Hoelang houden managementgoeroes stand?

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Om de twee jaar publiceert Thinkers50 een lijst met de vijftig meest invloedrijke managementdenkers. Die is gebaseerd op zichtbaarheid op het internet, populariteit van boeken, en geciteerd worden in andere lijstjes. Enkele weken geleden werd de lijst voor 2015 gepubliceerd, met op nummer één goede oude Michael Porter, de bekende strategiegoeroe.

Hoelang houden goeroes stand? De tweejaarlijkse lijsten schommelen soms hevig en daarom hebben we in onderstaande tabel voor 2003 het gemiddelde genomen van 2001, 2003 en 2005, en voor 2013 het gemiddelde van 2011, 2013 en 2015.

Ruim tien jaar geleden werd de lijst gedomineerd door diepe denkers. Het meest populaire onderwerp was ‘de essentie van management’. De wijsheden van Drucker en Handy, de analysekracht van Henry Mintzberg, het core-competence-denken van Hamel & Prahalad, peilden stuk voor stuk naar de onderbouw van wat managers doen.

Tien jaar later is management als focus van de kaart geveegd. Wat nu belangrijk is, is anders zijn. Ondernemerschap is in, management is out. De nummer één (Clayton Christensen) kent u misschien niet van naam, maar u kent wel zijn centraal concept: disruptief zijn. Airbnb heeft een disruptief businessmodel voor het hotelwezen. Uber drijft de gewone taxi’s uit het straatbeeld. Transferwise haalt de valutahandel van uw bank onderuit. Het moet vooral ‘anders’ zijn. Tracht vooral niet het verleden te optimaliseren, maar schep een nieuwe toekomst. U moet nieuwe, blauwe wateren bevaren (Blue Ocean, Chan & Mauborgne), in een wereld van netwerken met andere economische principes (‘Wikinomics’ van Tapscott). U moet op originele wijze tegenovergestelde ideeën kunnen verzoenen (Martin). Strategie is niet meer zorgen dat u markten beheerst, u moet ervoor zorgen dat u snel opportuniteiten kunt aangrijpen en snel weer weg bent (McGrath).

Zeer opvallend is uiteraard de opmars van de vrouwelijke managementgoeroes. In 2003 afwezig, in het lijstje van 2015 staan ze met vijf in de top tien. Al even opvallend is de opgang van de ‘soft goeroes’. Marshall Goldsmith is een levenscoach. Zowel Linda Hill als Herminia Ibarra focust op leiderschapsontwikkeling. De goeroes lijken wel te polariseren. Big data, brutale aardschokken en ongrijpbare netwerken versus ‘omdat mensen belangrijk zijn’.

Slechts twee namen komen voor in beide lijsten. Strategie-godfather Michael Porter, de slimste jongen van de klas (wiens ideeën overigens frontaal worden aangevallen door Mc Grath) blijft onbetwistbaar de dominerende figuur van de voorbije tien jaar. Anderen komen en gaan, maar hij blijft. Weinigen hebben zijn boeken gelezen, maar bijna iedereen heeft geleerd dat je een verdedigbaar concurrentievoordeel moet uitbouwen. Een andere naam die u waarschijnlijk kent (Jim Collins: Good to Great) is een totaal ander verhaal. Hij is in 2015 zelfs weggezakt tot plaats 28. Hier zijn twee mogelijke verklaringen. De man is niet bepaald mediageil en is niet te koop in de dure sprekerscircuits. Hij runt geen populaire workshops. En de lijstjes meten vooral populariteit. De tweede verklaring is minder vleiend: zijn extreme, vaak slecht onderbouwde stellingen, begonnen stilaan volkomen ongeloofwaardig te worden. Je mag natuurlijk beweren dat je met ‘cijfers’ hebt aangetoond dat Apple een middelmatig bedrijf is, maar je kunt net zo goed zeggen dat België een van de grootste economieën ter wereld is. Als je Fannie Mae rekent bij de ‘Great’ bedrijven, dan ben je wel wat uitleg verschuldigd. Collins weigert dat systematisch. En als hij toch uitleg geeft, heeft die echt geen niveau. Daar wordt hij wellicht ook wel voor afgestraft.

De auteur is professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

MARC BUELENS

Tien jaar later is management als focus van de kaart geveegd. Wat nu belangrijk is, is anders zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content