Ik selecteer mijn dossiers vanuit de buik

Vijf jaar geleden verkocht Gilbert Pieters zijn familiale bedrijf Pieters Visbedrijf voor veel geld. Vandaag investeert hij 20 % van zijn kapitaal en adviseert hij een paar bedrijven. Maar boven alles geniet hij van het leven. “Ik heb 27 jaar lang een dubbele shift gewerkt. Dat doen ze vandaag niet meer zo vaak, de ondernemers zijn verstandiger geworden.”

De lotto winnen mag dan de droom zijn van de gemiddelde Vlaming, sommige ondernemers moeten vast glimlachen bij de premie die de Nationale Loterij aan winnaars van het groot lot uitkeert. Toen Gilbert Pieters (62) zijn bedrijf Pieters Visbedrijf in 1997 verkocht aan de Zweedse investeerders Industri Kapital en een deel van het management, kreeg hij naar verluidt 27 miljoen euro. “Waar halen jullie dat cijfer vandaan? Het klopt niet,” reageert Pieters. Maar hij blijft wel glimlachen en geeft toe dat hij meer kreeg dan hij had gevraagd.

Van de ene op de andere dag stinkend rijk, maar ook van de ene op de andere dag zonder werk. Want zoals vele ondernemers verkocht Pieters toen ook zijn broodwinning. En wat doe je dan met die tijd en dat grote geld?

Gilbert Pieters kon eindelijk meer rust in zijn leven inbouwen en zijn bankier meer werk bezorgen. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Pieters is her en der nog adviseur of bestuurder, onder meer bij twee beschutte werkplaatsen. Ook diepvriesgroenteproducent Pinguin en eierspecialist Leda Technologies rekenen op zijn expertise als bestuurder. Voorts is hij adviseur bij het zuivelbedrijf Büllinger Butterei en mattenfabrikant Verinpex. Pieters is en blijft immers een van de meer succesvolle Vlaamse zakenlui van de jongste decennia.

Maar als we bij hem aankomen, is hij niet zomaar bereid om over alles te praten. Hij wacht op de vrachtwagen die de beerput onder zijn neoclassicistische villa aan de Brugse rand komt leegpompen. “Ik wist niet dat het zoveel lawaai maakte,” constateert hij. “Maar vroeger was ik ook nooit thuis.”

GILBERT PIETERS. “Ik ben een gepensioneerde zakenman. Jullie zouden beter over Pieters Visbedrijf schrijven. Die hebben trouwens net fors geïnvesteerd in een nieuw bedrijfsgebouw. Op 29 november is de officiële opening. Maar wat ik doe met mijn tijd? Nog een klein beetje zaken. Het wisselt nogal hoe ik mijn dagen vul, want in tegenstelling tot vroeger bepaal ik nu zelf mijn agenda. Als zakenman word je toch voor een groot stuk geleefd door de initiatieven die je op een bepaald moment hebt genomen. Een zaak overnemen, heeft consequenties, je moet harder werken. Om uit te breiden, moet je knokken. Ik ben ook al enkele jaren geen adviseur meer voor Pieters Visbedrijf. Ik heb dat nog twee jaar na de verkoop gedaan, maar eigenlijk was het niet nodig. Er was immers een goed managementteam. Vandaag staat nog steeds datzelfde team aan het roer.”

U hebt enkele bestuursmandaten. Hoe nauw bent u bij die bedrijven betrokken? Een mattenfabrikant als Verinpex is toch een heel andere business?

PIETERS. “Daar ben ik adviseur. Ik heb het bedrijf via een gemeenschappelijke bankrelatie leren kennen. Ze produceren deurmatten om te beletten dat het personeel en de bezoekers de hele boel met slijk, zand en sneeuw onderkliederen. Ik zie niet in waarom ik mij tot de voedingsindustrie zou moeten beperken. Nee, ik kies mijn dossiers vanuit de buik. Verinpex is een grote KMO met een omzet van ruim 2,5 miljoen euro en het potentieel om die te verdubbelen of te verdrievoudigen. Ze zitten in een zeer gespecialiseerde sector, ze zijn de nummer één in België en bovendien exporteren ze twee derde van de omzet. Dat interesseerde me gewoon. Er ligt hier trouwens aan de voordeur zo’n mat. Maar ook in het nieuwe gebouw van Pieters en in Moskou op het hoofdkantoor van Philips.”

Wat brengt u die mensen bij?

PIETERS. “Geld en ervaring. Zulke mandaten doe je niet voor de centen. Als de vergoeding volstaat om de benzine te betalen, is het al goed.”

