Ik ben de conservator van een museum”

Een jaar na de dood van Hugo Ceusters heeft zijn weduwe Ingrid Luyten weer de operationele leiding over het vastgoedbedrijf. Luyten blikt terug op haar jaren aan Ceusters’ zijde. En blikt vooruit naar de toekomst van de onderneming, die zich moet handhaven in een markt waarin overaanbod dreigt. “De firma volledig uit handen geven, is uitgesloten.”

Ingrid Luyten (55) is een echte Antwerpse. Ze groeide op in de Seefhoek, aan Stuivenberg, en werkte er later in twee ziekenhuizen als tandarts. In 1996 nam ze de operationele taken van haar man Hugo Ceusters in zijn gelijknamige vastgoedbedrijf over als gedelegeerd bestuurder. Luyten gaf haar functie in 2001 op om haar zieke man te verzorgen tot hij vorig jaar op zijn 81ste overleed. Het dagelijks bestuur werd opeenvolgend overgelaten aan Guido Kestens, Roland Cracco en Hubert Libert – onder Luytens toeziend oog als voorzitter van de raad van bestuur. Tot nu. Want sinds kort heeft ze zelf de touwtjes van Immobiliën Hugo Ceusters weer in handen.

INGRID LUYTEN (IMMOBILIËN HUGO CEUSTERS). “Ik twijfel waarschijnlijk in de eerste plaats zelf. Als je denkt dat je alles kan, ben je verkeerd bezig. Er zullen ook nog altijd anderen zijn die zich afvragen wat ik hier doe. Ik kan hen geruststellen. Ik neem meestal weloverwogen beslissingen. Ik ben ondertussen ook ouder dan bij mijn start bij Hugo Ceusters in 1996. Ik heb meer ervaring en een betere kijk op de markt. De beste leermeester zat tenslotte bij mij thuis. De opmerkingen die ik twaalf jaar geleden kreeg, omdat ik als vrouw aan het hoofd kwam te staan, maar vooral omdat ik zoveel jonger was dan Hugo, hoor ik dus niet meer. Ik zal nooit vergeten dat twee heren tijdens een diner – nadat ze me een hele tijd negeerden – besloten om het blondje tussen hen ook wat aandacht te geven. Ze vroegen me of ik golf speelde. ‘Nee’, zei ik. Of ik dan bridge speelde? ‘Ook niet’, antwoordde ik. ‘Maar wat doe jij dan wel?’, reageerden ze verbaasd. Niet iedereen vond het geloofwaardig dat ik me met de zaken bezighield. Als ik een medewerker enkele jaren geleden vroeg naar een dossier zei hij: ‘Zeg maar gewoon dat je een vrouw bent en daarom niet op de hoogte bent van dat soort zaken’. Ach, ik heb liefst dat iemand het me zo duidelijk maakt. Als het je in verdekte vormen of helemaal niet wordt gezegd, begin je pas te twijfelen. En er is niets erger dan onduidelijkheid.”

Uw man werd omschreven als een sluwe zakenman. Heeft u hetzelfde karakter en hanteert u dezelfde stijl?

LUYTEN. “Hugo’s koopmansgeest voelde duidelijk aan wanneer het juiste moment was om toe te slaan. Dat was zo omdat hij al heel wat ups en downs had meegemaakt en daardoor de pijnpunten kende. Ik geef veel meer ruimte aan mijn intuïtie om mensen samen te brengen en panden aan te bieden. Makelaardij was toen soms niet meer dan dat, maar ondertussen is de wereld geglobaliseerd en kopen buitenlandse firma’s hier ook vaker gebouwen. De prijzen die hier worden betaald, worden op een andere plaats berekend, dus moeten we flexibeler werken. Professionaliteit heeft een andere inhoud gekregen. Vastgoed is bijna financial engineering geworden. Daarom moet ik me laten omringen door een hoogopgeleide ploeg en bepaalde zaken uitbesteden. Ik ken mijn limieten. Ik kan op andere manieren bijdragen. Hugo kon ook erg goed interesse opwekken, een voordeel van hem dat wij nu opvangen door de naambekendheid die hij opbouwde. “Mijn karakter is niet gemakkelijk, maar ik probeer wel correct te zijn. Tegen opportunisme of hypocrisie kan ik niet. Ik moet ook grif toegeven dat ik een temperament heb waardoor ik verbaal soms te ver ga. Dat maakt dat ik af en toe bots met mensen. Je hoort me niet zeggen dat ik overtuigd ben van mijn grote gelijk, maar je moet met erg sterke argumenten komen om me op andere gedachten te brengen.”

