Iedereen econoom

Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur bij Trends

Economie is geen harde wetenschap, maar een manier van politiek bedrijven, zegt de controversiële econoom Ha-Joon Chang. De gewone man moet leren een mondje mee te praten over economie. “Economen hebben niet het monopolie van de waarheid.”

Economie kan nooit een wetenschap worden, want het is een vorm van politiek bedrijven. Dat is de kernboodschap van het boek Economie. De gebruiksaanwijzing van Ha-Joon Chang, die ontwikkelingseconomie doceert aan de University of Cambridge. De uit Zuid-Korea afkomstige Chang is een buitenbeentje in het economenwereldje. Hij heeft wel meer boeken geschreven die de draak steken met collega’s die zich te serieus nemen. In zijn vorige werk, 23 dingen die ze je niet vertellen over het kapitalisme, stelt hij dat economie voor 95 procent een kwestie van gezond verstand is.

Pareto-principe

In zijn nieuwste boek geeft hij opnieuw van jetje. Het vak economie is niet politiek neutraal, al proberen de meeste economen het voor te stellen als een waardenvrije wetenschap, aldus Chang. Elke economische denkrichting — hij onderscheidt er negen — gaat uit van politieke waardeoordelen.

Dat zie je bijvoorbeeld aan de manier waarop neoklassieke economen — die vandaag de dominante denkrichting vormen — maatschappelijke veranderingen evalueren. Zo’n verandering is volgens hen pas een verbetering als geen enkel individu er slechter van wordt. Het principe staat bekend als het Pareto-criterium, naar de bedenker, Vilfredo Pareto, een econoom die leefde eind negentiende en begin twintigste eeuw.

“Pareto probeerde met zijn criterium het individu te beschermen tegen de tirannie van de meerderheid, en dat verdient respect”, zegt Chang. “Er zijn zo veel mensen opgeofferd in naam van het algemeen belang. Stel dat iemand op mijn deur klopt en zegt: ‘Professor Chang, we hebben een wonderbaarlijke technologie uitgevonden die het klimaatprobleem op slag zal oplossen. De machine is startklaar. We hebben enkel nog één kritisch onderdeel nodig: een menselijke vinger. Kunt u een vinger afstaan?’ Ik zal met plezier een vinger geven. Maar wat als ik een arm moet afstaan? Of mijn leven? Of het leven van mijn familie? Of het leven van 50 miljoen Koreanen?”

Met het Pareto-criterium willen neoklassieke economen zulke uitwassen vermijden. Maar hoe goed het ook bedoeld is, het is in feite een recept om het status-quo te handhaven. In die zin is het een politiek standpunt, aldus Chang. “Het Pareto-principe impliceert net zo goed dat rijke dictators, zoals de voormalige Zaïrese president Mobutu Sese Seko, iedere sociale verbetering kunnen blokkeren. Volgens de neoklassieke economen had Mobutu het recht te zeggen: ‘Meer geld voor arme schoolkinderen zal mij 0,001 procent armer maken, dus wil ik het niet. ‘”

Recht op kinderarbeid

Het is een extreem geval, maar het verklaart hoe neoklassieke economen vaak maatschappelijke verbeteringen in de weg staan, al hebben ze het goed voor met de mensheid. Chang geeft het voorbeeld van Nobelprijswinnaar Paul Krugman, die tot de progressieve vleugel van de neoklassieke economen behoort. “In de jaren negentig raakte Krugman betrokken in een discussie met een aantal ngo’s die campagne voerden tegen de lage lonen van arbeiders in Bangladesh”, vertelt Chang. “Volgens professor Krugman hadden de ngo’s een goed hart, maar waren ze misleid: de arbeiders konden niet kiezen tussen een laag en een hoog loon. Hun werkelijke keuze was: een laag loon, of gewoon geen baan.”

Chang stelt dat die redenering correct is als je de maatschappelijke situatie aanvaardt zoals ze is. “Maar wat als Bangladesh landhervormingen doorvoert, die de toestroom van arbeiders naar de fabrieken beperkt en de lonen doet stijgen? Wat als het kinderarbeid verbiedt, en zo de druk op de lonen vermindert? Wat als het via een industrieel beleid sectoren ontwikkelt die beter betalen? Sommigen zullen zeggen: dat is fantasie. Niet in mijn land. In de jaren vijftig voerde Zuid-Korea landhervormingen door, in de jaren zestig vlogen ouders in de gevangenis als ze hun kinderen niet naar school stuurden. En een uitgebreid industrieel beleid leidde tot het ontstaan van autofabrieken, scheepswerven en staalbedrijven. Tegen de jaren zeventig konden de Zuid-Koreaanse arbeiders een echte keuze maken: die tussen een laag en een hoog loon.”

