Hoe kijken Belgen naar de toekomst?

Vandaag, 14 juni, vindt in Brussel The Future Summit plaats. Trends publiceert de resultaten van het grote trendonderzoek 2007, dat voorzichtig vijf jaar vooruitkijkt. En polst bij wetenschappers en bedrijven naar hun verwachtingen over gezondheid, communicatie en elektronica voor de komende twintig jaar.

Het is valavond.” Herman Konings, licentiaat in de theoretische psychologie en zaakvoerder van PocketMarketing/nXt, vat de resultaten van het grote trendonderzoek 2007 samen met het antwoord op een vraag die aan de deelnemers van het onderzoek werd gesteld. ‘U kent vast de uitdrukking “Het is vijf voor twaalf”. Als de wereld u nu zou vragen “Hoe laat is het?”, wat zou u haar dan antwoorden?’ Het antwoord, in uren en minuten, moest liggen tussen 06.00 uur (rooskleurige toekomst) en 24.00 uur (niets kan de wereld nog redden). Het gemiddelde antwoord op de vraag was 16.59 uur. Valavond dus.

Deelnemers boven 64 jaar zien de toekomst iets somberder in (18.29 uur) dan de gemiddelde inwoner van Wallonië (15.36 uur). “Hoewel sommigen ongerust zijn, zijn er niet veel zwartkijkers,” merkt Konings op. “Er is nog een behoorlijk optimisme als het over de toekomst gaat. Het blijkt dat mensen nog steeds gelukkig zijn. Al slikken we meer antidepressiva dan ooit – misschien wel de reden van dat geluk. Toch zitten we volgens de deelnemers gemiddeld dichter bij de 24 uur dan bij de middag. Mensen jonger dan 39 zien de toekomst zelfs nog donkerder in: 17.27 uur. Ze zijn dan ook de meest geplaagde generatie. Ze voelen de hoogste tijd- en werkdruk, hebben geen uitzicht op een vlekkeloos pensioen, betalen meer voor hun huis dan hun ouders deden.”

Uitgeverij Roularta Media Group bevroeg via het internetpanel Mediapol 1300 mannen en vrouwen, zowel uit Vlaanderen als Wallonië, in leeftijdscategorieën van -25 jaar tot +64 jaar over huidige trends en verwachtingen voor de toekomst. De antwoorden werden getoetst aan die van 500 anderen die persoonlijk werden bevraagd. Trends pikte er de opvallendste resultaten uit en legde die voor aan Herman Konings.

Amper 18 % discussieert met zijn vrienden over de economische onzekerheid. Gespreksonderwerpen als klimaatveranderingen, bedreiging van de vrijheid en het immigratiepeil zijn met voorsprong populairder.

HERMAN KONINGS. “De klimaatsverandering is gehyped. Maar een zesde plaats op achttien onderwerpen blijft een opmerkelijk lage score voor economische onzekerheid. Het gaat tenslotte om vergrijzingsdruk, het uitbesteden van jobs aan lagelonenlanden, de doorgedreven automatisering. Vreemd is daarom dat niet de dertigers, maar vooral mensen tussen 50 en 64 er met hun vrienden over spreken. Dat is deels te verklaren omdat deze leeftijdsgroep zich bezighoudt met zijn aandelen en tijd heeft om daarover met vrienden te spreken.”

Multinationale ondernemingen zijn anno 2007 niet eerlijker en menswaardiger tegenover werknemers, leveranciers en consumenten dan eind jaren negentig. Daar gaat 35,9 % volledig mee akkoord en nog eens 39,4 % gaat eerder akkoord met deze stelling.

KONINGS. “De vele ontslagen die de laatste tijd vielen bij multinationals, de graaicultuur bij CEO’s, wanpraktijken van leveranciers in het buitenland: allemaal redenen waarom het grote publiek niet gelooft in de eerlijkheid van de multinationals. Eerlijkheid en menswaardigheid worden wel geëist. Gecombineerd met het feit dat mensen steeds mondiger worden, zal dat multinationals de komende jaren onder druk zetten om hierin te investeren.”

Meer dan vroeger zullen ouderen hun eigenhandig verdiende spaarcenten grotendeels zelf opmaken in plaats van als erfgoed aan hun kinderen over te maken. Liefst 79 % acht dit waarschijnlijk, terwijl 42,7 % deze evolutie eerder niet wenselijk vindt en 8,9 % dat als helemaal niet wenselijk ziet.

KONINGS. “Het is logisch dat ouderen hun geld zelf gaan opsouperen. De nieuwe ouderen, de babyboomers, zijn van de generatie die tijdens of vlak na de Tweede Wereldoorlog werden geboren. Ze hebben dus geen ervaring met schaarste en zijn, in tegenstelling tot de voorgaande generatie, niet geneigd aan hun kinderen te geven. Ze hebben hun hele leven hard gewerkt en zorgden ervoor dat hun kinderen konden studeren. Dat vinden zij redenen genoeg om zelf te blijven consumeren. De wenselijkheid van het zelf opmaken van de spaarcenten stijgt dan ook met de leeftijd van de ondervraagden. 51 % van de +64-jarigen vindt het wenselijk, maar dat betekent ook dat 49 % beseft dat het moeilijker wordt voor de volgende generatie.”

