Ik ben er even niet. Wie vervangt me?
Een geboorte, een ziek familielid, een arbeidsongeval, vakantie… Ook een zelfstandige krijgt ermee te maken en kan dus niet altijd werken. Maar hoe houd je een business draaiende als je zelf afwezig bent? Het stelsel van vervangende ondernemers probeert een uitkomst te bieden.
Sinds 1 juli 2010 biedt het stelsel van vervangende ondernemers elke zelfstandige de mogelijkheid om zich – zonder opgave van reden en gedurende dertig dagen per jaar – te laten vervangen door een andere zelfstandige. Een initiatief waar onder meer het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) en de Waalse middenstandsorganisatie UCM bijzonder blij mee zijn. “Een zelfstandige kan zijn business niet even on hold zetten omdat zijn been in het gips zit of omdat hij examens moet afleggen. Een vervanger vinden is voor zelfstandigen echt een probleem”, constateert Christophe Wambersie, algemeen secretaris van de UCM. “Wat voor een zelfstandige telt, is de continuïteit van zijn business. Want als hij niet werkt, komen er geen centen binnen”, voegt NSZ-voorzitter Christine Mattheeuws eraan toe.
Weinig beperkingen
Het nieuwe systeem is er voor elke zelfstandige die zich gedurende een korte periode wenst te laten vervangen. De reden doet er niet toe. Of, zoals Wambersie het uitdrukt: “Als een bakker of tandarts een wereldreis wil maken maar zijn zaak ondertussen draaiend wil houden, kan hij een beroep doen op het systeem.” De enige beperkingen: de zelfstandige in kwestie moet zijn sociale kwartaalbijdragen blijven betalen, hij mag tijdens de vervanging geen andere beroepsactiviteit uitoefenen en hij kan slechts dertig dagen per jaar gebruikmaken van het systeem. Wambersie: “Het is wel mogelijk om je een langere periode te laten vervangen. Bijvoorbeeld bij moederschapsverlof, arbeidsongeschiktheid of invaliditeit.”
Hoe vindt u een vervanger?
Om de zoektocht naar de ideale vervanger te vergemakkelijken, heeft de regering het Register van Vervangende Ondernemers in het leven geroepen. Deze database vermeldt behalve de naam en de contactgegevens van de verschillende kandidaten ook het domein waarin ze actief zijn. Om in het register te worden opgenomen, moet de kandidaat-vervanger zich inschrijven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen en bewijzen dat hij voldoet aan de eventuele voorwaarden om het beroep te mogen uitoefenen. Nadien laat hij zich vrijwillig inschrijven in het Register van Vervangende Ondernemers. Hij betaalt daarvoor een bijdrage die, afhankelijk van het geval, 30 tot 75 euro bedraagt. Zodra de eerste vervangingsovereenkomst een feit is, moet hij – net als elke zelfstandige – ook sociale kwartaalbijdragen betalen. Want ook al mag de kandidaat-vervanger op het moment van zijn inschrijving in het register werkloos, loontrekkende, zelfstandige of gepensioneerde zijn, wanneer hij een overeenkomst ondertekent en aan de slag gaat, moet hij het statuut van zelfstandige (in hoofdberoep of in bijberoep) aannemen.
Geen verplichting
“Wat dit systeem aanbiedt, is een plek waar je een vervanger kan vinden én de waarborg dat die vervanger op sociaal en administratief vlak in orde is”, aldus Wambersie. Maar wie zich wil laten vervangen, is niet verplicht om van dit systeem gebruik te maken. “Eigenlijk bestond dit gegeven al in de praktijk. Bij artsen, advocaten, kinesitherapeuten, landbouwers en dergelijke zijn vervangingen heel gewoon. Neem nu een advocaat die in Brussel moet pleiten maar zelf kantoor houdt in Namen. Die schakelt een Brusselse confrater in om hem te vervangen”, aldus Capucine De Buyser, adviseur bij de UCM. “Wel nieuw is het wettelijke kader dat de relatie rechtszekerheid verleent en modelovereenkomsten aanreikt”, zegt Wambersie.
Gevaar voorconcurrentie?
Maar volgens de UCM zijn er ook risico’s. “Er is gevaar voor concurrentie. Iedereen weet dat de omzet en de business van een zelfstandige staan of vallen met de relaties die hij onderhoudt met zijn klanten en leveranciers. Zijn vervanger zou de gelegenheid kunnen gebruiken om contacten te leggen, namen van klanten te vergaren en zo zijn eigen business uit te breiden.”
Vandaar dat Wambersie ervoor pleit om enkel gepensioneerden op te nemen in het register, aangezien zij op dat punt geen risico vormen. Christine Mattheeuws deelt deze mening niet. “Het gaat hier om erg korte periodes. En een goed contract kan veel narigheid voorkomen. Overigens bestond dit systeem eigenlijk al in een aantal sectoren. Hoeveel aannemers doen er niet een beroep op een andere aannemer om hen te helpen op een bepaalde werf? En dat heeft nooit grote problemen opgeleverd, ik heb alleen maar positieve geluiden opgevangen.”
Heel weinig inschrijvingen
Op dit moment ligt het probleem volgens Mattheeuws eerder op een ander vlak: er zijn niet genoeg vervangers. Het register werd op 2 augustus 2010 geopend, maar erg weinig mensen schreven zich in. Volgens het NSZ werden er slechts twintig kandidaat-vervangers geregistreerd voor heel België. “Tal van zelfstandigen laten ons weten dat ze zich graag willen laten vervangen, maar dat ze in het register niemand vinden die geschikt is”, aldus Mattheeuws. “Dit systeem kan alleen efficiënt werken als veel mensen zich inschrijven.”
Niet bekend genoeg
De UCM en het NSZ vinden het jammer dat er nooit een communicatiecampagne kwam om het systeem voor te stellen. Dirk Bertrem, de Brusselaar die zich als eerste in het register inschreef, beaamt dit: “Ik heb nog geen vervangingsopdracht uitgevoerd omdat het niet vanzelfsprekend is om in contact te komen met mensen die zich willen laten vervangen.” Nochtans is hij vragende partij. “Ik ben gedelegeerd bestuurder van mijn eigen vennootschap, maar werk op dit moment niet. Ik probeer een ander project op poten te zetten, dat ik binnen een paar maanden hoop te lanceren. Omdat ik momenteel niet veel om handen heb, heb ik me ingeschreven in het register als vervangend zaakvoerder. Ik hoopte op die manier ervaring op te doen in een andere firma.”
Lara van Dievoet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier