‘Ik ben geen slachtoffer’

Nabil Ben Yadir deed alles waartoe een Marokkaan uit Molenbeek voorbestemd lijkt: hij haalde een diploma elektromechanica en werkte als bandarbeider en als parkeerwachter. Maar zijn droom was: films maken.

Debuteren zoals Nabil Ben Yadir (35) moet de droom van elke jonge Belgische regisseur zijn. Naar Les Barons, die uitkwam in 2009, gingen in ons land 180.000 mensen kijken. Ook in Vlaanderen trok hij volle zalen — een bijzondere prestatie voor een Franstalige film. Het was een onverwacht succes. Les Barons speelt zich af in de volksbuurten van Molenbeek, waar Ben Yadir is opgegroeid. En het is geen sociaal drama vol kommer en kwel, maar een komedie.

De hoofdpersonages zijn Hassan, Aziz en Mounir, drie jongeren van Marokkaanse origine die werkloos zijn en zich ‘baronnen’ noemen. Ze geloven dat mensen worden geboren met een krediet aan stappen. Hebben ze hun maximum bereikt, dan sterven ze. De baronnen doen daarom geen stap te veel, nietsdoen is hun ideaal. De hele film door houdt Ben Yadir Marokkaanse en autochtone Belgen een spiegel voor, met een spervuur van grappen en rake observaties. Zoals deze: “Een Belg is niet bereid te sterven voor zijn land, maar wel voor zijn voorrang van rechts.”

Zijn tweede film, die hij vorig jaar uitbracht, maakte hij meteen in Frankrijk. La Marche vertelt het waargebeurde verhaal van een mars die jongeren uit de banlieue van Les Minguettes nabij Lyon in 1983 ondernamen, als protest tegen het toenmalige geweld op migranten. Ben Yadir haalde er de officiële competitie van het filmfestival van Cannes mee.

Het succes van Les Barons was opmerkelijk. Hoe verklaart u dat?

NABIL BEN YADIR. “Dat kwam vooral doordat de film een komedie is, denk ik. Daar was kennelijk behoefte aan. Ik ben enkele keren incognito gaan kijken toen de film in de zalen liep. Je zag een heel gemengd publiek van autochtone en Marokkaanse Belgen — mensen die nooit met elkaar hadden gepraat, maar die wel samen lachten om een film. Dat was mooi.”

Toch heeft de film een ernstige ondertoon. Hij bekritiseert de lethargie van de baronnen. Mounir cultiveert dat luie leventje, maar Hassan wil ontsnappen uit de werkloosheid. Hij wil weg uit zijn buurt.

BEN YADIR. “Ook Hassan is aanvankelijk een baron. Zijn vader wil dat hij buschauffeur wordt bij de MIVB. Hij doet dat uiteindelijk, maar die baan interesseert hem niet, hij droomt van een carrière als stand-upcomedian. Hij bedenkt een sketch die hij opvoert in een club. Een buitengewoon talent om mensen te doen lachen heeft hij niet, maar wat telt, is dat hij iets onderneemt, dat hij een stap zet. Hij verzet zich tegen het idee dat zijn toekomst vastligt omdat hij in Molenbeek is geboren.”

Ook Aziz wordt daarmee geconfronteerd. Hij is een goede tekenaar, maar op school krijgt hij te horen dat hij snit en naad moet volgen.

BEN YADIR. “Dat is mij overkomen. Ik wilde tekenen en men zette me op snit en naad, om patronen voor kleren te tekenen. Dat heb ik een jaar gedaan. Toen ik dat niet meer wilde, moest ik naar elektromechanica — ook tegen mijn zin. Ik verzeker je, dat is wat er gebeurt in de scholen in de volksbuurten. Het is dramatisch als iemand die je niet kent, beslist over je toekomst. Maar je rebelleert niet tegen het systeem als je vijftien bent.

“Later heb ik gewerkt als bandarbeider bij Volkswagen en als parkeerwachter — het soort banen waartoe je voorbestemd lijkt als je van Molenbeek bent. Maar ik wilde schrijven en films maken. Net als Hassan heb ik de stap gezet om te doen wat ik graag wilde doen. Je slaagt alleen door hard te werken, maar alles begint bij die eerste stap.”

U bent geen voorstander van positieve discriminatie.

BEN YADIR. “Ik wil niet dat iemand zegt: we gaan je helpen omdat je Ben Yadir heet en omdat je uit Molenbeek komt. Ik heb kwaliteiten, ik heb dat niet nodig. Ik wil evenveel rechten als een ander, niet meer rechten. Ik ben geen slachtoffer.”

