“Ik ben geen fetisjist van controle met de GROTE C

Philippe Vlerick beschouwt zich als een kapitalist ‘pur sang’. ,, Maar dan eentje met een kleine ‘k’ want ik vind dat er toegevoegde waarde moet zijn voor iedereen”, zegt de Manager van het Jaar 2006. In eigen kring noemen ze de Kortrijkzaan en industrieel een wervelwind die permanent door een hogedruktunnel raast.

Mentale pingpong. Zo zou je de scène kunnen noemen die zich vaak op maandagochtend afspeelt in het oude fabriekspand van BIC Carpets te Kortrijk. Philippe Vlerick (51) kaatst er als een volleerde tafeltennisser de ideeën terug naar zijn medewerkers en reikt nieuwe opportuniteiten aan, ook buiten zijn traditionele actieradius: de textiel. Bij de koffie entertaint hij als een volleerde coach zijn ploeg over wat in het weekeinde allemaal door zijn hersenpan is geflitst. Het kleine managementteam van Vlerick Group doet er aan hersengymnastiek rond uiteenlopende projecten: van (industrieel) vastgoed in binnen- en buitenland tot lange termijnbeleggingen in bedrijven of private equity-initiatieven.

In eigen kring wordt Philippe Vlerick een wervelwind genoemd die permanent door een hogedruktunnel raast. “Hij kan heel snel doordenken en verwacht, soms onbewust, dat medewerkers méé zijn. Of dat zijn gesprekspartner ook alles over het onderwerp weet,” zegt Ignace Gheysens, rechterhand in een aantal familiale Vlerickvennootschappen en gedelegeerd bestuurder van Vlerick Vastgoed.

“Onstuimig en briljant,” zo herinnert Jan Huyghebaert, bestuursvoorzitter van KBC-groep, zich de intrede van de jonge Vlerick, die intussen zelf al enkele jaren het mandaat van ondervoorzitter van de bank- en verzekeringsgroep opneemt. “Onstuimig is hij nog altijd, of juister ‘enthousiasmerend’. En zeer outspoken, niet altijd diplomatisch.” Al was uitgerekend Philippe Vlerick tijdens de moeilijke fusiegesprekken van de financiële groep het bindmiddel tussen de verschillende aandeelhoudersbelangen.

De topman van KBC wordt door Vlerick omschreven als één van zijn mentors – naast, hoe kan het anders, wijlen zijn oom André Vlerick, stichter van de gelijknamige managementschool, zijn vader en textilien Marc Santens. Huyghebaert en Vlerick zijn een klankbord voor elkaar. “Door zijn ervaringen bij de werkgeversorganisaties en omwille van zijn politieke connecties fluistert hij mij in wanneer je best gas terugneemt of de pedaal indrukt,” verklapt Huyghebaert.

Credo van het industriële Europa

Dwars door de vele projecten van Philippe Vlerick loopt één rode draad: het credo van het industriële Europa. Hij gelooft er rotsvast in, bijna als een ketter, maar niet als een idealist. “Als we onze bedrijven en ons samenlevingsmodel maar continu in vraag durven stellen.” De Vlaams-Indiase fusiegroep UCO-Raymond, wereldspeler in denimstoffen, en het durfkapitaalfonds Pentahold – allebei vorig jaar boven de doopvont gehouden – typeren die strategische kijk.

Vanuit zijn overtuiging dat een stevig stuk industrieel weefsel nog kan in Europa, heeft hij zijn brede activiteitenwaaier herschikt. Steunend op een filosofie die hij omschrijft als ‘de wortels en de vleugels’, naar een televisieprogramma van de Franse zender FR3. “De vleugels uitslaan, met behoud van identiteit en de sterke punten cultiverend, dat is iets helemaal anders dan productie verleggen omdat het elders goedkoper is,” zegt hij. “Het betekent naar andere landen trekken, steeds vanuit de bekommernis om iets mooiers en sterkers neer te zetten.”

