Hoe strenger de regels, hoe beter’

Stond 2009 voor Mercator in het teken van ontvetten, dan wordt 2010 het jaar van het volgehouden dieet. Nochtans gaat het goed met de Bâloise, de Zwitserse moeder van de verzekeringsgroep. Bij Mercator zijn de jaarresultaten hoopgevend, maar het blijft hameren op kostenbesparingen.

Ingehouden pretlichtjes in de ogen van Jan De Meulder. De Belgische verzekeraar is ruim een jaar lid van het directiecomité van Bâloise, hij is er verantwoordelijk voor de internationale verzekeringsactiviteiten van de groep, en pendelt tussen Zwitserland en zijn thuisbasis in Kalmthout. Af en toe zoekt hij met gefronst voorhoofd naar de juiste woorden, tot jolijt van Gert De Winter, de man die hem vorig jaar opvolgde aan het hoofd van de Belgische verzekeringsdochter Mercator. Hij grinnikt: “Wat een verblijf in het buitenland al niet doet met een mens!” De Meulder zucht, en zegt dat hij nog altijd geen Zwitsers Duits begrijpt. “Of beter, ik ben er selectief doof voor. Hochdeutsch is al moeilijk genoeg.” Ze kennen elkaar al van in een vorig leven, toen de eerste nog bij Fortis werkte, en de laatste als consultant actief was. Hun beider stijl? ” Talk straight, walk straight.”

Bâloise behoort net niet tot de top 20 van de grootste Europese verzekeringsgroepen, maar is niettemin een toonaangevende speler – met 9400 werknemers, en buiten Zwitserland actief in zeven Europese landen. De jaarresultaten van Bâloise zijn dus richtinggevend voor de gezondheid van de verzekeringssector. “We zijn uit het dal aan het klimmen, maar dit en volgend jaar verwacht ik nog effecten van de recessie”, zegt Jan De Meulder. Over 2009 kan Bâloise een nettowinst voorleggen van 421 miljoen Zwitserse frank, bijna 9 procent meer dan de winst in 2008. Voorts kan Bâloise pronken met een dividendrendement van 5,2 procent en een solvabiliteitsratio van 230 procent. Dat laatste betekent dat de verzekeringsgroep 2,3 keer zo veel kapitaalreserves aanhoudt dan wettelijk wordt vereist. Ook de omzet steeg met liefst 27 procent in vergelijking met 2008. Dat is voornamelijk het resultaat van de nieuwe business die Bâloise in 2007 opstartte in Liechtenstein. “Helemaal koosjer, ja. Hoe strenger de regels, hoe beter. Dan is het duidelijk en transparant, en dat trekt potentiële klanten over de streep.”

Tegen 2012 wil Bâloise zijn recurrente winst verhogen met 200 miljoen Zwitserse frank. Daarvan werden er al 34 miljoen gerealiseerd in 2009, onder meer door een kostenreductieprogramma bij de Belgische dochtermaatschappij Mercator. In 2009 daalden de bedrijfskosten er met 3,3 procent, door bijvoorbeeld minder met externe adviseurs en interims te werken, en door de mensen die met pensioen vertrekken niet altijd meer te vervangen. Mercator moet namelijk op zijn lijn letten, hoewel Gert De Winter er prat op gaat dat de premie-inkomsten in de loop van vorig jaar met 8,3 procent groeiden – tegen de dalende markttrend in. De Belgische nettowinst over 2009 was dan ook puik – 33,8 miljoen euro – maar toch een flink stuk minder dan de 51,7 miljoen in 2008.

GERT DE WINTER (MERCATOR). “De belangrijkste reden zijn de twee zware hagelstormen in de loop van vorig jaar. En de frequentie van de schadegevallen stijgt altijd in tijden van crisis. Nu zien we dat fenomeen vooral in het segment van de autoverzekeringen. Ook de gemiddelde prijs van een schadegeval gaat omhoog als het slecht gaat met de economie. In de loop van 2009 is de schadelast bij Mercator dus met 20 miljoen euro gestegen in vergelijking met 2008. Daarom is het resultaat een beetje minder. Aan de andere kant: in België is het aantal verzekeringsmaatschappijen die zowel in 2008 als in 2009 een positief resultaat konden voorleggen, op één hand te tellen. Ik ben dus heel trots.”

Welke maatregelen nemen jullie om die hogere schadelast te lijf te gaan?

DE WINTER. “Tegen zware hagelstormen kun je weinig beginnen natuurlijk, maar je kunt wel ingrijpen bij de kleinere schadegevallen. Een half jaar geleden zijn we begonnen met een programma van een 60-tal initiatieven om de schadefrequentie onder controle te houden. Mercator is bijvoorbeeld strenger dan vroeger bij het accepteren van nieuwe polishouders, of we nemen onrendabele klantensegmenten onder de loep. Als het nodig blijkt, verhogen we de verzekeringspremies.

