“Ik heb zeker geen spijt van de keuze die ik gemaakt heb”

Vandaag, 18 november, moet het Europees parlement zijn fiat geven aan de herschikte Europese Commissie. Mia De Vits stemt mee. Ze heeft haar ontslag als ABVV-voorzitter inmiddels verteerd. Maar ook in haar nieuwe rol heeft ze uitgesproken meningen over de toekomst van Europa en van België. “Een Vlaamse ABVV-voorzitter wordt niet sterk geapprecieerd.”

Eind maart stapte Mia De Vits op als ABVV-voorzitter. Moegetergd door de hoofdzakelijk Waalse kameraden die niet wilden meestappen in de hervormingen die ze wou doorvoeren. SP.A-voorzitter Steve Stevaert had meteen zijn witte konijn: de “machtigste vrouw van België” werd door de meester-tovenaar aan het hoofd van de socialistische europarlementslijst geplaatst. En ze werd vanuit de pole-position verkozen.

Een ex-vakbondsvoorzitter verwacht je dan te zien opduiken in de commissies voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Niets daarvan. “Ik heb gekozen voor de commissies Interne Markt en Economische en Monetaire Coördinatie,” zegt De Vits vanuit haar bureau in het Brusselse Europees parlement. “Het meeste wetgevende werk gebeurt in de commissie Interne Markt. Daar worden de fundamentele opties genomen.”

MIA DE VITS (SP.A). “Ik had vroeger ook het gevoel dat het Europees parlement geen macht heeft, dat het hier een ver-van-mijn-bed-show is. Maar wat er nu met de installatie van de Commissie is gebeurd, toont toch aan dat het parlement zich niet zo maar neerlegt bij wat de regeringen zeggen. Ook kan je hier meer doen, in tegenstelling tot in het Belgische parlement. Als je in België in de meerderheid zit, ben je erg strak gebonden aan wat de meerderheid uitvoert. In het Europees parlement is dat niet zo. Je kan zelfs over de partijgrenzen heen coalities proberen te vormen. We moeten wel meer inspanningen doen om de link te leggen met het nationale niveau. We moeten minder in een ivoren toren zitten.”

Kan deze Commissie na de vaudeville met Rocco Buttiglione nog sterk zijn? Of wordt het weer eens een zwakke ploeg?

DE VITS. “Ik zou niet zeggen dat José Manuel Barroso er verzwakt is uitgekomen. We hebben hem zien evolueren van iemand die dacht dat hij het kon regelen met de EVP-fractie naar iemand die meer boven de partijen staat. Hij heeft bijvoorbeeld tegen de EVP in Laszlo Kovacs in de ploeg gehouden.”

Het rapport-Kok is een tussentijdse evaluatie van de Lissabon-normen. Het rapport besluit dat ze moeilijk realiseerbaar zijn en dat we ons beter richten op vijf grote assen. Kunt u zich daarin vinden?

DE VITS. “Ik maak daar serieuze kanttekeningen bij. Ik vind wel dat het rapport een goede analyse maakt. Voor verschillende objectieven gaat het inderdaad veel te traag. Dat heeft te maken met de methode. Via benchmarking best practices zoeken en dan landen vrij laten om die voorbeelden al of niet over te nemen, is een veel te vrijblijvend systeem. In tegenstelling tot het Stabiliteitspact, dat afdwingbare normen hanteert.

“Iedereen stelt vast dat de groeicijfers van Europa achterblijven op die van Amerika. En daar raak je de discussie over het Stabiliteitspact. We moeten het pact handhaven, maar bepaalde uitgaven die belangrijk zijn om de groei te stimuleren erbuiten houden. Bijvoorbeeld: investeringen in opleiding, publieke investeringen, uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling. Anders krijg je situaties zoals in Frankrijk, waar men bespaard heeft op uitgaven voor wetenschappelijk onderzoek om binnen de normen van het Stabiliteitspact te blijven.

