Het vorige systeem was zo slecht nog niet

Atos Worldline, het vroegere Banksys, onderhandelt over een nieuw Bancontact/Mister Cash-contract met de Belgische banken. Een voortzetting zou een opsteker zijn voor de Brusselse transactieverwerker. Maar ook zonder het oude betaalkaartschema heeft Atos Worldline nog ijzers in het vuur. y

In 2006 verkochten de Belgische banken hun transactieverwerker Banksys aan het Franse Atos Worldline. In de aanstormende Europese eengemaakte betaalruimte (Single Euro Payments Area, SEPA) zou er geen plaats meer zijn voor kleine spelers. Het Europese betaalverkeer zou gestandaardiseerd en efficiënt worden en grote Europese transactieverwerkers bevoordelen.

Alleen, bijna drie jaar later is Atos Worldline NV, het vroegere Banksys, nog altijd behoorlijk Belgisch. Zelfs Bancontact/Mister Cash, het betaalsysteem van de Belgische banken, is niet helemaal begraven, integendeel, verklapt Dirk De Cock, CEO van Atos Worldline NV, de Belgische werkmaatschappij. In plaats van een risico is het vroegere Banksys een sterkhouder.

Bij de overname in 2006 verbonden de Belgische banken zich ertoe om de verwerking van Bancontact/Mister Cash-transacties tot eind 2011 uitsluitend aan Atos Worldline toe te vertrouwen.

De reanimatie

Een betaaltransactie crediteert de rekening van de handelaar en debiteert de rekening van de klant. De service aan de handelaar heet in het jargon acceptatie ( acquiring), de dienst aan de klant heet uitgifte ( issuing). De Cock: “Onze kerncompetentie is acquiring. Atos Worldline NV heeft de relaties en de contracten met de Belgische handelaren en ook internationaal hebben we via onze terminalbusiness een enorme kennis op dat vlak.” Behalve CEO van Atos Worldline NV, is Dirk De Cock daarom ook verantwoordelijk voor de acquiringdiensten van de hele groep. In België claimt Atos Worldline ongeveer 85 procent van de acceptaties, ondanks de “heel actieve concurrentie van minstens vijftien andere acquirers“.

Het kroonjuweel van de Belgische vennootschap blijft het contract met de Belgische banken voor de verwerking van de Bancontact/Mister Cash-transacties. Die vormen het overgrote deel van de 837 miljoen betalingen met debetkaarten in België. Het maakt Atos Worldline tot de op een na grootste acquirer in Europa, met ruim 2,2 miljard transacties – waarvan 1,18 miljard uit België. De topper is Streamline van Royal Bank of Scotland met 3 miljard transacties.

Het oorspronkelijke plan was dat Bancontact/Mister Cash opgegeven zou worden voor een SEPA-conform internationaal betaalkaartschema. De Belgische banken kozen in mei 2006 voor Maestro, de debetkaart van MasterCard. Daar bleek voor de handelaren een substantiële kostenverhoging mee gemoeid. Massaal protest dwong de banken tien maanden later het plan op te bergen. Tegelijk kwam MasterCard in het vizier van Europees commissaris Neelie Kroes, die eiste dat MasterCard zijn tarieven drastisch zou verlagen. In april plooide de dienstengroep. Maar MasterCard brengt de zaak nu voor het Europese Hof van Justitie.

De episode heeft iedereen aan het denken gezet. Nu Maestro minder winstgevend is voor de Belgische banken, taant hun belangstelling. Anderzijds begint de kleinhandel aantrekkelijke kanten te zien aan het ooit verfoeide monopolie van Bancontact/Mister Cash. Er wordt weer gepraat over een aanpassing van het systeem aan SEPA, in plaats van een vervanging. “Er is belangstelling. Neen, er is nog niets concreets.” Marina De Moerlooze van de organisatie van Belgische financiële instellingen Febelfin: “Er is nog geen beslissing over de verlenging van de levensduur van Bancontact/Mister Cash”.

Bancontact/Mister Cash kan wel degelijk blijven bestaan, meent economieprofessor Leo Van Hove van de VUB, een specialist in betaalmiddelen. Hij ziet twee opties: “De eerste is een koppeling met andere nationale systemen. De tweede is co-branding met internationale spelers, zoals nu al met Maestro gebeurt.”

Die twee opties sluiten elkaar niet uit. Dat zegt Malte Krüger, senior consultant bij het gespecialiseerde Duitse studiebureau Paysys. “Heel wat landen gaan die kant op. Kijk naar het Nederlandse PIN-systeem, de Franse Cartes Bancaires en de Spaanse systemen ServiRed en 4B. Maar hij waarschuwt: “Banken hoeven niet langer gezamenlijk op te treden. Sommige kunnen achter het nationale systeem blijven staan. Anderen kunnen voor Maestro, V PAY van Visa of iets anders kiezen”.

Op zoek naar volume

In theorie staan transactieverwerkers neutraal tegenover de betaalkaartsystemen. Atos Worldline NV maakt zijn terminals zelfs compatibel met PayFair, een schema dat door Belgische retailers zoals Colruyt wordt gesteund en wordt ontwikkeld door het kleine Belgische European Payment Solutions. “We doen hetzelfde voor V PAY, ook al is daarvan nog geen kaart in omloop in België.”

