HOOFDSTAD VAN NIETS

Stenen en woorden

Politiek en architectuur liggen dicht bij elkaar, zoals mag blijken uit de woordenkramerij. Hoe keurig klinkt het niet, de architect genoemd te worden van een politieke instelling of hervorming ? Men is niet helemaal verantwoordelijk voor wat het uiteindelijk geworden is, maar men heeft toch een grote vaardigheid aan de dag gelegd en het gebouw staat er nu. Men is ook reeds ter beschikking voor het nieuwe gebouw dat zal aansluiten op het vorige, zoals de naam slechts met één enkele lettergreep verschilt : van federaal naar confederaal.

Winston Churchill bracht het al onder woorden over het Britse Lagerhuis : “Wij maken ( we shape) de instellingen, en de instellingen maken ons.” In het Lagerhuis zitten regeringspartij en oppositie tegenover elkaar, en niet in een halfrond ; ongetwijfeld is deze plaatstoewijzing van belang voor, in hedendaagse woorden gezegd, de “politieke cultuur” die er beoefend wordt.

RECORD.

Neem nu Brussel, een leerrijke stad die overladen is met institutionele architectuur en dit reeds lang vóór de recente inhuldiging van het Vlaams parlement. Vanuit mijn appartement zie ik in de verte het justitiepaleis, hoog boven de stad verheven, wat misleidend is over de soevereine plaats die het recht of de rechtsbedeling in dit land inneemt (die soevereine en ongenaakbare plaats is nu betwist).

Door het raam aan de achterkant heb ik de voltooiing van het Europees parlementsgebouw kunnen volgen. Met een kritische blik, want waar blijft de bijdrage van dit momument tot een Europese politieke cultuur, tot Europa of tot de toekomst van de parlementaire instellingen ?

Zoals de gebouwen het aantonen, heeft Brussel allicht een record gevestigd. Geen enkele andere stad is ooit tegelijkertijd zo veelvuldig hoofdstad geweest : Europees om te beginnen, nationaal nog steeds (zij het dan liefst duidelijkheidshalve met de toevoeging “federaal”), provinciaal pro memorie ; hoofdstad van de Franse gemeenschap en van het Brussels gewest uiteraard ; en ten slotte, plechtig geaffirmeerd in stenen en in woorden, hoofdstad van Vlaanderen waar gewest en gemeenschap samenvallen (op Brussel na maar noem dat deelstaat, en dan klopt het).

FICTIEF.

Op zichzelf genomen hoeft niemand zich hierover het hoofd te breken. De hoofdsteden zijn niet meer wat zij waren ; buiten de architectuur drukt het hoofdstedelijk karakter zich uit in specifieke domeinen zoals het restaurantwezen en de lobbying. De lijst van de problemen is veel langer. Wat is overigens een hoofdstad ? Dat is een functie, of nog juister een band met een bestaande entiteit van geografische aard, meestal een land.

Wat Brussel betreft, ziet men onmiddellijk hoe fictief dit hele hoofdstedelijke gedoe wordt. Europa is nog niet een dergelijke entiteit en wordt het misschien nooit ; België is het ook nooit geworden, en Brussel heeft tot deze mislukking van een Belgische natievorming veeleer bijgedragen dan het tegendeel. De wederzijdse vervreemding tussen Vlaanderen en Brussel is aanzienlijk, zoals ik heb kunnen vaststellen in een lang leven met vele inspanningen om iets te doen aan die vervreemding.

Deze antinomie zal beëindigd noch verergerd worden door Brussel tot hoofdstad van Vlaanderen te proclameren of zelfs te bebouwen en daarna te institutionaliseren.

Dit is niet het radicalisme waarvoor het zichzelf uitgeeft, het is ook geen agressief imperialisme zoals de tegenstanders het noemen, maar amper één van de verbale onderbrekingen in de lange reeks abdicaties (sedert twee decennia voorzien van het etiket “federalistisch”) waarbij de Vlamingen zichzelf en elkaar de weg naar de volgende abdicatie willen afsnijden.

LOGICA.

Het voorstel van de Brusselse CVP aan de Walen, om Brussel ook tot hoofdstad van hùn gewest uit te roepen, is niet het hoogtepunt van abdicatie maar allicht een voorlopig hoogtepunt van groteske absurditeit. Het voorstel dat Vlaanderen voor het integreren van Brussel een prijs zal moeten betalen (letterlijk, met andere woorden : in geld), kan ondergebracht worden in de logica van de abdicaties. Was het federalisme met drie, dit wil zeggen met het opgeven van Brussel, niet de institutionele prijs die betaald moest worden voor het voltooien van de Vlaamse politieke emancipatie ?

Ik zie deze situatie als uitzichtloos ; niet alleen voor de Vlamingen, maar voor iedereen. Brussel is veelvuldig hoofdstad, maar in feite is het de hoofdstad van niets of niemand tenzij van zichzelf : een pseudo-hoofdstad die met zichzelf minder en minder blijf zal weten. En een denkoefening waarbij Brussel de noordelijkste stad van Wallonië of zelfs van Frankrijk wordt, maakt een einde aan iedere euforie.

LODE CLAES

Lode Claes is voorzitter van de redactie-adviesraad.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content