“Ik ben geen doemdenker”

Bij Transics, de Ieperse producent van boordcomputers voor vrachtwagens, veroorzaakt de crisis een abrupte stop van de groeicurve. Gedelegeerd bestuurder Walter Mastelinck zet zich schrap om zijn bedrijf door de mist te sturen.

Hardrockers zijn mietjes. Walter Mastelinck, de gedelegeerd bestuurder en medeoprichter van Transics, had de avond voor onze afspraak eigenlijk met zijn zoon willen headbangen op het optreden van AC/DC. Een banaal griepje van de leadzanger stak daar een stokje voor. “En hij had er zo naar uitgekeken”, glimlacht Mastelinck die herinneringen ophaalt aan zijn jeugd. Toen zag hij diezelfde rockers nog optreden in de Brielpoort, in Deinze, op tweehonderd meter van zijn ouderlijk huis. Vandaag woont Mastelinck nog steeds in de Oost-Vlaamse stad.

Transics International ontwikkelt en commercialiseert boordcomputers, software en fleetmanagementoplossingen voor de transportwereld en logistieke sector. Het Ieperse bedrijf is een van de grootste spelers in de sector. Het verhaal loopt soms over hobbelige en grillige paden, maar als hobbyfietser in de Vlaamse Ardennen is Mastelinck dat gewend. Zijn devies is dan ook: ‘opgeven is voor altijd, afzien is tijdelijk’.

Geen grond onder de voeten

En zijn Transics ziet af. Maar Mastelinck is vastberaden dat het tijdelijk is. Net als de rest van het economische weefsel is ook zijn bedrijf niet immuun voor de crisis die wereldwijd hard toeslaat. De omzet bleef in 2008 nagenoeg stabiel op ruim 43,6 miljoen euro, terwijl initieel werd uitgegaan van een groei met een kwart. De bedrijfskasstroom (ebitda) daalde met 32 procent, en de nettoresultaten moesten zelfs 46,8 procent prijsgeven. “Onze eerdere verwachtingen van een omzetgroei hebben we in het laatste kwartaal moeten bijstellen. We zijn uiteindelijk gestrand op dezelfde omzet als in 2007”, zegt Mastelinck. “In normale omstandigheden zou ik daar absoluut ontevreden mee zijn. Maar als ik zie wat er rondom ons aan het gebeuren is, ben ik al blij dat we op dit niveau zijn geëindigd. Ik ben nu al lang bezig als ondernemer, maar dit heb ik nooit eerder gezien. Het geeft me het gevoel dat je als ondernemer weinig grond onder de voeten hebt. Je maakt je plannen op basis van wat je kent, maar vandaag zijn de fundamenten weg. We rijden in de mist op een weg die je denkt te kennen, maar waar steeds weer obstakels opduiken. Je kunt niet stilstaan, moet vooruit, maar je mag ook niet vol gas geven.”

Zijn grootste bezorgdheid was dat de klanten – voornamelijk uit de veelgeplaagde transportsector – massaal en voor lange tijd zouden afhaken. Dat lijkt niet zo te zijn. “Wekelijks sluiten we nieuwe contracten af met nieuwe klanten, weliswaar op een ander niveau dan we gewend waren.” Dat geeft wat comfort voor de komende maanden. “We verkopen aan de juiste klanten. Dat is achteraf makkelijk gezegd, maar het is wel zo. We hebben jaren geleden beslist om voor al onze klanten een kredietverzekering af te sluiten. Transport is nooit de meest solvabele sector geweest. Maar onze aanpak maakte dat we altijd zaken hebben gedaan met de betere leerlingen van de klas. En vandaag zien we dat de sector serieuze klappen krijgt, maar dat onze klanten grotendeels gespaard blijven. Er is wel een lichte afbouw van capaciteit: een aantal vrachtwagens wordt tijdelijk op non-actief gezet, maar dat zijn geen dramatische volumes.”

Ook de prijszetting van de boordcomputers hoeft geen aanpassing, zo blijkt. “Ons product kost gemiddeld zowat 100 euro per maand. Als je dat afzet tegen de kostprijzen die de sector kent, is dat geen doorslaggevend element. Een kilometer kost 80 cent per vrachtwagen, en als je weet dat ze snel tot 10.000 kilometers per maand rijden, dan wegen die kosten in verhouding niet door.”

Historische buffer

Transics kende de voorbije jaren een stevige groei, en het was dan ook even schrikken om dat patroon plotsklaps doorbroken te zien. Vijftien mensen werden ontslagen. “Het belangrijkste kostenelement in ons bedrijf is personeel. We hebben de voorbije twee jaar mensen aangeworven, op basis van de groeicurve die we hadden vooropgesteld. Het is nu niet alleen voor het management, maar ook voor de werknemers aanpassen. Als CEO lig je daarvan wakker.”

Of Transics de crisis zal kunnen uitrijden met het huidige personeelsbestand, is ook voor Mastelinck een open vraag. “We hebben onze oefening gemaakt met de informatie die we ter beschikking hebben, en ik ga ervan uit dat het voldoende moet zijn. Het belangrijkste is dat we onze structuur zo hebben aangepast dat we zelfs in zeer moeilijke periodes onze basis overeind kunnen houden.”

Transics kan terugvallen op een recurrente inkomstenstroom die nu 28 procent van de omzet uitmaakt. Een gestage stijging. Om de crisis uit te zweten, heeft Mastelinck geen toegevingen gedaan op het budget voor research & development. Op sales en marketing, de grootste hap uit de uitgavenstroom van Transics, is wel fors gewerkt. “Beurzen en advertising, daar hebben we sterk in gesnoeid. Als de markt niet in buyingmodus zit, moet je daar niet te veel energie en middelen aan verspillen.”

