Hoe het bijna-monopolie van Electrabel kraken?

Guido Muelenaer

Wat rekenwerk met Eurostatcijfers levert een merkwaardig resultaat op. Tussen 2005 en 2007 steeg de elektriciteitsprijs in België voor grote industriële gebruikers met 26,6 %, vier procentpunt meer dan in de EU-15. Slechts zes EU-landen zijn duurder dan België. De prijzen voor gezinnen stegen daarentegen veel minder snel (10,1 %) en bovendien 5,5 procentpunt trager dan in de EU-15.

Daar is een reeks technische verklaringen voor. Maar dat gezinnen sinds enkele jaren kunnen veranderen van leverancier (in 2007 deed weliswaar nog maar 6 % dat) en grootverbruikers nauwelijks omdat ze nergens een garantie vinden voor hun grote verbruik, speelt zeker mee. Het gaf Electrabel ook de mogelijkheid om aan de industrie voor ruim 1 miljard euro gratis uitstootrechten aan te rekenen tussen 2005 en 2007. Dat bleek uit een studie van het energiecontroleorgaan Creg die De Standaard zaterdag bekendmaakte. Electrabel rekende de gratis uitstootrechten niet aan bij de gezinnen.

De politieke wereld schreeuwde moord en brand. Terecht, maar meteen doken de verkeerde oplossingen op. De sp.a pleitte bij monde van Bart Martens voor een plafonnering van de prijzen, naar Frans voorbeeld. De Franse elektriciteitsprijs is 40 % lager dan de Belgische en is tussen 2005 en 2007 met slechts 1,5 % gestegen. U leest het goed, dit is geen tikfout: 1,5 %. De Fransen passen een beleid van prijsbeperkingen toe.

Prijsplafonnering is op lange termijn echter een foute oplossing. Het doel moet net méér marktwerking zijn, die kan zorgen voor lagere tarieven. Electrabel heeft nog altijd een bijna-monopolie (zeker voor de industrie). SPE groeit naar 15 % van de markt en krijgt nu ook een deel van de goedkope afgeschreven kernenergiecapaciteit van Electrabel. De Pax Electrica II regelde dat er een derde speler zal bijkomen, die ook 15 % van de markt zal krijgen.

Die derde speler zal alleen lagere prijzen kunnen aanbieden als hij ook kan beschikken over kernenergie. Die blijft immers een van de goedkoopste productiemethodes. In België is kernenergie goed voor 55 % van de productie. Bovendien heeft Electrabel de kerncentrales al afgeschreven, wat nog een bijkomend voordeel oplevert. Maar dat is blijkbaar voor Electrabel geen reden om de prijzen te doen zakken.

De derde speler moet dus net als SPE afgeschreven kernenergie van Electrabel krijgen om speelruimte te hebben om lage tarieven aan te bieden. Kijk naar het voorbeeld van de huidige ‘concurrent’ SPE: omdat die tot nu toe enkel over dure gasgestookte centrales beschikte, kon SPE geen echt lage tarieven afficheren. Het rekende dan ook net als Electrabel met blijdschap de gratis uitstootrechten door in de prijs. Het had gewoon geen andere keus.

Als die derde speler er komt, moet de industrie nog geen victorie kraaien. De jarenlange dominantie van Electrabel zal niet zomaar verdwijnen. Het wordt een processie van Echternach, maar dat belet niet dat het de enige juiste weg is. Jammer genoeg zullen de rijkelijke winsten in die tussenperiode richting Frankrijk verdwijnen.

Het is aan de politiek om de keuze te maken: strikte marktregulering met prijsplafonnering of verder het pad van de liberalisering bewandelen. Om die keuze echt voluit te kunnen maken, moet de politiek zich versneld terugtrekken uit de energiewereld. Vandaag zijn de gemeenten nog altijd aanwezig in de gemengde intercommunales, waar Electrabel 30 % van bezit (Electrabel moet er wel uit tegen 2018). De beursgang van Eandis, de exploitatiemaatschappij van de gemengde intercommunales die eigenaar zijn van de Vlaamse elektriciteits- en gasnetten, is een mogelijkheid om de banden met Electrabel sneller door te knippen. Maar dat voorstel werd al meteen afgeblokt door opnieuw Bart Martens (sp.a). Zijn voor de politici de postjes in de intercommunales belangrijker dan een vrije energiemarkt?

Trends onthulde (in de editie van 15 mei) een deal waarbij in de onderhandelingen rond Distrigas ervoor gezorgd werd dat de gasgebruiker een rekening van 500 à 700 miljoen euro extra gepresenteerd zou krijgen. De gemeenten kregen daardoor meer inkomsten. Dat Suez mee uit de ruif mocht eten, was bijzaak. Maar ook door dat plan heeft de Creg zopas een streep getrokken. Het laatste woord is hierover zeker nog niet gezegd. De gemeenten spreken van ‘een ramp voor de Belgische economie’. De harde liberalisering die de marktdominantie van Electrabel kraakt, is nog ver weg. (T)

de auteur is hoofdredacteur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content