Iedereen kijkt naar Riyad

De chaos in Libië stuwt de olieprijs stevig de hoogte in. Maar de terugval van de Libische olie-export kan probleemloos goedgemaakt worden. Enkel zware problemen in Saoedi-Arabië of Iran kunnen de oliemarkt fundamenteel ontregelen.

Wie afgaat op de algemene berichtgeving Libië zou gaan denken dat het land vandaag een eersterangsrol speelt op de oliemarkten. Hoewel het land over omvangrijke olievoorraden beschikt, staat Libië als producent van ruwe olie noch als exporteur in de wereldwijde top tien (Zie tabel Waar zit de olie?). In de periode voor de volksopstand voerde Libië iets meer dan 1 miljoen vaten olie per dag uit. Het gros van die export kwam naar Europa (zie tabel De olie-exportstromen). Meer dan de helft van de Libische olie gaat naar Italië, Duitsland en Frankrijk. Italië, Ierland en Oostenrijk hingen in 2010 voor meer dan 20 procent van hun invoer aan ruwe olie af van Libië.

De Libische export van ruwe olie viel de jongste weken in grote mate stil. Maar zelfs als de Libische export volledig wegvalt, zou dat geen problemen mogen geven voor de oliemarkten. De snel inzetbare capaciteit beschikbaar om bijkomend ruwe olie op te pompen schommelt, al naargelang de bron die men raadpleegt, tussen de 4 en de 6 miljoen vaten per dag. Het gros van die vrije capaciteit bevindt zich in Saoedi-Arabië. De voorbije weken lieten de beleidsverantwoordelijken in Riyad duidelijk horen dat ze voor de nodige bijkomende olieproductie zouden zorgen. Uit voorlopige gegevens blijkt dat ze in de loop van februari inderdaad hun productie al met 400.000 vaten per dag opdreven.

Ook belangrijk om weten voor de discussie over mogelijke schaarste aan ruwe olie is het feit dat de belangrijkste olieverbruikende landen 4,3 miljard vaten aan strategische olievoorraden aanhouden. Met die stategische stocks kan gedurende 50 dagen aan het wereldwijde verbruik voldaan worden.

Centrum van de oliewereld

Vanuit welke hoek men de oliemarkt ook bekijkt, Saoedi-Arabië duikt telkens weer op als het absoluut cruciale land. Het immense koninkrijk aan de Perzische Golf beschikt met 265 miljard vaten aan bewezen reserves over 18 procent van de bekende wereldvoorraad aan ruwe olie. Venezuela, Iran en Irak volgen op respectabele afstand. Libië heeft ongeveer een zesde van de Saoedische oliereserves (zie tabel Waar zit de olie?).

Als het gaat over productie van ruwe olie moeten de Saoedi’s Rusland net laten voorgaan. In het land van Poetin pompt men dagelijks 10 miljoen vaten op, in Saoedi-Arabië net iets minder. Rusland beschikt maar over niet eens een derde van de Saoedische oliereserves. De VS bekleden naar productie nog altijd de derde plaats met ruim 7 miljoen vaten per dag. Daarna volgen Iran en China (zie tabel 1). Laastgenoemd land pompt bijna 4 miljoen vaten per dag op, maar consumeert al bijna 9 miljoen vaten per dag, exact de helft van wat de Amerikanen aan ruwe olie ‘verslinden’.

Als exporteur van ruwe olie is Saoedi-Arabië wereldwijd nummer één met 6,3 miljoen vaten per dag over 2009. Rusland volgt op nummer twee met 5,6 miljoen vaten per dag en de derde in deze rangschikking, Iran, valt al terug op 2,2 miljoen vaten. De twee top-exporteurs sturen evenveel olie naar het buitenland als de zes volgende topexporteurs samen (zie tabel Waar zit de olie?).

Analyse van de exportstromen van ruwe olie vanuit het turbulente Midden-Oosten, annex Noord-Afrika, leert dat vooral Azië veel ruwe olie uit deze regio betrekt, namelijk 10,3 miljoen vaten per dag (zie tabel De olie-exportstromen). Europa en de VS betrekken veel bescheidener volumes aan ruwe olie uit dit gebied, namelijk respectievelijk 2,6 en 2,1 miljoen vaten per dag. Libië was de belangrijkste individuele leverancier uit het Midden-Oosten voor de Europese landen. Voor de VS is Nigeria zelfs een belangrijker leverancier van ruwe olie dan Saoedi-Arabië.

Doe maar een gok

Libië exporteerde gedurende 2009 gemiddeld 1,1 miljoen vaten per dag, nu is die export zo goed als weggevallen. Algerije, een ander olie-exporterend land waarvan gevreesd mag worden dat de vonk van de volkswoede er alle momenten op kan overslaan, exporteert dagelijks 0,7 miljoen vaten olie. Droogt ook deze bron van ruwe olie voor de importerende landen op, dan ontstaat er voor de reële fysieke beschikbaarheid van ruwe olie nog altijd niet echt een probleem. Enkel het feit dat Libië zeer hoogwaardige ruwe olie levert, kan enige beslommeringen veroorzaken.

Het staat wel buiten kijf dat bij een Algerijnse exportstop bovenop een Libische de angstpsychose om de toekomstige beschikbaarheid van olie nog verder zal aanzwellen. De Japanse zakenbank Nomura berekende dat als ook de Algerijnse exportkraan toegaat een prijs van 220 dollar per vat in het vizier komt. Zou best kunnen, maar je kunt met even sterke argumenten 170 of 250 dollar per vat naar voren schuiven.

Absoluut zeker is dat bovenstaande prijzen, hoe opzienbarend die vandaag ook mogen klinken, peanuts zijn in vergelijking met de prijzen die op de tabellen gaan komen als de Arabische revolte ook in Saoedi-Arabië, en in mindere mate ook in Iran, verder om zich heen zou beginnen te grijpen. Zelfs als die onrust niet onmiddellijk leidt tot verstoring van de olie-export zal er dan echte paniek ontstaan op de markten en zal de olieprijs razend snel én fors de hoogte inschieten. Begint de olie-export uit Saoedi-Arabië (of Iran) echt te stokken, dan krijgt u al gauw zelfs de tank van een minuscuul autootje niet meer gevuld met 100 euro.

JOHAN VAN OVERTVELDT

Saoedi-Arabië beschikt met 265 miljard vaten bewezen reserves over 18 procent van de bekende wereldvoorraad aan ruwe olie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content