Er werd vooral ingegrepen in Oost-Europa. Hongarije, Roemenie en Slowakije, die beloftevolle regio’s heetten te zijn, laten het afweten. “Één ding is zeker, niemand weet hoe lang dit gaat duren, maar dat het op een gegeven moment weer kantelt, is wel zeker. Dus het komt erop aan om je organisatie door de crisis de loodsen en in conditie te houden tot dat kantelmoment er is.”

Daar werkt Mastelinck heel sterk op, met vier prioritaire pijlers. Het financiële huishouden op orde houden, blijvend inzetten op een goede productontwikkeling, de commerciële slagkracht behouden, maar vooral de klantentevredenheid onderhouden. “Wat je hebt, moet je goed soigneren. Nu meer dan ooit.” Het is dan ook geen toeval dat Mastelinck meteen na ons gesprek in de auto springt om een rist klanten te gaan bezoeken. “Ik doe dat graag, en zowel de klanten als het salesteam zijn blij dat ik mee aan die kar trek.”

Een ‘gelukkig toeval’ is de beslissing van de raad van bestuur om in mei van vorig jaar een deel van de beschikbare cash te gebruiken om versneld de schulden bij de banken af te bouwen. Het geld werd destijds opzijgezet om eventuele overnames te kunnen financieren, maar op korte termijn was er geen overnamepotentieel. “Achteraf bekeken, was dat een zeer goede zet. Onze schuldgraad is zeer gezond, en dat geeft me een comfortabel gevoel. Hadden we acquisities gedaan, met een hoge leverage, dan hadden we nu allicht een ander verhaal geschreven.”

Uitgaan van krimpen

Toch beloont de belegger het voorzichtige beleid van Transics niet. Het aandeel noteert vandaag rond de 4 euro, mijlenver verwijderd van de 17,5 euro waartegen Transics in 2007 naar de beurs trok. Maakt dat het bedrijf niet tot een beruchte overnameprooi, gezien het mooie productaanbod, het marktpotentieel, en een vrij versnipperd aandeelhouderschap? “In theorie hebt u gelijk. De vraag is natuurlijk of je een bedrijf kan kopen voor deze koers. Als je morgen een belangrijk aandelenpakket wilt kopen, dan moet je wel een aandeelhouder vinden die wil verkopen. En tegen de huidige beurskoers denk ik niet dat je snel een verkoper zult vinden. Bovendien valt het nogal mee met dat verspreide aandeelhouderschap. Als je het puur bekijkt op basis van de free float klopt het wel. Maar ik heb met veel van mijn aandeelhouders regelmatig contact en heb er wel een goed gevoel bij. Ik voel me absoluut niet de speelbal van de beurs.”

Ook bij de raad van bestuur heeft Walter Mastelinck een goed gevoel. Dankzij kleppers als een Luc Vandewalle, Peter Leyman, of Vladimir Lasocky van voormalig aandeelhouder Carlyle. Mastelinck kijkt met tevredenheid terug op zijn private-equityaandeelhouder. In de zomer van 2008 verkocht Carlyle zijn belang van 16,5 procent aan het Nederlandse investeringsfonds Parcom Capital. “Indrukwekkend hoe zij met weinig woorden en in zeer beperkte tijd de juiste zaken op tafel brachten. Ze zijn ongelofelijk intelligent, gefocust en komen heel snel tot analyses. En het verschil met vroegere aandeelhouders is dat zij niet enkel met vragen komen, maar ook met mogelijke antwoorden. Onze durfkapitalisten kunnen nog veel leren van hen, zowel in de voorbereidende research, als in opvolging.”

Gevraagd naar het toekomstperspectief geeft Walter Mastelinck een wat diffuus antwoord. Hij ziet een aantal overnamemogelijkheden opdoemen, al haast hij zich te zeggen dat Transics voor hem vooral organisch moet groeien. “Het is geen must. Maar op basis van mijn sectorervaring zie ik een aantal mogelijkheden, vooral in geografische expansie. Maar dat is vandaag niet aan de orde. We moeten ons niet opjagen. Trouwens, we redeneren allemaal als consumenten, waarom zou ik nu kopen als ik volgende maand misschien hetzelfde iets goedkoper kan krijgen.”

Transics heeft volgens consultant Frost & Sullivan (F&S) in Europa een marktaandeel van 16 procent, tegen 17 procent van grote concurrent Qualcomm. Dat Amerikaanse bedrijf is vooral actief in telecomtechnologie. Fleetmanagementsystemen zijn voor de Amerikanen, zeker op de Europese markt, niet prioritair. F&S voorziet nog voor jaren een groei van zowat 15 procent. Transics zit gebeiteld.

“We hebben veel potentieel voor de toekomst, en dat stemt me positief. Op cijfervlak denk ik dat we wat minder zullen presteren, maar niet dramatisch. Ik ga ervan uit dat we iets zullen krimpen. We doen alles om te groeien, maar ik heb niet alles in handen. Mijn interne businessplan vertrekt van een daling van de omzet. Dat lijkt me een juistere en veiliger benadering dan omgekeerd. Ik verwacht geen significante daling. Onder meer met dank aan onze recurrente inkomstenstroom, maar vooral omdat ik weiger een doemdenker te zijn.” (T)

Door Lieven Desmet/Foto Thomas De Boever

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content