“ik ben een fabriekskind”

Hij is inmiddels 67, maar maakt pas nu de eerste keer tijd voor een interview. Jacques Beherman leidt de roemruchte Belgische autofamilie achter Saab.

De auto-industrie heeft nog toekomst in België. Al bromt Beherman: “Uiteraard is de sluiting van Opel Antwerpen een drama.”

D’Ieteren. Moorkens. Beherman. In één adem wordt het trio genoemd. De drie roemruchte Belgische autofamilies. D’Ieteren en Beherman hebben nóg een ding gemeen. Discretie. Voor de eerste keer spreekt Jacques Beherman, de gedelegeerd bestuurder van de gelijknamige groep.

En spreken doet hij rustig. Behoedzaam. Bedachtzaam. Langzaam. Geregeld wordt een vraag herhaald. Het gesprek bevestigt de karakterschetsen van sectorkenners. Jacques Beherman is een valse trage. Maar hij kent zijn business drommels goed. Jacques Beherman weet van wanten. “We moeten niet over onszelf spreken. Wij zijn een kmo. Het is belangrijk dat we over onze producten spreken. En nee. Wij zijn geen autofamilie. Wij zijn een gewone familie. Je moet gewoon je best doen. Je moet doen wat van je wordt verwacht.”

JACQUES BEHERMAN. “Onze groep heeft meer dan 90 jaar ervaring in de autodistributie. Met die achtergrond hebben wij toekomst in de sector. Wij hebben een netwerk kunnen opbouwen. We zijn klantvriendelijk. We laten onze klanten niet met problemen opgescheept zitten. We creëerden een imago. We financieren mee onze dealers.”

Maar waarom verdwenen dan al die verdeelcontracten?

BEHERMAN. “Dat was het gevolg van fusies. De merken werden gekocht door andere producenten. Mazda wilde distributie in eigen beheer. Wij hebben ons verdeelcontract dan verkocht aan Mazda. Anders zouden we vandaag nog Mazda verkopen. Het heeft onze hele verkoopploeg overgenomen. Niemand heeft zijn baan verloren. Die dealers denken nog altijd terug aan de goede oude tijd. Wij verkochten jaarlijks 15.000 tot 20.000 auto’s voor Mazda. Wij vochten voor marktaandeel in België. Ga maar eens na wat Mazda vandaag verkoopt (Mazda verkocht in 2008 minder dan 6000 wagens in België, nvdr).”

Er is dus voor Beherman Groep nog leven in de autobranche?

BEHERMAN. “Zeker. We zoeken nieuwe uitdagingen met elektrische wagens. We hebben garages in Antwerpen, Brussel en Luik. Dat zijn drie uitstekende steden voor de verhuur van elektrische wagens. En we hebben uiteraard nog Saab. Dat beleeft moeilijke tijden. Maar in de Benelux is er slechts één dealer gestopt. En we kochten begin vorig jaar de verdeelrechten voor Nederland. Daarmee dekken we nu de hele Benelux. Ik ben al die dealers in Nederland persoonlijk gaan bezoeken. Saab wordt al veertig jaar in Nederland ingevoerd, maar voor sommige dealers was het de eerste keer dat ze de distributeur op bezoek kregen.”

Er heerst nochtans veel scepsis over de nieuwe eigenaar van Saab, het Nederlandse Spyker?

BEHERMAN. “Ik heb heel veel respect en… ( denkt even na) admiration voor wat Victor Muller (de Nederlandse euromiljonair en CEO van Spyker, nvdr) heeft gedaan. Saab krijgt een nieuw leven. Want het is een prachtig merk. Geen ander automerk geniet zo veel sympathie. Mensen rijden dertig, veertig jaar met een Saab. De kwaliteit is heel hoog. De Zweedse aanpak van veiligheid. En er is het rijplezier. Daarom is er toekomst voor Saab. Wij werden de invoerder voor België in 1979. Saab verkocht toen 600 wagens in België. Wij verhoogden die verkoop tot het zesvoudige, de voorbije jaren. Wat niet betekent dat de algemene verkoop van Saab overal verzesvoudigde.”

