“Huis met tuin is ecologische ramp”

De tijd is voorbij dat alleen minder gegoede mensen in de stad gingen wonen. Een goed ontwerp kan ook de welgestelden aantrekken, vindt de Amerikaanse architect Daniel Libeskind. Trends sprak met de man die Ground Zero mag herontwikkelen.

Cannes (Frankrijk)

Conferentiezaal Esterel in het Palais des Festivals van Cannes is afgeladen. En dat is een zeldzaamheid tijdens de Mipimbeurs in Cannes. De aangekondigde spreker, architect Daniel Libeskind, behoort dan ook tot de absolute wereldtop in zijn vak. Bovendien is hij een begenadigd spreker die goed weet wat zijn publiek graag hoort. “De nieuwe shoppingcentra zijn de kathedralen van onze tijd,” zo gaf hij de projectontwikkelaars en vastgoedinvesteerders mee. En Libeskind gelooft in een nieuw verbond tussen projectontwikkeling en architectuur. “Projectontwikkelaars hebben ontdekt dat goede architectuur de waarde van hun vastgoedproject opkrikt,” aldus Libeskind.

Daniel Libeskind (60) is een laatbloeier. Het Joods Museum in Berlijn (2001) geldt als zijn grote doorbraak, maar eigenlijk was het zijn eerste project tout court. Sindsdien gaat het wel bijzonder hard voor de Amerikaan. De academicus schoolde zich in geen tijd om tot een echte bouwer. Hij rijft de ene prestigeopdracht na de andere binnen. “Zonder buiten mijn budget te komen,” vertrouwt hij ons glunderend toe. Als top of the bill is hij verantwoordelijk voor de herontwikkeling van Ground Zero in New York. En hoewel sommige critici menen dat het oorspronkelijke ontwerp van masterplanner Libeskind intussen fel geschonden is, blijft hij het project hartstochtelijk verdedigen.

Maar Libeskind praat met evenveel passie en vuur over een nieuw shoppingcenter in Bern of een appartementencomplex in Warschau. Hij vindt de democratisering in de architectuur fantastisch. “Vroeger was er alleen aandacht voor de architectuur van kastelen of publieke gebouwen zoals musea of stadshuizen. Vandaag hanteren we die hoge designeisen ook voor residentiële gebouwen en winkelcentra – eigenlijk voor alles wat deel uitmaakt van het dagelijkse leven.”

Woontorens van hoge kwaliteit (zie blz. 76) zijn een gevolg van het feit dat de meer vermogende bewoners terugkeren naar de steden. “De tijd is voorbij dat de steden worden bewoond met mensen die zich geen tuin kunnen veroorloven,” voorspelt de architect. “Een huis met vier muren en een tuin is een val waar te veel mensen zijn ingetrapt. Je zit uren in de auto energie en tijd te verkwisten.”

Buitenwijken met aparte woningen annex tuin kwalificeert de architect dan ook als “een demografische en ecologische ramp”. Dat achterhaalde woonconcept leidt tot verspilling van ruimte en de relatief hoge inzet van middelen om nutsfaciliteiten, levensproducten en andere voorzieningen aan te voeren. “Een aangepast woonconcept leidt tot meer beschaving,” concludeert Libeskind. “Woontorens met chique appartementen in de kernstad worden de trend, omdat de nieuwe bewoners meer middelen kunnen besteden. Huisvesting wordt weer een icoon in onze steden, niet langer een addendum.”

Net omdat die nieuwe bewoners de steden financieel (opnieuw) leefbaar maken, heeft dat ook gevolgen voor modale gezinnen. Libeskind droomt van volksappartementen met vensters die openen en uitkijken op terrassen, een poëtische vormgeving en de uitbouw van een wijds groen kader – en dat alles in ecologisch verantwoorde gebouwen. “Dit alles vraagt visionaire ontwikkelaars en architecten. We staan aan de vooravond van een waarachtige renaissance van de architectuur waarbij de levenskwaliteit primeert op monumentale en grootse projecten. Het ecosysteem zal er bovendien op vooruitgaan. Met andere woorden: architectuur kan de wereld redden.”

Laurenz Verledens – Hans Brockmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content