In zijn sketch vertelt Hassan over het leven in zijn buurt. U draaide twee films over Maghrebijnse migranten. Is het vanzelfsprekend dat een stand-upcomedian of een regisseur met allochtone roots vertelt over mensen met zijn achtergrond?

BEN YADIR. “Een kunstenaar vertelt over de dingen die hij kent en die hem raken. Wat ik heb bereikt, heb ik te danken aan Molenbeek. Ik zou geen film kunnen maken over een familie in Ukkel of Neder-Over-Heembeek. Ook Vlaamse stand-upcomedians vertellen over hun leven en hun buurt, net als Hassan. Toch is er een verschil: als iemand met een allochtone achtergrond dat doet, valt dat op. Je bent dan een brug tussen culturen.

“Dat heeft soms bizarre consequenties. Als je Maghrebijnse roots hebt, uit een volksbuurt komt, beroepsschool hebt gevolgd en geen artistieke opleiding hebt gehad, word je per definitie gezien als een geëngageerde kunstenaar, of je dat wilt of niet. Je bent dan niet alleen een regisseur, je wordt ook een woordvoerder van je gemeenschap. En als je niet oppast, word je een symbool en verzeil je in politieke debatten. Deelnemen aan debatten is interessant, maar alleen als je iets te vertellen hebt, bijvoorbeeld omdat je een nieuwe film hebt uitgebracht. Regisseurs horen thuis op een filmset.

“Maar het verhaal van Hassan gaat niet alleen over Molenbeek, het is universeel. Hassan kon ook de zoon van een rijke Vlaamse ondernemer zijn, die clown wil worden. Ik krijg brieven uit alle landen waar de film is vertoond — zelfs uit China en Brazilië. Al die mensen herkennen zich in het verhaal.”

Veel jonge allochtone Brusselaars maken tegenwoordig films, theater en stand-upcomedy. Rolmodellen zijn kennelijk belangrijk voor hen.

BEN YADIR. “Ja. Veel jongeren zoeken een uitgang. Als iemand die gevonden heeft, blijft de deur op een kier staan, zodat ook de anderen naar buiten kunnen. Met mijn films heb ik voor sommige jongeren mogelijk ook een deur geopend.”

La Marche gaat over de mars voor gelijkheid en tegen racisme die een groep jongeren uit de banlieues in 1983 ondernam vanuit Marseille naar Parijs. Toen die in Parijs aankwam, liepen er honderdduizend mensen mee. Hebben we opnieuw zo’n mars nodig?

BEN YADIR. “Ja, maar dan een optocht voor gelijkheid in het algemeen. De mensen die deelnamen aan die mars hadden verschillende achtergronden, maar ze stapten allemaal mee met hetzelfde doel. Dat was bijzonder. Vandaag is dat minder vanzelfsprekend. Mensen hebben een account op Facebook of op Twitter, of ze kopen een kaars van Amnesty International. Ze komen hun huis niet uit, maar ze denken toch dat ze militanten zijn. Om je te laten horen, moet je samen op straat komen.”

Een van de marcheurs is Sylvain. Hij is een autochtone Fransman, maar ook hij is het slachtoffer van discriminatie.

BEN YADIR. “Hij is het slachtoffer van sociale discriminatie. Sociale discriminatie ligt aan de basis van raciale discriminatie, denk ik. Veel racisme komt voort uit het idee dat allochtonen banen inpikken of profiteurs zijn.

“Voor veel Belgen is een werkloze iemand die er de kantjes afloopt, voor mij is een werkloze iemand die geen baan heeft. Ik heb broers die werkloos zijn, die voortdurend naar werk zoeken, maar geen baan vinden. Zij zijn geen profiteurs.”

Religie komt niet aan bod in uw films.

BEN YADIR. “Religie is iets persoonlijks. In de media is daar zo veel over te doen dat als je dat onderwerp ter sprake brengt, het alleen nog maar daarover gaat. Ik maak films over samenleven, over hoe mensen elkaar kunnen aanvaarden. Religie is een ander onderwerp.”

U werd uitgenodigd door president François Hollande om uw film over de mars van 1983 voor te stellen in het Elysée.

BEN YADIR. “Dat was speciaal. Ik zat daar naast de Franse president als Belgische regisseur uit Molenbeek, die een film had gemaakt over een gebeurtenis die in Frankrijk in de vergetelheid was geraakt. Er hangt nu een affiche van de film in het Elysée.”

U voelt zich Belg, maar ook Brusselaar. Gelooft u dat er zoiets bestaat als een Brusselse identiteit?

