HOGE VERWACHTINGEN NIET INGELOST

Drie jaar geleden trok de Amsterdamse ondernemingsadvocaat Edwin Liem weg uit het topkantoor Baker & McKenzie (toen Caron & Stevens/Baker & McKenzie). Hij werd manager van het corporate-department van de Nederlandse poot van Andersen Legal. Vorige maand gaven Liem en zijn elfkoppige team er de brui aan. Ze sloten aan bij zijn oude maatschap in Amsterdam. “De hoge verwachtingen bij de overstap werden niet ingelost,” klinkt het aan het Leidseplein.

In een interview met Legal Media Group argumenteert Liem dat Andersen Legal niet in staat bleek een voldoende aantal partners van wereldformaat aan te trekken. “De Big Five hebben het momentum verloren om in Nederland een internationale law firm op te bouwen,” zegt hij. Talentrijke partners trekken immers klanten aan en stimuleren jonge advocaten om de stap naar het kantoor te zetten, zodat de maatschap voldoende niveau en omvang krijgt om complexe deals aan te pakken.

“Eenmaal die beweging op gang komt, kun je de concurrentie aan,” zegt de 38-jarige Liem aan Trends. “Gebeurt dat niet, dan blijf je een middelmatig kantoor dat leeft van referrals van de niet-advocaten.”

Liem blijft ervan overtuigd dat aan de Big Five gelinkte advocaten ooit zullen oprukken in de liga van topkantoren. Zelfs de eigen Andersen-advocaten noemen hun organisatie vandaag nog “een gesmeerde rechtsfabriek”. Liem wil werken voor een law firm. “Het snelle, productmatige werk is vandaag veeleer weggelegd voor de Big Five-advocaten,” besluit hij. “Maar de overgang duurde me te lang. Ik wilde nú, niet later, werken in een organisatie van advocaten die uitdagend juridisch werk verricht.”

Het overwicht van de niet-advocaten binnen de Big Five was ook een punt voor Liem om Andersen vaarwel te zeggen. Andersen Legal bijvoorbeeld telt 3000 advocaten binnen een totaal van 90.000 medewerkers. “Een advocaat kan binnen zo’n groot geheel van adviseurs erg moeilijk een juridisch boeiend beroep uitoefenen,” zegt hij. “Ik heb er geleerd dat ik liever in topzaken met een team optreed, binnen een organisatie met een juridische focus. Bovendien weet ik binnen Baker & McKenzie dat we op alle rechtsdomeinen bij de top behoren. Dat geldt echt nog niet voor de juridische praktijk van de Big Five.”

De advocatenkantoren hebben inmiddels ook begrepen dat ze de internationalisering ten volle moeten doorzetten. Drie jaar geleden waren de Nederlandse confraters op dat vlak nog schuwer. De wereldwijde branding van een kantoor als Baker & McKenzie is intussen een feit. Liem: “De advocaten kwamen in beweging. De Big Five konden de sprong niet maken. Dat is in een notendop de motivatie voor de terugkeer naar de roots.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content