Vindt u het makkelijker in uw huidige leven om uw financiën te managen of leidt u liever een bedrijf?

PIETERS. “Het is veel eenvoudiger om een zaak te leiden. Mijn centen zaten allemaal in Pieters Visbedrijf. Dat is duidelijk en je hebt er zicht op omdat je de sector door en door kent. Op het grote speelplein weet je minder waar je aan toe bent. Daarom was het eenvoudiger in één bedrijf te investeren.

“Twintig procent van mijn kapitaal heb ik nu gereserveerd om in bedrijven te investeren. Echte stress heb ik niet meer. Want mijn huidige activiteiten zijn niet te vergelijken met de verantwoordelijkheid die ik vroeger had. Je hebt mensen die met exact dezelfde problemen volstrekt zorgeloos door het leven gaan. Ik was nogal ernstig.”

Pinguin is beursgenoteerd. Is dat een andere ervaring?

PIETERS. “Dat is inderdaad geen familiebedrijf meer. Een aantal regels wordt scrupuleus nageleefd. Voor mij is dat geen enkel probleem. In mijn tijd was Pieters alleen nog in naam een familiebedrijf. En al was ik samen met mijn vrouw de enige aandeelhouder in de laatste tien jaar, wij waren zo clean zoals een beursgenoteerd bedrijf moet zijn. De veronderstelling dat bij familiebedrijven bepaalde zaken het daglicht niet mogen zien, daar was bij Pieters geen sprake van. Bij Pinguin trouwens ook niet.

“Het is natuurlijk wel zo dat het beslissingsproces met meerdere bestuurders rond de tafel iets complexer wordt. En dat was bij Pieters Visbedrijf wel anders. Ik besliste alles en iedereen ging akkoord. Dus dat is wel een contrast. Ik kan me dat in een beursgenoteerd bedrijf moeilijker voorstellen. Niet dat ik een potentaat of dictator was. Ik had een goede visie en blijkbaar altijd gelijk. Tot het tegendeel werd bewezen natuurlijk.”

Krijgt u veel voorstellen om te investeren of op te treden als adviseur?

PIETERS. “Geregeld landt er wel een dossier op mijn bureau. Ik selecteer ze vanuit mijn buik. Ik vind dat ik een beetje affiniteit met de sector moet hebben. Je moet een klein beetje verliefd worden. De loutere rationele benadering waarbij een investering me binnen tien jaar 100 % rendement moet opleveren, volg ik niet. En trouwens: ik investeer niet altijd in de bedrijven waar ik adviseer. Bij Pinguin heb ik wel een paar dozijn aandelen, maar ik ben er onafhankelijk bestuurder. In de andere drie heb ik wel formeel geïnvesteerd.”

U bent ook een van de vennoten van het durfkapitaalfonds Creafund. Hoe is het daar na het wegvallen van Aimé Desimpel?

PIETERS. “Ik ben een van de vijftig aandeelhouders. Ik was er niet van in het begin bij, maar ik heb me nog nooit beklaagd dat ik ben toegetreden. Aimé was de initiatiefnemer en de bezieler, een enthousiaste voorzitter met veel relaties, maar het bedrijf heeft een zeer uitgebreide en actieve raad van bestuur. Die is zeer goed geïnformeerd en doet zijn job goed. Ik ga niet zeggen dat Aimé daar voor spek en bonen bij zat – dat deed hij trouwens nergens – maar het bedrijf wordt professioneel geleid. De dossiers die bij Creafund binnenkomen, worden grondig bestudeerd.”

U hebt zelf geen nieuw bedrijf opgericht. Nooit die drang gevoeld?

PIETERS. “Ik had dat natuurlijk kunnen doen, maar ik had daar in de verste verte geen zin in. Ik wou wel een beetje actief blijven, maar ik vond dat het toch genoeg geweest was. Wie zijn bedrijf verkoopt, moet logisch blijven en iets anders gaan doen. Je geeft je geld aan een private banker en richt je aandacht op andere dingen. En geld is trouwens een onderwerp waar we niet te veel over moeten praten. Het is steeds minder waard.

“Ik heb Pieters verkocht toen het een zekere omvang had, met een geconsolideerde omzet van 105 miljoen euro in 1997, en heel wat overnames die in de pijplijn zaten. Waarom dan verkopen? Je beseft dat je kinderen het niet zullen voortzetten, er zit een zeer bekwaam managementteam en vooral ook de overtuiging dat je iets moet doen op het moment dat je nog bij je verstand bent.