Waarom doet u eigenlijk zo positief over de autosector? 2009 was toch een bar slecht jaar?

BEHERMAN. “De autosector zit uiteraard in een enorme crisis. Er is de overcapaciteit. De enorme problematiek van de CO2-uitstoot. De druk vanuit de overheden naar het openbaar vervoer. Het gewijzigde consumentengedrag. Dat leidt tot fundamentele marktveranderingen. Bovendien is de Europese markt verzadigd. Iedereen heeft een auto. Het is een verdringingsmarkt. Mensen hebben vragen over elektrische en hybride wagens. Al die factoren cre-eren onzekerheid. De autowereld zal nooit meer een gemakkelijke wereld zijn.”

Die overcapaciteit verklaart ook de sluiting van Opel Antwerpen?

BEHERMAN. “Dat ligt heel moeilijk. Uiteraard is het een drama voor België. En voor Antwerpen. Het is een drama voor de werknemers. Opel Antwerpen was een heel efficiënte fabriek. Ze stond bekend voor haar kwaliteit. Uiteraard is er de factor overcapaciteit. Maar de nieuwe wagen, die beloofd was aan Antwerpen, wordt gebouwd in Zuid-Korea. En waarom wordt die daar gebouwd? Omdat er geen douaneheffing is voor Koreaanse producten. Dus is de schrapping van douaneheffingen misschien wel een verkeerde zaak?”

Pleit u voor de herinvoering van invoerheffingen?

BEHERMAN. “Nee. De beslissing is genomen. We kunnen ze niet terugschroeven. Maar het bestaan van autoassemblage in België was ooit een gevolg van hoge invoerheffingen. De invoerkosten voor de onderdelen waren goedkoper dan de invoerrechten voor de volledige wagens. Mijn vader, Joseph Beherman, startte op die manier met de autoassemblage in de jaren vijftig. Wij deden Volga, Volvo, Morris MG, Skoda en Chrysler. Die assemblagebedrijven werden grote productiecentra voor Ford, GM, Renault, Volvo en Volkswagen.”

Uw vader was de creatieve ondernemer, met voortdurend nieuwe ideeën?

BEHERMAN. “Mijn vader was een echte selfmade man. Hij had een ongelooflijke lef. Hij had duizend werknemers in dienst van het Amerikaanse leger. Maar tegelijk assembleerde hij de eerste Russische wagens voor West-Europa. En dat in volle Koude Oorlog, in de jaren vijftig en zestig. Hij begon met de bouw van pantservoertuigen. Dat project startte helemaal van nul. Maar hij was een visionair. Enthousiast. Hij kon iedereen meeslepen. Mijn vader heeft ook mij voortdurend aangepord. Ik moest deels werken tijdens de vakantiemaanden. Toen ik veertien, vijftien jaar was, werkte ik minimaal één maand als stagiair. Ik ben dus een fabriekskind. Het is mijn leven. In de jaren vijftig kocht vader dan de autofabriek van Minerva in Mortsel. Hij begon er de assemblage van andere automerken.”

Die assemblage gebeurde ook in de voormalige Usines Ragheno in Mechelen. Dat 24 hectare grote industrieterrein vormt vandaag de belangrijkste activiteit van Beherman Groep, namelijk de ontwikkeling van vastgoed?

BEHERMAN. “We zijn al veel langer met vastgoed bezig. Mijn vader kocht al in de jaren zeventig het vliegveld van Wevelgem van Landsverdediging. We hebben de oude militaire gebouwen stelselmatig veranderd in industriële kantoren. Het laatste stuk grond in Wevelgem verkocht ik twee jaar geleden. De ontwikkeling van de luchthaven bij Kortrijk is dus eigenlijk ons werk.”

Ook het voormalige Ragheno is vandaag een behoorlijke kantorensite, vlak bij het station van Mechelen. Wanneer is de ontwikkeling afgerond?