Daarom wordt gefluisterd dat u een te sterke persoonlijkheid bent die de leiding niet kon overlaten aan de CEO’s die daarvoor werden aangesteld. Er zijn er in korte tijd dan ook drie de revue gepasseerd.

LUYTEN. “Er zal wel worden gezegd dat ik een te sterke persoonlijkheid heb (lacht lang en smakelijk). Toen mijn man net ziek werd, heeft Guido Kestens – die nog steeds deel uitmaakt van onze raad van bestuur – de functie van CEO ad interim waargenomen. Er was altijd gezegd dat hij een overgangsfiguur was in de periode waarin Hugo nog kon adviseren. Roland Cracco kwam daarna als CEO, maar hij vertrok naar Interparking. Ik heb de taak dan weer enkele maanden op mij genomen, maar toen ik zag dat de gezondheid van mijn man achteruitging, was het mijn prioriteit om voor hem te zorgen. Ik bleef wel voorzitter van de raad van bestuur toen Hubert Libert in september 2006 CEO werd. “Geloof me, tot Hugo in maart 2007 overleed, had ik geen tijd om me te moeien. En daarna had ik een hele tijd nodig om er weer bovenop te raken. Ik moest af en toe wel ergens op inspelen, want er moesten zaken gedaan worden hé. Ik zal een voorbeeld geven. Het personeel had een petitie opgesteld om een printer met vier laden te vragen. Een ludieke actie, vond ik, en ik heb mee ondertekend en de petitie onder de deur van de CFO geschoven. Het ging me niet om die printer – hoewel dat probleem zich niet had mogen stellen. Het ging me over het comfort van de medewerkers. Vind je daarom dat ik een te sterke persoonlijkheid heb, dan heb ik inderdaad een probleem. Maar je mag niet vergeten dat het ging om het patrimonium van mijn overleden man dat ik toevertrouwde. Daar moest en moet goed mee omgesprongen worden. Daarom moet het management tegen kritiek kunnen. Ik kan recht in de spiegel kijken, want ik heb geluisterd naar de hints die waardevolle medewerkers me gaven.”

Heeft u daarom beslist zelf de operationele leider te worden?

LUYTEN. “Ik liet de beslissing over aan de externe bestuurders en ook de personeelsleden zijn gehoord. Zij vroegen me of ik de tijd kon en wilde vrijmaken om de operationele taken op mij te nemen. Dat doe ik nu met plezier en in het belang van iedereen. De aandeelhouders en de medewerkers. “Het is ook niet zo moeilijk om weer in deze functie te stappen. Er zijn ondertussen wat nieuwe gezichten die ik moet leren kennen en contacten die ik moet leggen, maar dat gaat erg snel.”

Kunt u het netwerk van uw man nog aanspreken?

LUYTEN. “Absoluut. Je kunt niet altijd de rode flikkerlichtjes zien, daarvoor heb je een netwerk nodig. Er zijn mensen uit mijn leven verdwenen, maar ik weet dat ik bijvoorbeeld bouwondernemer Eric Verbeeck op elk moment mag bellen, al zien we elkaar minder dan vroeger. Hij was een goede vriend van Hugo, dus waarom zou hij zich afsluiten van mijn kinderen en mij? Het kan erg handig zijn om als makelaar contacten te hebben in de bouwwereld en omgekeerd. “Ik heb ook mijn eigen netwerk. Waar Hugo mensen leerde kennen tijdens het jagen, ontmoette ik er aan de schoolpoort of in de voetbalclub van de kinderen. Ik ben ook voorzitter van Special Olympics België en zit in de raad van bestuur van De Warande. Ook via de Vrienden van het Muhka, het Antwerpse Museum voor Hedendaagse Kunst, bouwde ik een netwerk uit in een sector waarin mijn man er geen had. Als hij ergens een hekel aan had, was het aan hedendaagse kunst (lacht). Dat vond hij ellendig.”

Bestaat de zogeheten ‘Antwerpse kliek’ nog altijd?

LUYTEN. “Antwerpen was een kleine, leuke wereld waarin niemand bang was om echt te leven. Die openheid is er niet meer. In ondernemerskringen mag je je vandaag uitsluitend in bepaalde omstandigheden laten zien. In Knokke mag nog veel, maar dan liefst in de tuin waar niemand het ziet. Maar die Antwerpse kliek heeft naar mijn gevoel nooit bestaan. Dat is een fabeltje. Er waren enkele mensen die elkaar graag zagen, samen kwamen en spraken over zaken. Als dat gebeurt binnen een bepaalde bedrijfssector wordt er snel over een kliek gesproken, want dat spreekt tot de verbeelding. Eric Verbeeck en Hugo, die hielpen elkaar wel. Toen Eric op jonge leeftijd de zaak van zijn vader moest leiden en dat mislukte, is Hugo bijgesprongen. Er kwam ook eens iemand anders langs die mee op reis of uit jagen ging. Paul Buysse kwam er bijvoorbeeld pas later bij, want hij is jonger en werkte in een heel andere branche, maar hij en Hugo zagen elkaar ook geregeld.”

Hoe wist u Hugo Ceusters te verschalken?

LUYTEN. “Hugo heeft wel aan 1001 mensen gezegd dat hij mij het hof niet heeft gemaakt, terwijl dat wel zo was (lacht). De eerste keer dat we elkaar ontmoetten, was op een diner. Niet veel later kwam Hugo bij mij op consultatie in het ziekenhuis waar ik werkte als tandarts. Na zijn tweede consultatie, toen zelfs de verpleegsters al wisten waarom hij eigenlijk kwam, heb ik hem doorverwezen naar een collega omdat ik het te moeilijk vond om hem nog te behandelen. Het was een openbaring om met hem te spreken. Het was de eerste keer dat een man me vragen stelde en naar me luisterde. Het leeftijdsverschil had daarmee te maken, maar het lag ook aan Hugo’s karakter. Hij was erg geëmancipeerd. Dat leeftijdsverschil, daar kan je trouwens alleen mee om als je er rijp voor bent. Mocht ik Hugo vroeger hebben leren kennen, was het moeilijker geweest. Nu was ik al gekwetst door het leven. Ik had mijn eerste man, voor wie ik mijn studies geneeskunde had onderbroken, al verloren.”

Was het een logische stap om mee in zijn bedrijf te stappen?

LUYTEN. “Na ons huwelijk in 1983 ben ik nog lang als tandarts blijven werken. Wat niet betekent dat de vastgoedsector me niet interesseerde. Ik stond er toch mee op en ging ermee slapen. Toen Hugo vertelde over zijn deals vlogen de miljoenen me om de oren. Ik beeldde me dan in hoe groot de berg tanden zou zijn die ik daarvoor moest trekken (lacht). Overdag zorgde ik voor de armsten, ‘s avonds zag ik een scène waarin het harde geld werd verdiend en die de economie draaiende hield. Het was een boeiende combinatie, maar in 1996 werd mijn interesse voor de zaak groter. Door het leeftijdsverschil met Hugo was het bovendien nodig dat ik actiever werd. Zo kon ik ook nog een paar mooie jaren met hem meemaken. Ik was al langer bij het bestuur betrokken, maar om het operationele aspect onder de knie te krijgen, werd ik op dat moment gedelegeerd bestuurder. In sommige milieus werd daarom gedacht dat ik met bepaalde intenties was gehuwd. De mensen die bezwaren hadden, voelden zich waarschijnlijk bedreigd. Ik vrees dat ze zich voorbijgestoken voelden.”

Is de immobiliënsector nog altijd een mannenwereld?

LUYTEN. “Ja hoor, al zit ik er tussen de felgekleurde kostuums, roze hemden en bruingebrande gezichten in plaats van tussen de grijze regenpakken. Of ik me daarin kan manifesteren, vraag je beter aan anderen, maar ik denk wel dat ik dat doe als het nodig is. Er zit ook een aantal boeiende vrouwen in de vastgoedwereld. Misschien zet ik daar wel een netwerk voor op. In Nederland bestaat dat al.”

Ervaart u de sector als corrupt?

LUYTEN. “Ik heb ervaring met collega’s die afspraken niet nakomen of misleidende zaken organiseren, waarschijnlijk omdat ze de druk voelen om te presteren of verblind worden door het snelle geld. Er zitten dus corrupte figuren tussen, maar die zullen het nooit ver schoppen in de immobiliënmarkt. Het is alleen jammer dat ze ons beroep ten onrechte een slechte naam bezorgen, terwijl dit soort mensen in elke sector voorkomt.”

Is het dan ook een mythe dat contracten worden onderhandeld in bars of wordt u daar als vrouw buiten gehouden?

LUYTEN. “Welk type bar bedoelt u dan? In de bar van de Cercle Gaulois, van ‘t Fornuis of van De Warande gebeurt dat wel. Ik geloof nooit dat het ook gebeurt in een verkeerd soort bar. Of toch niet in de sector van het commerciële vastgoed. Mocht dat wel zo zijn, zou ik mijn zoons nooit in deze wereld laten stappen. “De vastgoedbeurs in Cannes is wel een groot feest waar heel wat mensen uitsluitend op af komen om gratis te eten en te drinken. Wat daar ‘s avonds allemaal gebeurt, hoef ik niet te weten, maar zelfs dan twijfel ik eraan dat er deals worden afgesloten in de bars. Op de Boulevard de la Croisette gaan diners wel gepaard met de bespreking van dossiers en contracten worden er rustig op uitgevaren boten getekend. Daar zie ik de decadentie of corruptie niet van in. Ook ik doe dat. Ik probeer wel aan land te blijven, want ik ben zeer snel zeeziek (lacht).”