“Vooral bij de omniumproducten in het segment van de autoverzekeringen is de schadefrequentie de jongste vier à vijf jaar stelselmatig aan het stijgen. In moeilijke tijden komt fraude vaker voor en zijn klanten veel sneller geneigd om een schadegeval aan te geven. Ze gaan er ook sneller vanuit dat de schade gedekt is door hun verzekeraar. Bovendien stijgt de druk op de garagisten. Er wordt iets ruimer doorgerekend in de herstelfactuur. Voor Mercator, maar ook voor alle andere verzekeraars, wordt het dus een grote uitdaging om de technische resultaten op peil te houden. Toch zit er nog een enorme concurrentie op de prijs, zodat de meeste verzekeraars hun premies niet zomaar kunnen verhogen. Maar op een bepaald moment zal de sector toch van start moeten gaan met technisch verantwoord verzekeren.”

Het lijkt wel alsof sommige verzekeraars nog steeds de nodige lessen niet getrokken hebben uit de crisis.

DE WINTER. “Het spel wordt inderdaad nog altijd hard gespeeld. Niet alleen in het segment autoverzekeringen, maar ook in het segment van arbeidsongevallenverzekeringen is de competitie heftig met om ter laagste prijzen. Ondanks de roep om meer technisch verantwoord verzekeren, ook vanuit de beroepsfederaties. Toch heb ik de indruk dat het besef stilaan groeit dat het anders zal moeten, want zoals nu kan de sector niet blijven voortdoen.”

JAN DE MEULDER (BÂLOISE). “Een opwaartse prijsdruk op de premies begint altijd in de herverzekeringsmarkt. De jongste resultaten van de herverzekeraars zijn echter heel mooi, dus van die kant moeten we de nodige signalen voorlopig niet verwachten.”

Wat is een grotere uitdaging: hevige concurrentie of de lage rente?

DE MEULDER. “De zeer lage rentestand. Voor levensverzekeraars is dat niet zo interessant, om het zacht uit te drukken. Een lage rente weegt zwaar door op het resultaat. Een levensverzekeraar heeft namelijk financiële verplichtingen ten aanzien van zijn klanten. Levensverzekeringen zijn producten waarop we hun jaarlijks een gegarandeerd rendement moeten bieden. In België is dat lang 4,75 procent geweest, wat hoog is. Om die rendementen te kunnen bieden, moet een verzekeraar putten uit de opbrengsten van zijn eigen financiële reserves. In het geval van Bâloise bedroeg de gemiddelde opbrengst 4,1 procent in de loop van 2009 – Zwitserland niet meegerekend – tegenover gemiddeld 3,1 procent die we moesten uitkeren aan onze klanten. Er blijft voor Bâloise dus een marge over van welgeteld 1 procent. Nu is er dus nog niet echt een probleem, maar op de lange termijn wordt een lage rente wel degelijk een issue.”

Sommige economen vrezen voor een pijlsnelle stijging van de inflatie in de komende jaren. In dat geval stijgt de rente navenant. Ook dat zou een probleem betekenen voor de verzekeringssector.

DE MEULDER. “Klopt. Inflatie jaagt onze schadelast en onze financiële verplichtingen ten aanzien van onze klanten de hoogte in, maar de premies stijgen niet in dezelfde mate. De premie-inkomsten blijven wel op hetzelfde niveau, maar ze worden steeds minder waard. Dat is een van de dingen waar we in Bazel serieus over nadenken. (lachje) Iedereen weet dat de rente zal stijgen. Maar wanneer, en hoe snel? Dat weet niemand. Bij Bâloise hebben we lang getwijfeld of we ons al dan niet moesten indekken tegen een inflatiescenario. Uiteindelijk zijn we tot het besluit gekomen dat we de rente-evolutie heel strikt zullen opvolgen.”

DE WINTER. “Bij Mercator hebben we ons voor een stuk ingedekt tegen inflatie door te investeren in obligaties die inflatie-gekoppeld zijn. Nadeel daarvan is dat je aan rendement inboet.”

Het valt op dat verzekeraars almaar minder in aandelen investeren. Ook de beleggingsportefeuille van Bâloise bestaat nog maar voor 6 procent uit aandelen en aanverwanten.

DE MEULDER. “Dat heeft te maken met de jongste malaise op de beurzen, maar ook met de nieuwe Europese solvabiliteitsvereisten die in aantocht zijn voor de verzekeringssector. Nu al weten we dat je als verzekeraar enorm veel kapitaalreserves opzij moet leggen om de risico’s af te dekken die gepaard gaan met beleggingen in aandelen. Daarom zijn de meeste verzekeringsgroepen niet langer geneigd om er veel in te investeren.