“Wat me in het rapport niet bevalt, is dat Kok het concurrentiëler maken van onze economie erg marktgericht bekijkt. Hij beveelt loonmatiging en flexibiliteit aan. Maar dat kan niet alleen dienen om de winsten te verhogen. De invalshoek van industrieel beleid zit er niet in. Een tweede invalshoek die ik er niet in terugvind, is de herverdeling van de welvaart die moet voortvloeien uit een betere economie. Dat is geen automatisme. Daar moet je sociale doelstellingen voor formuleren. Ik vind dus dat het rapport-Kok bijgestuurd moet worden.”

De Duitse ervaring toont aan dat de uitbreiding met tien landen niet zo eenvoudig zal zijn. West-Duitsland heeft ontzettend veel geld gestopt in Oost-Duitsland en dat is nog steeds een groot probleemgebied.

DE VITS. “Inderdaad. Men heeft zeer vlug de weg van uitbreiding gekozen in plaats van verdieping. Ik denk dat onze analyse over de gevolgen ervan nog niet duidelijk is.”

Wat kunnen we van de Duitse ervaring leren?

DE VITS. “Dat er financiële middelen vrijgemaakt moeten worden voor de nieuwe landen, maar dat geld niet zal volstaan. Het overnemen van het acquis communautaire is wel in de wetgeving gebeurd, maar niet op het terrein. Die landen zullen nog veel technische hulp nodig hebben. Als dat niet gebeurt, krijg je extremisme. In Oost-Duitsland zie je hoe de communistische partij opnieuw veel stemmen aantrekt, maar ik vind de rechts-extremistische evolutie in Polen veel gevaarlijker. En we zijn nog niet aan het einde van de uitbreiding: in 2007 komen Roemenië en Bulgarije er nog eens bij.”

De uitbreiding maakt het probleem van de uitwijking van bedrijven nog acuter. Bent u gevoeliger geworden voor de concurrentiepositie van bedrijven in België?

DE VITS. “Ik ben gevoelig voor de concurrentiepositie van bedrijven, op voorwaarde dat men die concurrentiepositie ruim definieert. En dus niet alleen naar het kostenplaatje wordt gekeken. Het is evident dat een aantal arbeidsintensieve producten altijd ergens goedkoper kunnen worden gefabriceerd. De problematiek van de lonen moet in het oog worden gehouden. De kosten van de sociale zekerheid zijn al verlaagd. Dat was allemaal noodzakelijk. Maar laten we niet dat alleen bekijken. Ik ben er nog altijd fier op dat bij de eerste informele gesprekken over de huidige interprofessionele onderhandelingen, iemand als VBO-voorzitter Luc Vansteenkiste akkoord ging met de analyse dat we ruimer moeten kijken dan kosten alleen. We hebben daarom aan de Nationale Bank gevraagd om de competitiviteit veel verder te analyseren dan men gewoonlijk doet. Ik weet niet of de interprofessionele onderhandelingen in die richting kunnen verlopen. Ik volg het niet op de voet.”

Maar uw indruk is dat iedereen nog te veel in de egelstellingen zit?

DE VITS. “Ja. Ik vind het ook niet goed dat het loopbaaneinde apart van het interprofessionele overleg wordt gehouden. De financiering van de sociale zekerheid moet wel apart, want dat is tripartite-overleg. Het interprofessionele overleg moet opengetrokken worden naar alle elementen. Ik weet dat we een land met een moeilijke structuur zijn. Als we het bijvoorbeeld hebben over investeren in wetenschappelijk onderzoek, zitten we onmiddellijk op verschillende bevoegdheidsterreinen. Maar toch moet het gebeuren.”

Het Kok-rapport prijst langer en flexibeler werken aan. Kunt u zich daarachter scharen?

