kan geven. De kunstenaar wordt er niet armer van: de werken zijn allemaal in het bezit van de galerie. De korting speelt dus zuiver in het voordeel van de klant, omdat ik zo’n grote stock historisch werk heb. Het is zoals kunstenaar Stephan Balkenhol zei: Als één iemand zo’n kortingsstunt kan doen, is het wel Deweer.”

Mogen we de stunt ook ietwat naïef noemen? Wellicht komen galeriehouders of museumdirecteurs gewoon shoppen naar koopjes.

DEWEER. “Dat zit er dik in. Enkele museumdirecteurs hebben hun aanwezigheid al laten weten, al krijgen ze geen voorrang aan de kassa. Mijn actie is er ook voor de gewone kunstliefhebber, die met een paar honderd euro een origineel werk kan kopen van een grote naam. Iedereen kan van kunst houden en kunst is helemaal niet zo onbereikbaar voor de gewone man. Dat uitgangspunt is wat naïef, misschien. Maar dat is exact hoe ik dertig jaar geleden zelf ben begonnen in de kunstwereld.”

Mogen we het ook zien als een afscheid van uzelf aan de galeriewereld?

DEWEER. “Op het einde van dit jaar word ik 65. Volgens mijn boekhouder moet ik er dan mee ophouden. Ik kan u garanderen: ik zal blijven werken. Mijn twee zonen zetten de galerie voort, ik help hen een en ander verder uit te bouwen. We hebben de jongste jaren enkele nieuwe, zeer beloftevolle, jonge kunstenaars in de galerie opgenomen. De toekomst is verzekerd.”

De galerie ligt in Otegem, een dorp tussen Kortrijk en Zwevegem. Hebt u dat nooit als een nadeel ervaren?

DEWEER. “Jawel, hoor. Soms komen hier mensen binnen die vragen: moeten wij hier entreegeld betalen? Hadden we ons in een grote stad geïnstalleerd, dan zouden we dat soort vragen nooit krijgen. Natuurlijk zitten we in Otegem, omdat de galerie aanvankelijk een zijproject van de tapijtweverij was. Toen ik afstudeerde, vroeg mijn vader me om in het bedrijf te komen. Op school was ik altijd het meest gefascineerd door filosofie en psychologie. Ook toen ik de weverij leidde, voelde ik het wereldje van opbrengsten en cijfers als beperkend aan. Voor mij was kunst een vorm van verrijking en bevrijding. Ik begon zelf kunst te verzamelen. Ik was er gepassioneerd door en bracht al mijn vrije tijd door in galeries, musea en op beurzen. De kunsthandel is een uit de hand gelopen hobby. Er zat helemaal geen masterplan achter. Het ontstond puur uit liefde voor de kunst. Ik heb ook het geluk gehad dat ik lang niet hoefde te leven van mijn kunsthandel, want ik had de inkomsten van de weverij. Sinds 2006 is die gesloten. Het is ironisch dat mijn hobbyproject uiteindelijk de redding en toekomst van de zaak geworden is.”

Toen een van uw vrienden zei: ‘Mark, met jouw gevoel voor kunst zou je een galerie kunnen beginnen’, stampte u er ook een uit de grond. Weliswaar eerst op uw zolder.

DEWEER. “Dat klopt. Ik was als verzamelaar gepassioneerd door popart. Toen ik eind de jaren zeventig een litho van Warhol of Hockney wou kopen, kon ik die nergens vinden in ons land. Dus begon ik zelf popart tentoon te stellen. Hoewel ik erg kleinschalig begon, deed mijn naam blijkbaar al de ronde. Drie jaar later kreeg ik telefoon van Emiel Veranneman, de legendarische kunstdealer, om samen met hem en enkele vooraanstaande oudere galeriehouders in een privévliegtuig naar Documenta in Kassel te gaan. Daar herkende ik het werk van de Duitse Neue Wilden als Fetting, Baselitz en Müller. Mijn collega’s hadden tot mijn grote verbazing nog nooit van die namen gehoord. Toen heb ik mijn eerste belangrijke levensles geleerd: blijf als galeriehouder altijd erg goed op de hoogte van de actualiteit, anders hol je hopeloos achterop.”

Er zijn ook galeriehouders die het anders aanpakken. Gagosian in New York lokt de allergrootste namen naar zijn galerie als ze op hun toppunt staan. Guy Pieters exposeert vooral dode artiesten of kunstenaars die aan het eind van hun carrière staan.

DEWEER.“Dat is net het verschil tussen een galerist en een kunsthandelaar. Een galeriehouder denkt op lange termijn en begeleidt een kunstenaar van bij het begin van zijn carrière. Een handelaar houdt het bij kopen en verkopen. Een goede galerist helpt zijn kunstenaars aan tentoonstellingen en steunt ze in moeilijke tijden. Ik heb altijd de hype vermeden. Er zijn kunstenaars wier ster te snel stijgt, waardoor ze plots te duur worden en niemand hen nog wil kopen. Ik ben voor de langzame, stapsgewijze aanpak. En dat rendeert. Want door ons is Koen Vanmechelen op de Biënnale van Moskou geraakt en had hij zopas een tentoonstelling in Moskou.”

Ook het persoonlijk contact met de kunstenaar is voor u erg belangrijk.

DEWEER.“Absoluut. Kunstenaars zijn zo eigenwijs en denken volledig out of the box. Dat is een verrijking in mijn leven. Soms speel ik zelfs bankier voor mijn kunstenaars. Van de piepjonge Jan Fabre heb ik nog een pak vroege werken veel te duur aangekocht, omdat hij dringend geld nodig had. Ik voelde meteen dat zijn werk een explosie van kunde was. Wim Delvoye is hier als student nog komen aankloppen, omdat hij tapijten wou beschilderen. Met Panamarenko heb ik in de loop der jaren een heel hechte vriendschap opgebouwd. In het begin beschouwde hij me ook als een ‘tapijtenboer’, maar ik heb zijn vertrouwen kunnen winnen. Ik ben een klankbord voor hem. Voor kunstenaars als hij doet het ook wel eens deugd om niet hoogdravend te moeten praten. De meeste artiesten hebben daar een hekel aan. Ik heb veel van zijn belangrijkste werken in mijn bezit, omdat hij vindt dat ze bij mij het veiligst zijn. Het mooiste teken van zijn respect kwam er op de 25ste verjaardag van de galerie, toen hij tegen Jan Hoet zei: Wel, ik had toch niet durven denken dat Deweer Gallery zo mooi zou uitgroeien. De liefde voor kunst moet diep zitten.”

‘MARK DEWEER TRAKTEERT. 30 PROCENT VOOR IEDEREEN’: VAN 31 JANUARI (OPEN OM 11.30 UUR) TOT 14 MAART 2010, VAN WOENSDAG TOT ZONDAG OF OP AFSPRAAK IN DEWEER GALLERY, TIEGEMSTRAAT 6A, OTEGEM, www.deweergallery.com

Door Thijs Demeulemeester / Foto’s: Piet Goethals

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content