“Dat is ook niet slecht, want in het verleden zijn verzekeraars misschien iets te veel hedgefondsen geweest. Als het goed ging met de beurs, deden de verzekeraars het nog beter. En omgekeerd. Toch houden de nieuwe Europese regels – of beter, de plannen die nu op tafel liggen – een risico in. Er zouden niet alleen veel grotere kapitaalreserves nodig zijn voor beleggingen in aandelen, maar ook voor beleggingen in vastgoed. Van dat laatste ben ik niet zo zeker of het wel zo’n goed idee is. Wat als verzekeraars massaal uit de vastgoedmarkt stappen, en bovendien nog maar heel minimaal in aandelen beleggen? Het is niet ondenkbaar dat het belang van de verzekeraars als institutionele belegger zal afnemen, terwijl we in het verleden dikwijls een motor van de economie gebleken zijn.”

Heeft de crisis ook zijn goede kanten? In België alleen al staat er een aantal verzekeringsactiviteiten in de etalage. Geïnteresseerd?

DE MEULDER. “Bâloise wil in de eerste plaats organisch groeien, omdat dat de efficiëntste manier is om groter te worden. Toch gaan we overnames niet uit de weg, als het om interessante opportuniteiten gaat. Vorig jaar hebben we bijvoorbeeld de Luxemburgse verzekeringsactiviteiten van Fortis gekocht, waardoor we daar nu een mooie positie bekleden op de lokale markt. Over concrete dossiers wil ik het niet hebben, maar België blijft wel degelijk een interessante markt voor Bâloise. De Belgische verzekeringsmarkt is heel rendabel, vanwege de hoge consolidatiegraad. Onze Duitse markt bijvoorbeeld is slechts half zo rendabel als België, omdat het verzekeringslandschap daar veel meer versnipperd is.”

Vindt u dat de crisis veel kapotgemaakt heeft in het Belgische verzekeringslandschap, of valt het al bij al wel mee?

DE MEULDER. “Ik denk niet dat het meevalt. Als je nagaat wat de crisis allemaal heeft teweeggebracht in de Benelux, dan is dat buiten proportie. België heeft – of had – een financiële sector die groter is dan wat het land zich eigenlijk kan veroorloven.”

DE WINTER. “Ik denk wel dat je het onderscheid moet maken tussen banken en verzekeraars. Soms worden ze te veel over één kam geschoren, hoewel het om twee totaal verschillende metiers gaat. Verzekeraars moeten volgens de wet financiële reserves aanleggen en gaan dus veel voorzichtiger te werk dan de banken.”

Eén pot nat, denkt ook de Belgische overheid. Dat blijkt uit de financiële bijdrage die verwacht wordt van de verzekeringssector, om het nieuwe garantiefonds voor Tak 21-producten te spekken. De beroepsfederatie Assuralia is daar niet over te spreken.

DE WINTER. “Terecht. Het gaat eenvoudigweg om een verkapte belasting, onder het mom van de bescherming van de consument. Het kost Mercator liefst 1,5 tot 2 miljoen euro per jaar. Politici denken blijkbaar dat verzekeraars rijk genoeg zijn, dat daar vele miljarden aan financiële reserves liggen te wachten om eindelijk belast te worden.”

Assuralia is eveneens beducht voor een vacuüm bij de financiële toezichthouders. Zowel de CBFA als de Nationale Bank krijgen binnenkort een andere rol.

DE WINTER. “Ik weet niet of er echt een vacuüm dreigt. Een van de dingen die de CBFA prominent naar zich toetrekt, is de bescherming van de consument. Volgens mij is dat absoluut niet slecht voor de verzekeringssector. Over verzekeraars wordt er al te vaak gefluisterd dat we een stoffig imago hebben, dat we onze premies in het wilde weg verhogen, dat de verzekeringsmakelaars zich zouden verrijken op de kap van de arme consument…

“En hoe zit het met de geldstromen van al die beleggingsproducten, vragen veel consumenten zich af. Als de CBFA erin slaagt om daarover transparantie te creëren, is dat een heel goede zaak voor de sector. Het is niet allemaal zo’n sjoemelarij als vaak gedacht wordt. Maar het zou fout zijn van de verzekeraars om hun business proberen af te schermen van de toezichthouders en van de consument. We hebben nu eenmaal geen dingen te verbergen.”

Tot slot: wat vinden jullie van de manier waarop het pensioendebat wordt gevoerd in België? Groepsverzekeraars zijn een belangrijke betrokken partij.

DE WINTER. “Er wordt nogal lacherig gedaan over de aanpak van minister Daerden. Een paar weken geleden is hij zijn beleid komen toelichten bij Assuralia. Mij geeft de man in elk geval de indruk dat hij weet waarmee hij bezig is. Het pensioendebat wordt opnieuw leven ingeblazen, en dat werd tijd. België is bij de laatste landen van Europa om na te denken over een leefbaar model voor de toekomst. Er zijn zeker andere oplossingen denkbaar dan alles te nationaliseren wat met pensioen te maken heeft.”

Door celine decoster, fotografie Pat verbruggen

“Op een bepaald moment zal de sector toch van start moeten gaan met technisch verantwoord verzekeren”

“Iedereen weet dat de rente zal stijgen. Maar wanneer, en hoe snel? Dat weet niemand”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content