“Heel wat bedrijfsleiders denken dat ze de wijsheid in pacht blijven hebben, zelfs als ze zestig, zeventig jaar zijn. Ik kan me niet voorstellen – uitzonderingen als Albert Frère terzijde gelaten – dat een bedrijf ermee gebaat is dat een eigenaar er tot op hoge leeftijd de hoofdrol blijft spelen. Met een nieuw bedrijf beginnen, vergt ook bijzonder veel energie. Niet dat ik die niet meer had, maar ik wilde ze aan iets anders besteden. Zoals aan niks doen. Of me voor een keer met mijn kinderen en familie bezighouden. Leven zonder stress, dat is het immense verschil. Je kan niet weten hoe gelukkig ik ben, hoewel ik vroeger bijzonder kon genieten van de stress. Van een spreekwoordelijk zwart gat heb ik nooit last gehad.”

U wou meer tijd voor vrouw en kinderen?

PIETERS. “Een bedrijf opstarten, doe je ernstig. Dat zou dan een nieuwe carrière zijn, waar ik zelf zestig tot zeventig uur per week aan zou spenderen. Dan kan je uitgebreide vakanties en tijd voor je kinderen wel vergeten. Enfin, zo zie ik het. Er zijn andere mensen die grote zaken leiden en toch de indruk kunnen geven de flierefluiter uit te hangen. Maar mijn stijl is hard werken, kort op de bal spelen. De werknemers leren kennen, selecteren en bouwen aan een ploeg. Ik zag me dat niet nog eens doen, na een leven van 27 jaar in twee shiften. Normaal werkt een mens veertig uur per week. In de beste West-Vlaamse traditie was dat bij mij het dubbele.”

U was een voorbeeld van de West-Vlaamse ondernemersmentaliteit. Vindt u daar bij de jongere generatie iets van terug?

PIETERS. “Vroeger waren er arbeiders die zestig tot zeventig uur per week werkten. In die tijd konden overuren nog worden betaald. Maar als je ziet dat collega’s niet meer bereid zijn zo lang te werken, maak je van jezelf een buitenbeentje in de maatschappij. De meeste ondernemers vandaag werken nog altijd heel hard, maar het evenwicht vinden tussen veertig uur werken, tien uur sport, tien uur familie… is niet eenvoudig.”

Legt het verdwijnen van dat West-Vlaamse model een hypotheek op de ontwikkeling van een ondernemingsklimaat?

PIETERS. “Er zijn verstandiger en intelligenter manieren om te werken. Het heeft meer met de organisatie van een bedrijf en het aandeelhouderschap te maken. De West-Vlaamse ondernemer heeft het allemaal zelf gedaan. Gestructureerde adviezen heeft hij niet zo nodig. Maar nu verandert dat in het hoofd van de nieuwe generatie ondernemers. De autoritaire leider die met zijn energie, kracht en inzicht alles trekt, dat komt steeds minder voor. Misschien omdat het zo vermoeiend is, of omdat de vrouwen van die mannen daar niet tevreden mee zijn. Misschien worden de zaken complexer, of misschien zijn ze gewoon verstandiger geworden.”

Bent u tevreden met wat er is gebeurd met Pieters Visbedrijf sinds uw vertrek?

PIETERS. “De verkoop aan Industri Kapital was een transactie van mij en het managementteam ( nvdr – dat nam 10 % van de aandelen over). Iedereen is daar beter van geworden. Sommigen zijn er financieel beter van geworden, anderen hebben carrière gemaakt. De mensen die met mij hebben gewerkt, die zijn er meestal vandaag nog en die voelen zich goed.

“Is Pieters nu zoveel veranderd? Het is zoals een auto die tien jaar evolueert op basis van hetzelfde chassis. Ik zeg niet dat er bij Pieters niets is veranderd, want het is een ander bedrijf, maar het is nog altijd op dezelfde leest geschoeid. En de principes die ik aanhing, leven er nog altijd. Uiteraard met nieuwe accenten, maar dat is logisch. Ik heb het gevoel dat de erfenis in ere wordt gehouden.”

Ondertussen wil de Europese Unie de visvangst in de commerciële visserij steeds verder aan banden leggen. Legt dat een hypotheek op de sector?

PIETERS. “In alle visserijlanden van de EU bestond een verschillende regelgeving. En bovendien verschilde ook de manier waarop daar in de praktijk mee werd omgegaan. Europa moest een beleid opstellen waarin de regels voor iedereen gelijk zijn. Bovendien zie je dat in Spanje een totaal ander aanbod bestaat dan wat in Noorwegen gebruikelijk is. Dat alles in goede banen leiden is een oermoeilijke opgave. Daar is men dus ook niet in geslaagd.”