Om dat voor elkaar te krijgen, werden de vastgoedprojecten en langetermijnactiva – waaronder belangen in ondermeer KBC, fotogroep Spector, machinebouwer LVD en investeringsfonds Pentahold – gehergroepeerd in Vlerick Group. Met zijn drie zussen controleert hij er het geheel. Enkel designtapijtenfabrikant BIC Carpets (Belgian International Carpets), dat in 1956 werd opgericht door zijn vader, blijft als afzonderlijke entiteit bestaan: Philippe Vlerick bezit er 100 % van de aandelen. Zijn industriële holding UCO, waarvan hij 90 % aanhoudt en het management de rest, groepeert de overige activiteiten in denim, garens en technisch textiel. Ook de 20 %-participatie in BMT (glasvormen, en-gineering van glasovens en tandwielen) is daarin ondergebracht.

“Vanuit die holding wil ik specifieke krachtenbundelingen mogelijk maken in binnen- en buitenland, op het juiste tijdstip en met partners die eenzelfde visie delen.” Hij gelooft er sterk in. “Ik ben geen fetisjist van controle met de grote ‘C’. Ik vind dat ik zelf ook geen klassiek manager ben. Ik ageer eerder als een facilitator en een challenger,” zo benadrukt hij.

Krachten bundelen en waardecreatie

Jan Huyghebaert situeert Philippe Vlerick binnen een traditie van Vlaamse industriële families die elkaar via hun netwerken stimuleren en beïnvloeden. “Zij hebben, vanuit hun spirit voor het ondernemen en van vader op zoon, kansen hebben gekregen om zich te ontplooien en willen dat erfgoed bewust uitdragen en vergroten.” Uit insidermeldingen op de site van de toezichthouder CBFA bleek recent dat er voor 51 miljoen euro aan aandelen van de familie Vlerick werden herschikt binnen de KBC-groep. Dit opnieuw vanuit een zelfde optiek: meer transparantie en eenduidiger structuren om krachtenbundeling mogelijk te maken. “Ik sluit niet uit dat hieruit nieuwe allianties groeien,” beaamt Philippe Vlerick. “Met andere KBC-families? Waarom niet?”

Kapitaal bundelen, noemt hij een noodzakelijke voorwaarde om tot waardecreatie te komen. “Want wie dreigt er, bij het verdwijnen van de industrie hier, de grote winnaar zijn? De bedrijven die weggetrokken zijn en naamloos of thuisloos vanuit andere oorden de wereldmarkt met hun producten gaan beheersen. Ik geloof niet in zo’n model.” De eigen industriële erfenis intact houden en met toegevoegde waarde doorgeven aan een volgende generatie, is hem bijna plichtsbewust met de pap ingelepeld. “In die zin ben ik een rentmeester van dat patrimonium. Ik zie mezelf ook graag als een reder die het schip financiert en meedenkt hoe het best gebouwd wordt. En naast de reder heb je kapiteins die de schepen bemannen en met wie ik als reder voeling heb.”

Kapitalist ‘pur sang’

In zijn agenda voor 2007 staan, over het hele jaar gespreid, blokken van één week op voorhand vastgelegd om op verkenning te trekken naar India, China, Latijns-Amerika: “Afspraken heb ik er nog niet, maar ik weet dat ik dan daar wil zijn om plaatselijk de temperatuur te polsen en de sfeer op te snuiven. Via gesprekken met analisten, consulenten, bankiers, advocatenkantoren en topondernemers. We zien wel wat daar nadien uit komt.”

De filosofie van ‘wortels en vleugels’ getrouw, gelooft Philippe Vlerick dat er ook in Duitsland en heel West-Europa nog industriële pareltjes te vinden zijn die verder kunnen groeien door samen te gaan met sterke bedrijven en mits goede managementondersteuning en een sterke financiële hefboom. De durfkapitaalgroep Pentahold, waarin hij zich met vier bekende ondernemers engageerde om 100 tot 150 miljoen euro bijeen te brengen, is zo’n voorbeeld. Het fonds waarin ook Filiep Balcaen (ex-Balta, vinylspecialist IVC), de Luxemburger Edmond Müller (Les Moulins de Kleinbetten), Marc Saverys (rederij CMB) en Paul Thiers (ex-Unilin) actief zijn, wil zich van bestaande Angelsaksische private-equityfondsen onderscheiden door te streven naar duurzame participaties. “Niet naar snel gewin voor de aandeelhouders waarbij de toekomst van een onderneming in het gedrang kan komen door een agressieve manier van leverage en waardoor ze veeleer waarde uitzuigers zijn dan waardebouwers,” stelt Vlerick. “Ik behoor niet tot die investeerders die denken dat er hoera geroepen moet worden telkens een onderneming verkocht wordt aan tien keer de bedrijfscashflow. Pas op, ik ben wel een kapitalist pur sang, maar dan eentje met een kleine ‘k’ want ik vind dat er toegevoegde waarde moet zijn voor iedereen.”

