Iedereen keynesiaan

ALAIN MOUTON

Eigenlijk zijn zo goed als alle grote economen en beleidsmakers sinds 1945 aanhangers van John Maynard Keynes. Ook zij die zich bij de stagflatie van de jaren zeventig kritisch uitlieten over de Britse econoom zijn achteraf in zijn voetsporen getreden. Met de desastreuze gevolgen die we nu kennen: een explosie van de staatsschuld.

Dat poneert de Franse econoom Jean-Marc Daniel in zijn erudiet boek Ricardo, reviens! Ils sont restés keynésien. Daniel is een fervente tegenstander van de centrale stelling van de keynesiaanse leer: om economische groei te genereren, moet de vraag voortdurend gestimuleerd worden. Dat gebeurt door een verhoging van de overheidsuitgaven. Dat was het economische credo in de decennia na de Tweede Wereldoorlog. En zelfs na de oliecrisissen van de jaren zeventig waren de antikeynesianen eigenlijk pseudokeynesianen. Want wat waren de belastingverlagingen van Ronald Reagan anders dan een stimulering van de vraag?

Met volgens Daniel het even nefaste resultaat: een ontsporing van de overheidsfinanciën. Volgens de Franse econoom ging Alan Greenspan, die in 1987 aan het hoofd kwam van de Amerikaanse centrale bank, Federal Reserve, op hetzelfde pad door. Greenspan hield de intrestvoeten laag om het gewicht van de openbare schuld binnen te perken te houden en een grotere bewegingsvrijheid te laten aan zij die het begrotingsbeleid moeten voeren. Ook Greenspans keuzes hebben geleid tot grote overheidsdeficits. Gevolg was een groot Amerikaans handelstekort en een stijgende inflatie.

Na de financiële crisis hebben overheden overal ter wereld naar goede keynesiaanse traditie de geldkraan opengedraaid. Daniel kan niets anders dan vaststellen dat de landen nu met grote begrotingstekorten kampen en worden geconfronteerd met een sterk stijgende staatsschuld. Moet Keynes dan naar de prullenmand?

Neen, zegt Daniel. Een aantal van zijn principes behouden hun economische relevantie, maar er moet een “goed compromis worden gevonden tussen Keynes, het liberalisme van David Ricardo die pleit voor meer concurrentie en vrijhandel en ten slotte moet er meer aandacht zijn voor een aanbodbeleid”. Volgens Daniel is het stimuleren van het aanbod een onderschatte stimulans voor economische groei. Want een aanbodgedreven economie zorgt voor technologische vooruitgang en dus ook groei.

Van Keynes wil Daniel één zaak behouden: zijn pleidooi voor een anticyclisch economisch beleid bij een recessie. Jawel, zegt de Franse econoom, in economisch moeilijke tijden is het wel degelijk verantwoord om de geldkraan open te draaien, de belastingen te verlagen en de overheidsuitgaven te verhogen. Maar de regeringen moeten daarbij wel een onderscheid maken tussen het structurele begrotingssaldo en het conjuncturele. Het eerste moet altijd in evenwicht zijn. Een conjunctureel deficit is toegelaten in tijden van recessie, maar moet bij economisch herstel weer positief worden. Politici hebben op zo’n moment nog altijd de neiging om de teugels te vieren.

In zijn boek geeft Daniel ook een aantal adviezen mee aan de Europese beleidsmakers: bouw het overheidsapparaat af, kies voor groene fiscaliteit en bestrijd protectionisme.

ALAIN MOUTON

Jean-Marc Daniel, Ricardo, reviens! Ils sont restés keynésiens, F. Bourin, 2012, 208 blz., 20 euro

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content