Dus eigenlijk is het verbod om nog op kabeljauw te vissen…

PIETERS. “… vermoedelijk juist en geen maat voor niets. Economisch zal de schok wel meevallen. Er zijn relatief weinig bedrijven die van één vissoort afhangen.”

Is het ook geen probleem voor Pieters?

PIETERS. “Voor Pieters is dat op korte en middellange termijn helemaal geen probleem. Wij hebben rechtstreeks niets met onze vissers te maken. Pieters verwerkt en maakt producten, kweekt ze ook. De EU is voor het visverbruik al voor meer dan de helft afhankelijk van niet-EU-landen.”

U volgt dat nog nauw op?

PIETERS. “Niet met veel aandacht. Wel met interesse. Ik heb informeel nog contact met het management. Een keer of twee per jaar tijdens een etentje.”

Toen u vaststelde dat uw kinderen uw levenswerk niet zouden voortzetten, was dat een pijnlijk moment?

PIETERS. “Helemaal niet. Ik kan me voorstellen dat er vaders zijn voor wie dat pijnlijk is. Bij mij was dat minder het geval, al was het natuurlijk ook niet mijn mooiste moment.”

Hoe nauw bent u betrokken bij het bedrijf van uw zoon Bruno Pieters, een van de succesvolle modeontwerpers in Antwerpen?

PIETERS. “Ik heb hem moeten beloven daarover niet te praten. Hij doet zijn eigen ding en hij doet dat goed. Hij heeft niet alleen het artistieke talent, maar tot mijn vreugde heb ik kunnen vaststellen dat hij ook zakelijk weet waarmee hij bezig is. Hij werkt nu op een steenworp van de ModeNatie in Antwerpen. Trouwens, mijn impact in de modewereld is beperkt. Ik ga wel eens langs om de show van mijn zoon te zien, maar de rest interesseert mij niet. Het is een zware last voor kinderen om geconfronteerd te worden met een bekende vader. Dat is niet makkelijk, maar ze doen het alledrie goed en ze staan op hun eigen benen.”

De richting die u destijds insloeg, zorgde familiaal voor de nodige druk. Uw broers wilden uw werkritme niet volgen en verlieten het bedrijf.

PIETERS. “Dat vind ik niet. Zij hebben zelfs meer gewerkt dan ik. Ik zie mezelf niet als de oorzaak dat zij een voor een het schip hebben verlaten. De verstandhouding heeft daar trouwens niet onder geleden. Wij gaan elk jaar in de derde week van mei vissen op wilde zalm in Ierland. Dat doen we al vijftien jaar.”

Is vissen uw nieuwe passie?

PIETERS. “Ik ga zes of zeven weken per jaar vissen. In Rusland, Ierland, Finland, IJsland, Schotland en ook eens op forel in Argentinië.”

Nog niet in Alaska?

PIETERS. “Daar zit geen Atlantische zalm. Ik specialiseer me in Atlantische zalm. In het leven moet je focussen.”

Wat boeit u zo aan zalm vissen?

PIETERS. “Ik moet toch geen erotische verhalen vertellen zeker? Het is zoals bij een jager. Niet het type dat vreet en zuipt en daarna over het veld waggelt. Zalm vissen, is niet wat zitten op een bakje met een hengel in de hand. Zalm vissen, is hard werken. In de rivier waden, tegen de sterke stroming in, op hobbelige stenen, langs de oever, op en af de rotsen. Wat is er zo fantastisch aan? Het moment dat de zalm bijt. Je moet soms uren wachten op dat moment. De adrenalinekick die je dan krijgt, is geweldig.”

En dan is het in een minuutje afgelopen?

PIETERS. “Dat kan. Maar een zalm ophalen, kan zelfs langer dan een uur duren. Want het is een sterk beestje en je vist met licht materiaal. Vissen is bovendien een sport waarbij je de tijd hebt om naar de natuur te kijken. Voor mij is het een manier om de kleur van de bomen te zien, het leven rondom het water met bevers en otters.”

Guido Muelenaer

“Zulke bestuursman-daten doe je niet voor de centen. Als de vergoeding volstaat om de benzine te betalen, is het al goed.”

“Ik besliste alles en iedereen ging akkoord. Niet dat ik een potentaat of dictator was. Ik had een goede visie en blijkbaar altijd gelijk.”

“Met een nieuw bedrijf beginnen, vergt ook bijzonder veel energie. Niet dat ik die niet meer had, maar ik wilde die energie aan iets anders besteden. Zoals aan niks doen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content