In de wereld van Krugman zou het nooit zover zijn gekomen. Neoklassieke economen aanvaarden de bestaande verdeling van inkomen, welvaart en macht. Chang wijst erop dat de invloed van de politiek op de economie nog verder gaat. Zelfs het bepalen van de grenzen van de vrije markt is een politieke beslissing. “Toen Europa in de negentiende eeuw regels voor kinderarbeid invoerde, was er luid protest bij de aanhangers van de vrije markt. Er was toch vrijheid van contract? Die kinderen wilden werken, en de werkgevers wilden hen een baan geven, klonk het. Wat is dan het probleem? Als je — zoals de meeste mensen in die tijd — de bestaande toestand aanvaardt en mensen het recht op kindertijd en onderwijs ontzegt, is dat een perfect logisch standpunt.”

“Maar vandaag zouden zelfs de grootste supporters van de vrije markt kinderarbeid niet meer durven te verdedigen. Hetzelfde geldt voor de milieuwetgeving. Vandaag is die algemeen aanvaard, dertig jaar geleden werden voorstanders van milieuwetten uitgescholden voor communist.”

‘Impossible, until it’s done’

Dat heeft belangrijke gevolgen voor de rol van economen in de samenleving, aldus Chang. “Economen hebben niet het monopolie van de waarheid. Gewone mensen kunnen net zo goed een gezond oordeel vellen over brede economische kwesties. Voor de technische details heb je experts nodig, maar niet om de algemene richting uit te stippelen. Soms zal het oordeel van gewone burgers zelfs beter zijn, omdat zij vertrekken vanuit de realiteit.”

Het is vreemd hoe mensen een uitgesproken mening hebben over allerhande maatschappelijke kwesties — het homohuwelijk of de oorlog in Irak — maar economische vraagstukken liever aan experts overlaten, stelt Chang. Onderwerpen als de ongelijkheid of de toekomst van de euro zijn nochtans heel belangrijk voor het leven van de burgers. “Als je de economie in handen laat van de slimme mensen van het ministerie van Financiën, de Europese Unie of het Internationaal Monetair Fonds, waarom heb je dan een democratie?”

Dat betekent dat iedere verantwoordelijke burger iets van economie moet afweten, aldus Chang. Met dat doel schreef hij zijn jongste boek, als een gebruiksaanwijzing voor de economie. “Pas wanneer het grote publiek laat zien dat het van die kwesties op de hoogte is, kunnen beroepseconomen hen niet langer intimideren door zich als de hoeders van wetenschappelijke waarheden op te werpen”, schrijft hij in zijn boek.

Zal economische bewustmaking volstaan om de economie te veranderen? “Het probleem ligt bij degenen die profiteren van het status-quo”, zegt Chang. “Zij zullen op alle mogelijke manieren hun positie verdedigen: omkoping, lobbying, propaganda in de media, en in de ontwikkelingslanden zelfs met geweld.”

Dat mag ons niet ontmoedigen, stelt Chang. “Had je tweehonderd jaar geleden in de Verenigde Staten gepleit voor de afschaffing van de slavernij, dan zou je gek verklaard zijn. Slavernij was de sokkel onder de Amerikaanse economie. Het land had toen heel weinig industrie. Met behulp van slaven moest het tabak en katoen produceren, en die exporteren naar Europa in ruil voor afgewerkte producten. Een ander voorbeeld is het vrouwenstemrecht. Vrouwen die stemrecht eisten, belandden honderd jaar geleden in veel Europese landen in de gevangenis. Veel vrouwen vonden toen dat ze geen stemrecht nodig hadden. Ze hadden toch hun echtgenoot, hun vader en hun broers om hun standpunten te verdedigen? Het is zoals Nelson Mandela zei: ‘It always seems impossible, until it’s done.'”

Ha-Joon Chang, Economie. De gebruiksaanwijzing, Amsterdam, Nieuw Amsterdam, 2014, 304 blz., 24,95 euro.

JOZEF VANGELDER

“Gewone mensen kunnen net zo goed een gezond oordeel vellen over brede economische kwesties” Ha-Joon Chang

“Het vak economie is niet politiek neutraal, al proberen de meeste economen het voor te stellen als een waardenvrije wetenschap” Ha-Joon Chang

“Elektronen hebben geen emoties, zodat de fysici voorspellingen kunnen doen. In de economie werk je met mensen met emoties” Ivan Van de Cloot, Itinera

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content