Mogen we concluderen dat u Hugo Ceusters wilt overlaten aan uw twee zonen?

LUYTEN. “Mijn oudste zoon is 24 en werkt zijn laatste jaar rechten af in Duitsland. Hopelijk gaat hij daarna ook even aan de slag in het buitenland. Zijn fouten moet hij daar maken. De jongste is 22 en doet zijn master in de rechten in Antwerpen. Ze tonen zich beiden zeer geïnteresseerd om in de zaak te stappen, maar ik wil niet dat ze het op mijn vraag doen. Ik wil ze wat tijd geven. Door de ziekte en het overlijden van hun vader hebben ze moeilijke jaren achter de rug. Over vijf jaar wil ik het wat rustiger aan gaan doen. Dan zullen mijn kinderen wel weten welke richting ze uit willen met hun leven en ik wil hen niet in de weg lopen. Mijn zonen hebben sterke karakters. Als ze me dus beiden willen opvolgen, zullen we moeten kijken hoe we dat kunnen aanpakken. Een van hen kan misschien het buitenland voor zijn rekening nemen. Ik hoop alleen dat er geen ruzie in het gezin komt omdat ze allebei competent zijn.”

Waarom verkoopt u de firma niet? Zo vermijdt u dergelijke problemen.

LUYTEN. “Hugo en ik hebben niet al die jaren gevochten om het bedrijf verloren te laten gaan. Een onderneming wordt trouwens pas stevig op langere termijn, als je niet versnippert. Ik vergelijk me met de conservator van een museum. Ik wil het familiale patrimonium doorgeven aan de volgende generatie, onder gelijk welke vorm. Dat kan onder de leiding van alleen de familie of onder leiding van een alliantie. Ik zou weer een extern persoon aan het hoofd durven plaatsen, maar het zou dan wel op een gestructureerde basis zijn. Die persoon zou best een participatie in het bedrijf nemen, waardoor hij beter zal werken. Het is dan voor hem persoonlijk ook beter om het engagement hechter te maken.”

Hoe ziet u de vastgoedmarkt in de toekomst evolueren?

LUYTEN. “De gronden zijn vandaag erg duur, waardoor kantoren duur moeten worden verhuurd om rendabel te zijn. En margeverkleining is gevaarlijk. Ik houd dus mijn hart vast. Omdat de markt in Antwerpen nog steeds stabiel is, merken wij momenteel nog niets van de kredietcrisis. Ik word wel ongerust als ik zie hoeveel projecten er nog op stapel staan. Een overaanbod zal de markt destabiliseren. Ik hoop daarom dat er in de nota die Voka hierover schrijft een visie wordt ontwikkeld die op maat van Antwerpen is. Antwerpen is tenslotte Londen niet en een Europees hoofdkwartier trek je niet uitsluitend aan met kantoorgebouwen.”

De Belgische markt wordt wel overspoeld door internationale spelers. Hoe wapent Hugo Ceusters zich daartegen?

LUYTEN. “Er is altijd nood aan lokale representativiteit en knowhow. We hebben ons enkele maanden geleden wel aangesloten bij het netwerk ONCOR International. Dat heeft zijn zwaartepunt in de Verenigde Staten, maar wij zijn vooral geïnteresseerd in contacten met de leden uit Europa. Die kunnen echt voor meerwaarde zorgen, al is het altijd geven en nemen.”

Wilt u nog altijd weer een speler worden in het residentiële domein?

LUYTEN: “Ceusters Home, in navolging van Zara Home, dat vind ik inderdaad leuk. Er was de intentie om daar een aparte structuur voor op te zetten. De markt boomde op dat moment, maar mijn man was stervende en dus verdween het idee in de koelkast. Ga ik die markt nog op, dan zal het toch niet op korte termijn zijn. “Hugo Ceusters zal dit jaar organisch groeien. De helft van onze omzet komt van het beheer van gebouwen en dat geeft een zekerheid. Ik wil dus eerst zorgen dat de rest blijft draaien en dat ik iets moois kan doorgeven aan de kinderen. Ik hoop dat als ik er niet meer ben, er wordt gezegd dat ik toch iets zinvols deed (lacht).” (T)

Door Sjoukje Smedts/Fotografie Pat Verbruggen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content