De supermarkt zoals ze vandaag bestaat, als tussenschakel tussen producenten en consumenten, zal niet verdwijnen. Dat denkt 90,2 % van het panel. Op de vraag of een supermarkt in de toekomst nog langer wenselijk is, antwoordt 17 % neen.

KONINGS. “Er zijn redenen genoeg om het verdwijnen van supermarkten te motiveren. Het internet gaat een steeds grotere rol spelen. In Amerika zijn er zelfs al brievenbussen met koelelementen voor diepvriesleveringen. Bij ons zijn vooral de buurtwinkels aan een opmars bezig omdat de werkende bevolking in de weinige tijd die er overblijft om boodschappen te doen, niet te veel keuzes wil maken. Toch blijkt dat consumenten hun grote supermarkt niet kwijt willen. Waarschijnlijk omdat ze niet alleen afhankelijk willen zijn van technologie en omdat ze (nieuwe) producten willen bekijken. Of om er eens om de zoveel weken hun grote aankopen te doen.”

Producten met een evenwichtige prijs-kwaliteitverhouding zullen huishoudelijke aankoopbeslissingen het meest beïnvloeden (69,9 %). Goedkope producten worden zelden (3,1 %) gekozen. Ondanks de heisa over het klimaat kiest maar 11,2 % van de consumenten voor natuurvriendelijke producten.

KONINGS. “Een voor de hand liggend resultaat en een typisch voorbeeld van masstige: prestige voor de massa. Kwaliteit blijft een vereiste voor alle lagen van de bevolking, maar de prijs mag niet te hoog zijn. Al blijkt uit een onderzoek van Harvard dat de middenklasse 20 % meer wil uitgeven aan een banaal product als het refereert aan luxe of kwaliteit. Een mooiere verpakking kan bijvoorbeeld die illusie al opwekken.”

De helft van de consumenten is nog even mondig als in 1999, 37 % zelfs mondiger.

KONINGS. “De consument wordt een professionele consument. Als hij zich wil informeren, vergelijkt hij bijvoorbeeld op het internet. Daar overleggen mensen trouwens ook met andere kritische consumenten op fora. Consumenten eisen dus meer service en kwaliteit, en zullen sneller klagen of hun geld terugvragen als ze niet tevreden zijn. Ook daarvoor is het internet een belangrijk nieuw medium. Groeperen tegen een firma kan makkelijk online. De industrie is zich daar wel bewust van en produceert daarom steeds economischer, ethischer en transparanter.”

In vergelijking met 1999 zegt het merendeel van de ondervraagden (86 %) even milieubewust of milieubewuster te consumeren.

KONINGS. “Niet omdat dat een sociaal wenselijk antwoord is. Mensen kopen écht meer spaarlampen, maken gebruik van het openbaar vervoer, sorteren. Maar dat wil niet zeggen dat ze echt milieubewuster consumeren. Zo kopen we nog steeds veel verpakkingen en reizen we bijvoorbeeld meer. Neem je één keer vaker het vliegtuig, dan is dat milieuvervuilender dan wat je bespaarde door het hele jaar de stand-byfunctie van je televisietoestel uit te zetten. Dit resultaat is dus beter dan niets, maar het geeft aan dat consumenten snel tevreden zijn.”

We leven even luxueus (38,1 %) of luxueuzer (21,9 %), vinden vooral Vlamingen.

KONINGS. “Dat is een toename in vergelijking met 1999, die we inderdaad vooral in Vlaanderen noteren. Al is de gemiddelde Waal, over de hele enquête bekeken, minder pessimistisch omdat er tekenen zijn dat de Waalse economie weer opleeft.”

Slechts 15,4 % zegt minder vrijgevig te zijn dan in 1999.

KONINGS. “Dat strookt helemaal met de trend om meer geld aan goede doelen te geven. Dé kantelmomenten daarvoor waren 9/11 en de tsunami, maar ook de traditionele liefdadigheid scoort beter. De redenen? We hebben meer geld, en vooral minder tijd om ons sociaal te engageren. Het schuldgevoel dat we daaraan overhouden, proberen we af te kopen.”

R. van Santen, Djan Khoe en Bram Vermeer, ‘Zelfdenkende pillen’, Nieuw Amsterdam Uitgevers i.s.m. Technische Universiteit Eindhoven.

WWW.TRENDS.BE

Alle resultaten van het grote trendonderzoek 2007.

Sjoukje Smedts sjoukje.smedts@trends.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content