DE VITS. “Ik vind dat we de hele loopbaan moeten bekijken. Het is zinloos om twintig jaar op een gestresseerde manier te werken en die mensen dan af te schrijven. Er zijn mensen waarvoor we op een bepaalde leeftijd een oplossing moeten vinden, maar er zijn er ook veel anderen die langer willen blijven. Bedrijven moeten dit in hun personeelspolitiek inbouwen en bijvoorbeeld opleidingskansen geven. Want nu ben je, door de snelle evolutie in bedrijven, op je 45ste niet meer bij. Ik denk veel meer in termen van het afbouwen van carrières vanaf vijftig jaar naar drie of vier vijfde. Dat is belangrijker dan arbeidstijdverkorting per week voor iedereen.”

Europa heeft meer en meer aandacht voor sociale regelgeving. Zullen de nieuwe lidstaten niet op de rem gaan staan om hun comfortabele concurrentiepositie niet te verliezen?

DE VITS. “Sommigen willen fiscaliteit als concurrentie-element beschouwen. Dat vraagt om discussie met die lidstaten, waarbij we hen het voorbeeld moeten geven van Ierland. Ierland heeft investeringen aangetrokken door fiscale dumping. Maar nu willen die bedrijven naar Hongarije of de Baltische staten gaan. We kunnen niet aanvaarden dat de nieuwe landen tegelijkertijd aan fiscale dumping doen én geld krijgen uit de structuurfondsen. Ze kunnen niet vragen om solidariteit terwijl ze ons oneerlijk beconcurreren.”

Ierland heeft toch een ongelooflijke prestatie geleverd: van een land waar elke jonge Ier van wegvluchtte naar een land waar iedereen nu naar terugkeert.

DE VITS. “Ja. Ierland heeft tegelijkertijd een ander soort bedrijven aangetrokken: kennisbedrijven. Ze hebben dat gedaan met lage fiscale tarieven. Om die investeringen aan te trekken, kan je dat toelaten. Maar zodra die bedrijven er zijn en het tarief blijft, wordt het oneerlijke concurrentie. Vandaar dat men in de fiscaliteit met vorken moet kunnen werken. Tussen 10 en 20 % – vergeet de cijfers – waarbij de laagste vork alleen voor tijdelijke situaties zal gelden om investeringen aan te trekken.”

Ierland heeft die kennisbedrijven aangetrokken. In België lukt dat niet. Is het omdat we geen industriebeleid kennen?

DE VITS. “Premier Verhofstadt heeft gezegd dat België een logistiek centrum moet worden. Maar na DHL zullen we dat zeker niet meer zeggen. Nu is er een initiatief voor de automobielsector.

“Tijdens de werkgelegenheidsconferentie zaten de verschillende actoren rond de tafel. Maar toenmalig minister van Economie Fientje Moerman kon geen nota neerleggen, omdat iedereen zeer sterk op zijn autonomie stond. Ook op Europees vlak is men nog altijd niet met de sectoren aan tafel gaan zitten. Het gaat altijd maar over privatiseren en liberaliseren. Tussenkomsten van de overheid mogen eigenlijk niet meer. We zijn dat verleerd. Men vindt dat de overheid alleen maar een goed klimaat moet creëren. En daar bedoelt men mee: de kosten zo laag mogelijk houden. Agoria denkt wel ruimer, maar dat kan je niet zeggen van alle werkgeversfederaties.”

De overheidstussenkomsten die je ziet, zijn niet de beste. Kijk naar de NMBS. De overheid komt tussen en de goede manager stapt op.

DE VITS. “Ik ken Karel Vinck goed. Ik vind het begrijpelijk dat hij is weggegaan. Het zal aan de opvolgers zijn om een even goed beleid te voeren.”

Hoe hebt u de herverkiezing van Bush verteerd?

DE VITS. “Ik ben ontgoocheld. Ik verwacht niets goeds van het beleid van George Bush. Wij gaan als socialistische fractie de banden aanhalen met de Democraten. We hebben vastgesteld dat de rechterzijde opnieuw discussies voert over waarden en normen. Gezin en religie waren thema’s waarvoor een pak Amerikanen voor Bush hebben gestemd. Ik denk dat wij het debat over waarden en normen niet alleen door de rechterzijde mogen laten voeren.”

Worden waarden en normen dan ook een thema van het ideologische congres van de SP.A in 2005?