BEHERMAN. “We willen een heel groot project. Een ecologisch complex. Moderne, milieuvriendelijke en energiezuinige gebouwen. Londen heft een belasting op milieuonvriendelijke kantoren. Moderne kantoren worden op die manier goedkoper dan de oude. En Mechelen ligt bovendien uitstekend. Een actieradius van 25 kilometer rond Mechelen geeft meer mensen dan diezelfde cirkel rond Antwerpen en Brussel. Mechelen ligt in het midden van die twee metropolen. In tien tot vijftien jaar groeien die twee naar elkaar toe. En dan staan wij er met die nieuwe kantoren. Het gaat om vele tienduizenden vierkante meters in Ragheno.”

In welke activiteiten wil u nog investeren?

BEHERMAN. “We staan steeds open voor suggesties.”

Dus een bedrijf dat geld zoekt, en een goed ondernemingsplan heeft, mag bij u aan de deur kloppen?

BEHERMAN. “Ja. Je haalt het hoogste rendement in zaken die je zelf beheert. Dat geeft meer plezier dan zomaar een aandeel op de beurs.”

U bent niet alleen bezig met geld verdienen. U bent naar verluidt ook iemand die veel geld geeft aan armen en gehandicapten, maar daar liever niet te veel over zegt?

BEHERMAN. ( wat verveeld) “Dat is persoonlijk. Daarover spreek ik liever niet.”

Het bekommert u?

BEHERMAN. “Dat is persoonlijk. Daarover spreek ik liever niet.”

Bestaat er een Stichting Beherman voor het goede doel?

BEHERMAN. “Nee. Maar we hebben een prijs, ter herinnering aan mijn overleden broer Thierry. Hij was een grote connaisseur van schilderijen. Een specialist van de School van Leiden. Hij studeerde in Parijs. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt. Afwisselend aan de VUB en de ULB. Het is een prijs voor de beste licentieverhandeling in de richting kunst- geschiedenis.”

U zou zelf een passie hebben voor oldtimers?

BEHERMAN. “Ach. Ik houd niet van de term oldtimers. Ik heb te veel respect voor de wagens. Oldtimer klinkt negatief. De geschiedenis van de auto is heel belangrijk. De wagen maakt deel uit van ons leven sinds 100 jaar. Die evolutie nagaan is interessant. Wij moeten die geschiedenis laten leven. Die wagens blijven gebruiken.”

Waarom zijn uw kinderen niet actief in de onderneming?

BEHERMAN. “Mijn zoon doet zijn eigen zaken. Met succes. Hij ontwikkelt vastgoed in Sint-Niklaas. Maar dus helemaal los van Beherman Groep. Mijn dochter werkt niet. Haar echtgenoot werkt bij de Zwitserse vermogensbeheerder Pictet in Genève. Misschien komt hij later bij Beherman? Dat moet hij zelf beslissen. En er is de vierde generatie. Ik krijg mijn eerste kleinkind in de zomer. Mijn broer heeft een dochter van vier.”

U deelt de controle over de onderneming met uw broer Christian. Hoe is de rolverdeling?

BEHERMAN. “Mijn broer is bestuurder. Maar we werken heel nauw samen. We hebben minstens één keer per maand een raad van bestuur. We volgen de zaken van heel dichtbij. Bijvoorbeeld de overname van het dealernetwerk van Saab in Nederland vorig jaar. Wij wensen dat zo, als aandeelhouders.”

Maar de raad van bestuur bestaat enkel uit de familie, of leden van het directiecomité. Hebt u geen nood aan verfrissende buitenstaanders?

BEHERMAN. “Die komen er eind dit jaar. We willen twee of drie onafhankelijke bestuurders. Het moeten geen mensen uit de autobranche zijn. We zoeken mensen met ervaring in grote familiebedrijven. Met ervaring in vastgoed ook.”

Hoe lang blijft u zelf nog actief?

BEHERMAN. ( lacht) “Wie gezond wil blijven, moet elke dag werken. Ik voel me nog jong. Ik ben gelukkig. Ik ben hier misschien nog voor een maand. Of voor twintig jaar. Ik weet het niet. Maar ik doe dit graag. Het is mijn leven.”

Door Wolfgang Riepl, Fotografie Thomas De Boever

“Saab krijgt een nieuw leven. Geen ander automerk geniet zo veel sympathie”

“Ik houd niet van de term oldtimers. Ik heb te veel respect voor de wagen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content