Een verlenging van Bancontact/Mister Cash betekent dat Atos Worldline zich in België commercieel beter kan verdedigen. “Pas als de nationale betaalkaartsystemen vervangen zijn door internationale systemen en standaardprotocols, zal je een echt sterke consolidatiebeweging hebben en zal je puur voor betalingen naar gestandaardiseerde producten en goedkopere terminals gaan.”

Op die realiteit bereidt Atos Worldline zich voor. Volgens de voormalige CEO, Vincent Roland, nu baas van de Europese tak van concurrent First Data, moet een processor minstens 4 miljard transacties doen om efficiënt te kunnen werken. Dat betekent dat Atos Worldline in volume moet verdubbelen. “In juni nemen we een globaal platform voor acquiring in dienst. Daarmee hebben we één, gestandaardiseerde oplossing.”

Atos Worldline wil ook zijn graantje meepikken van de groeiende ‘vrije’ markt voor outsourcing van transactieverwerking. Kleinere banken besteedden die vroeger uit aan regionale of nationale cooperatieven die ze zelf oprichtten. Nu de SEPA-regels de kaartsystemen los hebben gemaakt van de transactieverwerking, staat dat model op losse schroeven, zoals de verkoop van Banksys illustreert. Omgekeerd loeren de grote transactieverwerkers op overnames, omdat ze anders zelf zeer moeilijk als nieuwe speler in een markt kunnen inbreken. “Probleem is dat ze op die manier eindigen met een amalgaam aan verwerkingsplatformen, waardoor ze nog altijd moeilijk een globaal aanbod kunnen doen. Kijk naar First Data.”

De moeder herstructureert

Met het moederbedrijf gaat het intussen niet best. De Atos Origin-groep met haar 50.000 werknemers en 5,6 miljard euro omzet in 2008 (een achteruitgang met 4 procent) haalde vorig jaar een dalende bedrijfswinstmarge van amper 4,8 procent. Sinds november zet Thierry Breton, de voormalige Franse minister van Financiën en ex-baas van France Télécom, orde op zaken. Hij voert een grondige reorganisatie door onder de wervende naam TOP – Total Operating Performance. Veel meer integratie en kruisbestuiving tussen de entiteiten; horizontale functies zoals inkoop, financiën, hr en O&O in één structuur; een gereduceerd aantal ‘wereldwijde’ datacenters; en de creatie van sterke regionale verkoop- en klantendienstorganisaties.

Daarin moet het vroegere Banksys zijn weg vinden. Dirk De Cock: “Er zitten belangrijke kostenverlagingen in het plan, wat op zich goed is. Het risico voor België zit in de benchmarks. Wij zijn atypisch binnen Atos Origin. We passen bijvoorbeeld niet in de normen voor vierkante meters per personeelslid omdat wij een opslagplaats hebben voor onze voorraad terminals en onderdelen. Dat kan problemen geven. Anderzijds krijgen we door onze internationale schaal kansen die we als Banksys nooit zouden hebben gekregen.” Onder meer de internationale terminalverkoop deed het vorig jaar bijzonder goed (+30%).

De meest concrete besparing voor België zit in de sluiting van het Belgische datacenter dat nu nog als back-up dient. Atos Worldline brengt zijn zeven datacentra terug tot drie, telkens één in België, Duitsland en Frankrijk. Die laatste twee dienen dan als back-up voor België, een ingreep waarbij geen afvloeiingen komen kijken, verzekert Dirk De Cock.

Structureel zit Atos Worldline goed in de groep. Dirk De Cock: “Wij leveren de grootste bijdrage, zowel aan de bedrijfswinstmarge als aan de nettomarge. Begin juni organiseert Atos Origin precies hier (in het imposante datacenter aan de Haachtsesteenweg in Evere) een dag voor investeerders. Wij zijn het model waar Atos Origin naartoe wil. Weg van het klassieke informaticabedrijf, met zijn afhankelijkheid van eenmalige projecten. De kans is groot dat Atos Origin belangrijke acquisities juist in eerste instantie in betaalsystemen doet. Zij zijn volop bezig met SIA-SBB in Italië.”

De Belgen verwachten nieuwe omzet uit een systeem om elektronische facturen via m-banxafe en gsm te betalen – operationeel in het najaar bij een “Belgische telecomoperator” – en uit een project voor elektronische waardebonnen. Maar vooral willen ze munt slaan uit de backofficeverwerking van het snel groeiende aantal grensoverschrijdende betalingen (+25 procent vorig jaar in België) en uit de nieuwe SEPA-conforme domiciliëringen, waarvoor ze een aanbod ontwikkelen om de betalingsmandaten te beheren. Alleen al in België gaat het om 30 miljoen mandaten, goed voor 250 miljoen transacties per jaar, weet Dirk De Cock.

Dat toont meteen de keerzijde van de huidige onzekerheid. De invoering van het nieuwe SEPA-domiciliëringssysteem is al van 1 november 2009 naar 1 november 2010 verschoven en het oude stelsel blijft alvast nog werken tot 2012. Na twintig jaar in de business heeft Dirk De Cock leren leven met het fenomeen. “Bestaande systemen omvormen, is altijd een moeilijke oefening.” (T)

Door Bruno Leijnse

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content