People manager die empowert

Philippe Vlerick heeft de reputatie hard te zijn als hij voelt dat een partij zich niet aan de afspraken houdt. Hij verwacht grote loyauteit, een vertrouwensbreuk is fataal. Anderzijds geeft hij rugdekking als er na zijn ‘doe maar’ toch iets fout loopt. En hij blijft nuchter na succes, zowel over de eigen inbreng als die van zijn medewerkers. “Ik geloof niet in een manager die alle stadia van een onderneming optimaal kan leiden,” zegt hij. “Ik weet wanneer het moment gekomen is om de operationele leiding uit handen te geven.” Ter illustratie: bij het familiale bedrijf BIC Carpets liet hij de scepter over in de handen van een operationele manager in 1998.

Hij schenkt het volle vertrouwen aan zijn medewerkers, horen we telkens weer van betrokkenen. Hij kan zeer snel doordenken, waardoor het soms lastig wordt hem volledig te volgen. In zijn haast laat Vlerick soms medewerkers op hun honger, omdat ze onvoldoende achtergrondinfo meekrijgen.

Philippe Vlerick erkent dat dit een minpunt is: “Door georganiseerd om te gaan met anderen, haal je het beste uit jezelf en uit de andere,” is zijn leuze. Cruciaal in die organisatie is zijn assistente, op loopafstand van zijn werktafel. Vlerick is niet het type manager dat vastgeklonken zit aan zijn blackberry of e-mail. Dat soort technologische snufjes is niet aan hem besteed. De communicatie verloopt grotendeels via gsm en telefoon. Zijn secretaresse schift inkomende berichten. “She makes it happen,” bekent hij. Voor zijn nieuwe hoofdkwartier koos hij een statig Kortrijks herenpand, dat op een steenworp ligt van het huis van zijn secretaresse. Hij glimlacht: “Ik houd zo aan haar.”

Hij omringt zich met competentie, “mensen die meer expertise hebben dan ik in bepaalde vakdomeinen. De juiste mensen em- poweren, dat doe ik. Ik draag niet de dagelijkse operationele verantwoordelijkheid, maar blijf wel, van op afstand, operationeel meedenken.” En Vlerick zal ook niet nalaten om rond te lopen op de werkvloer in de fabrieken in België, Roemenië of India.

Een groot deel van zijn tijd gaat naar Vlerick Group, in nauw overleg met een kleine kern medewerkers. “We focussen op de kernactiviteit, de rest wordt uitbesteed,” zegt Gheysens. “Philippe heeft een groot empatisch vermogen, hij luistert. De grote lijnen worden vooraf grondig besproken, tussendoor zal hij wel eens polsen hoever we staan, maar nooit een dossier naar zich toetrekken. Hij verwacht eindresultaten en zal dan ook niet interveniëren nadat een beslissing genomen is.”

Philippe Vlerick is wel duidelijk de man die trancheert, nadat alle argumenten op tafel kwamen en hij eventueel zijn visie bijstuurde op basis van argumenten, zo blijkt uit getuigenissen. “Al durft hij wel eens, vanuit zijn buikgevoel en persoonlijke overtuiging, tegen de stroom in een eigenzinnige keuze te maken,” weet Gheysens. Vlerick houdt niet van het woord ‘verankering’, maar om in zijn beeldspraak van ‘de reder’ te blijven, is hij ook diegene, die “als het moeilijk wordt, het anker uitwerpt – beslissingen neemt – om niet op de klippen te varen.”

Piet Depuydt, Erik Bruyland

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content