BEN YADIR. “Zeker. Kijk eens om je heen (het interview vindt plaats in het café van het gemeenschapscentrum De Markten, nvdr. ). Er zitten hier mensen die Nederlands en Frans praten, ze hebben heel diverse achtergronden, maar ze begrijpen elkaar. Brussel is een goed laboratorium voor België. Als België nog bestaat, is dat trouwens te danken aan Brussel.”

Hebben ook de Hassans en de Mounirs in Molenbeek een boodschap aan die Brusselse identiteit?

BEN YADIR. “Zeker, het is hun stad. In België zijn er gelukkig geen banlieues die buiten de stad liggen, zoals in Frankrijk. In Brussel wonen we allemaal naast elkaar. Dat maakt een heel verschil. Toch krijg je te maken met discriminatie. Een tijd geleden wilde ik een appartement huren. Ik werd afgewezen, omdat de eigenaar geen precedent wilde scheppen in zijn buurt. Dat is surrealistisch: ik word dan wel uitgenodigd door de Franse president, maar in mijn eigen stad kan ik geen woning huren waar ik dat wil. In die zin was Les Barons ook een politieke film. Hij maakte duidelijk dat ook Hassan en Mounir Brusselaars zijn.”

In die film vraagt Mounir aan een wielertoerist de weg naar het station. Die antwoordt: “In je eigen land.” Krijgt u weleens zulke reacties?

BEN YADIR. “Dat is me echt overkomen. De reactie van Mounir is interessant: hij barst in lachen uit. Het doet hem niets meer. Mounir dedramatiseert die situatie met humor, hij wil geen slachtoffer zijn. Hij belt naar Hassan om te vertellen wat er is gebeurd, zodat hij die grap kan opnemen in zijn sketch.”

Begrijpt u als Marokkaanse Brusselaar de geschillen tussen Vlamingen en Franstaligen?

BEN YADIR. “Natuurlijk zijn er problemen in dit land. Maar ik geloof niet dat je een beter bestuur krijgt door België te splitsen. Als je denkt dat iets niet werkt, ga je focussen op de dingen die niet werken. Focus op de dingen die wel werken. Je hoort voortdurend praten over een sterker Europa, en dan zou je dit kleine stukje taart nog eens in tweeën verdelen. De verschillen zijn toch niet zo groot? Er is hier toch geen guerrillaoorlog aan de gang? Er worden toch geen Walen gedood door Vlamingen of omgekeerd?

“Van mij wordt altijd gezegd dat ik van Marokkaanse afkomst ben. Maar Van Cauwenberghe en Onkelinx zijn bijvoorbeeld toch Vlaamse namen? Men wil ons doen geloven dat België bestaat uit twee landen die weinig gemeen hebben, maar dat klopt niet. Mijn volgende film gaat daar trouwens over. Eind dit jaar hoop ik die te kunnen opnemen.”

Vijftig jaar geleden kwam de migratie uit Marokko en Turkije op gang. Betekent die verjaardag iets voor u?

BEN YADIR. “De echte helden van vijftig jaar migratie zijn onze ouders. Mijn ouders zijn naar België gekomen om hier een betere wereld te vinden. Ze hebben in moeilijke omstandigheden zes kinderen opgevoed met een inkomen van 850 euro per maand. Dat is moeilijker dan films maken. Onze ouders zijn bibliotheken vol herinneringen. We moeten die koesteren.”

Of er een film over maken?

BEN YADIR. “Dat zou kunnen. Maar in België zijn veel interessante verhalen te vinden. Zo wil ik weleens een film maken over de twee dagen dat koning Boudewijn in 1990 troonsafstand heeft gedaan, omdat hij de abortuswet weigerde te ondertekenen. Over hoe hij ertoe is gekomen dat voornemen door te zetten, en hoe er toch weer een Belgisch compromis uit de bus is gekomen om de toestand te herstellen. Nationalisten hadden die gelegenheid kunnen aangrijpen om een splitsing dichterbij te brengen, maar dat is niet gebeurd. Een geweldig verhaal. De enige vraag is: wie gaat de rol van de koning Boudewijn spelen?”

Lees ook blz. 14: dossier Brussel.

WIM VER ELST, FOTOGRAFIE PAT VERBRUGGEN

“Ik wil niet dat iemand zegt: we gaan je helpen omdat je Ben Yadir heet en omdat je uit Molenbeek komt”

“Men wil ons doen geloven dat België bestaat uit twee landen die weinig gemeen hebben, maar dat klopt niet”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content