DE VITS. “Ons hoofdthema blijft het sociaal-economische. Maar we moeten ook praten over waarden en normen. Ook een aantal christenen gaat niet akkoord met wat er gebeurt aan de rechterzijde. Het is bijna een soort integrisme. Daarnaast zijn er ook extreem-rechtse partijen die dit debat op tafel leggen. We moeten onze waarden en normen verduidelijken en discriminaties daarin wegwerken. We hebben dat nu gedaan naar aanleiding van Buttiglione. Ik denk dat de bevolking met ons mee was. Als je het goed uitlegt, haal je ook zo’n debat. Dat doet de linkerzijde te weinig.”

Hebt u nu een ander levensritme dan als ABVV-voorzitter?

DE VITS. “Ik heb veel werk, maar veel minder stress. En ik voel me een stuk vrijer in al wat ik te zeggen heb. Ik moet niet uitkijken wat mijn organisatie of mijn bureau daar nu weer over gaat denken. Ik heb zeker geen spijt van de keuze die ik gemaakt heb.

“Ik vind het verkeerd hier vijf dagen in dit bureau te zitten. Ik besteed ook een paar uurtjes per week aan de Belgische SP.A-werking. En ik start vanaf februari met sociaal dienstbetoon in Herne en Leerbeek, waar ik woon, om de problemen van de mensen goed te kunnen volgen. Ik heb daar een medewerker om de dossiers op te volgen.”

Is dat een eigen idee of een van Steve Stevaert?

DE VITS. “Een eigen idee. In de partij was er een tijd, en misschien nog, dat rond sociaal dienstbetoon een negatieve sfeer hing. Maar het dient niet om onwettelijke zaken in orde te brengen.”

Welke kranten leest u nu?

DE VITS. “Ik lees nog altijd mijn persoverzicht van het ABVV, waar alle kranten en de belangrijkste tijdschriften in opgenomen zijn. Ik lees De Standaard en Le Soir. Net als vroeger.”

En moet een europarlementariër niet de Financial Times lezen?

DE VITS. “Die zit in het persoverzicht van het ABVV. En ik heb hier natuurlijk elke morgen een kort nieuwsoverzicht van de belangrijkste Europese kranten.”

Komt u ditmaal goed overeen met de Waalse kameraden?

DE VITS. “Voor Philippe Busquin heb ik altijd veel waardering gehad. De gesprekken met de PS lopen heel vlot.”

Beter dan in het ABVV?

DE VITS. “Ik had verschillende eigenschappen samen die niet door iedereen op prijs werden gesteld. Ten eerste ben ik Vlaming. En ook al ben ik tweetalig en heb ik altijd het solidariteitsmechanisme van de sociale zekerheid loyaal verdedigd, toch wordt een Vlaamse ABVV-voorzitter nog altijd niet sterk geapprecieerd. Verder ben ik een vrouw en heb ik universitaire studies gedaan.”

Blij dat u weg bent bij het ABVV?

DE VITS. “Het was een zware beslissing. Maar ik ben onmiddellijk in de campagne gedoken en heb niet veel tijd gehad om er nog over na te denken. Ik moet nu ook niet meer een stuk beheer van de organisatie doen. Ik ben wel tot quaestor van het parlement verkozen, eigenlijk een soort syndicale afgevaardigde van de parlementariërs. Ik heb voor Jean-Luc Dehaene al in orde gebracht dat hij op het interne net Canvas kan bekijken, er zat alleen TV1 op.”

Komt u terug naar België?

DE VITS. “Ik voel me veel te goed in mijn vel om het Europees parlement te verlaten. Maar net als Dehaene antwoord ik pas op vragen ‘als ze zich stellen’.” Alain Mouton

Guido Muelenaer Alain Mouton

“Ik ken Karel Vinck goed. Ik vind het begrijpelijk dat hij is weggegaan.”

“Carrières vanaf vijftig jaar afbouwen naar drie of vier vijfde is belangrijker dan arbeidstijdverkorting per week voor iedereen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content